Volleyfinale Maaseik-Roeselare: een traditie van topduels

© BELGA IMAGE

Knack Roeselare en Noliko Maaseik staan voor de 19e keer tegenover elkaar in de finale van de play-offs. Een vooruitblik met een terugblik: vier markante edities van dé volleybalklassieker.

1991: gemist door communie

In 1991 staan Roeselare en Maaseik voor het eerst tegenover elkaar in de play-off-finale. Roeselare heeft dan al een landstitel op zijn palmares staan (behaald in ’89), Maaseik nog niet. Toch beginnen de Limburgers als favoriet aan de eindstrijd, die dan nog naar twee gewonnen wedstrijden wordt gespeeld – pas in 1998 wordt de best of five ingevoerd. Sinds het seizoen ’85-’86 en de komst van Noliko als hoofdsponsor en Mathi Raedschelders als voorzitter werkt Maaseik immers vastberaden aan de weg naar de top. Voor aanvang van de titelfinale tegen Roeselare heeft het al een tweede nationale beker in de prijzenkast bijgezet.

Drie maanden nadat mijn hoofd op het kapblok lag, reden we met een open bus door Roeselare.’ Dominique Baeyens

Het vertrouwen bij coach Bert Goedkoop is dan ook groot. De Nederlander is jong als trainer, maar heeft tonnen ervaring als speler. ‘Bovendien beschikte hij over een heel sterke en uitgebalanceerde kern’, herinnert clubicoon Jos De la haye zich, destijds secretaris en anno 2018 aan zijn 54e seizoen bezig bij Maaseik en verantwoordelijk voor de opvang van de scheidsrechters. ‘ Passeur was Vital Heynen, die al van ’86 in de ploeg stond maar nog altijd maar 22 jaar was. Verder maakten ook Dariusz Kurek, Jacky Kempenaers en Teun Buys deel uit van dat team. En dan hadden we natuurlijk nog Eddy Evens, die voor de vierde keer verkozen werd tot Volleyballer van het Jaar en na de finale een punt zette achter zijn carrière.’

Als winnaar van de reguliere competitie mag Maaseik het eerste duel thuis afwerken. Het stuurt Roeselare met een droge 3-0 huiswaarts. Wanneer de Limburgers twee dagen later naar West-Vlaanderen afzakken, doen ze dat zonder hun secretaris. ‘We wonnen met 1-3, maar onze eerste titel heb ik niet live meegemaakt’, vertelt De la haye. ‘Mijn zoon deed zijn communie. Ik mag van mijn vrouw veel tijd vrijmaken voor het volleybal, maar die communie missen, dat kon niet.’ ( lacht)

Als Zellik met Maes Pils als gulle geldschieter de volgende drie jaar de scepter zwaait, moet hij wellicht even gedacht hebben dat het nog lang zou duren vooraleer hij een titel zou vieren. ‘Dat niet, maar ik had nooit kunnen vermoeden dat vanaf 1995 telkens Maaseik of Roeselare kampioen zou worden.’

2000: vastberadenheid van een voorzitter

Na vijf opeenvolgende landstitels begint Maaseik andermaal als favoriet aan de competitie. Het vertrek van sterspeler Wout Wijsmans vangt het op door bij Roeselare Stephen Shittu weg te kapen en met de jonge Martin Lébl haalt het een goudhaantje binnen. Roeselare, dat verhuist van ‘de veredelde feesttent’ ’t Strohof naar de moderne en ruime sporthal Schiervelde, legt zich niet neer bij de suprematie van de grote concurrent en doet met de transfers van Ante Jakovcevic en Dragan Svetarovic inspanningen om de Limburgers van de troon te stoten.

Het team van Dominique Baeyens begint echter zeer moeizaam aan het seizoen. ‘Dat is nog voorzichtig uitgedrukt’, zegt de toenmalige coach. ‘De resultaten waren slecht en de spelers keerden zich tegen mij. De situatie was eigenlijk onhoudbaar, maar voorzitter Edwin Blauwblomme hield voet bij stuk en zei: ‘ No way.’ Zonder zijn vastberadenheid lag ik buiten.’ Kris Tanghe, die voor het seizoen 2018-2019 getekend heeft als coach bij Marke in Liga B en destijds spelverdeler was bij Roeselare, beaamt én nuanceert: ‘Als groep hadden wij onze twijfels over de aanpak van de trainer, maar ik heb aan beide kanten gestaan. Wanneer het niet draait, zoeken spelers de oorzaak zelden bij zichzelf.’

Baeyens blijft aan boord en na Nieuwjaar ontpopt Roeselare zich tot de best volleyballende ploeg van het land: ‘Vanwaar die kentering?’, herhaalt de huidige sportief directeur van de Topsportschool de vraag. ‘Het feit dat de spelers hun mening konden ventileren, was al een belangrijke stap. Verder denk ik niet dat ik mijn manier van werken veranderd heb, maar die verwikkelingen hebben zowel de groep als mezelf scherper, alerter gemaakt. Als de resultaten goed zijn, dan groeit het vertrouwen. Dat is een wetmatigheid in de sport.’

Die finale van de play-offs draait uit op een ware thriller. Een vijfde wedstrijd in Schiervelde moet de beslissing brengen. ‘Eén set eindigde zelfs op 37-39’, meent Tanghe zich te herinneren. ‘Ik zie nog voor mijn ogen hoe Jakovcevic de laatste bal tegen het parket sloeg. Een euforisch moment.’ Baeyens besluit: ‘Drie maanden nadat mijn hoofd op het kapblok lag, reden we met een open bus door Roeselare, met dezelfde coach en dezelfde spelers. Dat is het bijzondere aan sport en aan groepsprocessen. Als coach heb je er enigszins vat op, maar perfect sturen kan je het nooit.’

2009: uitstel van champagne

De champagne is al uit de koelkast gehaald en het huisorkest blaast zich warm in de vipruimte van de gloednieuwe zaal waarin Noliko Maaseik zijn intrek heeft genomen. Maaseik heeft de eerste twee finalewedstrijden overtuigend gewonnen en in de derde wedstrijd staat het 2-0 in sets en leidt Noliko opnieuw de dans. Het feest dat al voor de wedstrijd is ingezet, barst nu helemaal los. Energieke twintigers tot en met zeventigers springen wild op en neer bij de vette schijven die weerklinken. In de nok van de afgeladen volle hal joelen zes jonge gasten die de wedstrijd zowaar in bloot bovenlijf volgen. N-O-L-I-K-O staat er op hun lichamen te lezen, één rode letter op elke torso.

En dan gebeurt het ondenkbare. ‘Opeens stokte de motor. Waarschijnlijk zegezeker – en dat gold voor iedereen die Maaseikgezind was – begon Vital ( Heynen, toenmalig trainer, nvdr) veel wissels door te voeren’, zoekt Jelte Maan naar een verklaring voor het onverklaarbare. ‘Het ging iets te vlot en daardoor verslapte onze aandacht, terwijl ze bij Roeselare allicht dachten: we hebben niets meer te verliezen.’

In een seizoen vol kommer en kwel leek alles immers al verloren voor de West-Vlamingen. ‘Ik weet nog dat we hen in november een oplawaai gaven, 25-8 in de eerste set’, aldus Maan, negen jaar later nog steeds receptieaanvaller bij Maaseik. ‘Voordien hadden we ze ook al makkelijk verslagen in de supercup. We begonnen gelijk in een goeie flow.’ Opmerkelijk, want van de kampioenenkern van 2008 zijn weliswaar zeven spelers gebleven, maar op de hoeken treden enkel nieuwkomers aan. Met Maan als buitenbeentje. ‘In Nederland trad ik aan als libero en Vital haalde mij als receptieaanvaller, een positie waarop ik zelden gespeeld had de jaren voordien. Dat was toch een risico. Ik herinner me nog levendig dat ik de eerste training als receptieaanvaller al na tien minuten vroeg om een pauze omdat ik helemaal kapot zat.’

Het ondenkbare gebeurt – de frase verdient een herhaling. Roeselare wint set drie, vier én vijf en mag nog een keer aantreden in Schiervelde. ‘Een dubieuze wedstrijd met tal van rare beslissingen van de arbitrage. In de vijfde set, bijvoorbeeld, tippen we twee keer een bal op de grond en toch mag er doorgespeeld worden. We verloren, maar in de beslissende wedstrijd zaten we zo vol adrenaline dat we het seizoen dat we domineerden ook verdiend als kampioen afsloten.’

2017: volleyballegende raakt antenne

Al vier jaar op rij, met even vaak Emile Rousseaux als coach, is Knack Roeselare kampioen geworden, maar net als twaalf maanden eerder moeten de West-Vlamingen het thuisvoordeel in de eindfase van de campagne 2016-2017 aan Maaseik laten. In mei 2016 vormde dat geen probleem voor Hendrik Tuerlinckx en co om de klus in drie wedstrijden te klaren. Nu krijgen we een heel ander verhaal: Roeselare heeft nog niet kunnen winnen in Maaseik en ook het eerste finaleduel gaat verloren.

Wil Roeselare een vijf of vijf halen, dan zit er niets anders op dan zijn eeuwige rivaal toch een keer te verslaan in diens zaal. Nadat het de bordjes thuis weer gelijk zet, komt die verlossende zege er in finalewedstrijd drie. Voor eigen publiek kroont Knack zich vervolgens na een felbevochten vijfsetter voor de elfde keer – de achtste keer na een finale tegen Maaseik – tot landskampioen. ‘Voor het eerst sinds lang beschikte Maaseik weer over een vechtersploeg’, getuigt Tuerlinckx na afloop. ‘Met deze ploeg had je nooit gedaan. Wat dan de doorslag gaf, denk ik, is dat wij deze situaties gewoon zijn. Wij spelen de laatste vijf jaar verschillende wedstrijden voor de knikkers. Dat is iets wat je niet kan trainen.’

Libero Stijn Dejonckheere bevestigt de woorden van zijn kapitein. ‘Het was een echte uitputtingsslag. Ook in die laatste wedstrijd moesten we nog tot het uiterste gaan. Nadat we de eerste twee sets pakten, vocht Maaseik terug en kwamen we pas bij 15-14 in de tiebreak aan het beslissende punt. Een eerste titel is altijd de mooiste, maar daarna komt zeker die van vorig jaar’, besluit Dejonckheere, ‘Het was een strijd van gladiatoren. Daar als winnaar uitkomen, gaf een fantastisch gevoel. De omstandigheden maakten het bovendien extra speciaal. Het was immers volleyballegende Wout Wijsmans die de allerlaatste bal uit zijn loopbaan tegen de antenne sloeg.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content