Het goud is weg

© BELGAIMAGE

Afgelopen woensdag trok Wadi Degla de stekker uit Lierse. Na 112 jaar houdt de viervoudige kampioen op te bestaan. Het goud uit de clubkleuren is weg, wat overblijft is inktzwart. Een terugblik door de club zelf.

‘Er is veel volk die vrijdagochtend in het voorjaar van 2005, op de markt in Livingstone, de Zambiaanse toeristische grensstad waar de machtige Zambesirivier uitmondt in de Victoriawatervallen, dé toeristische attractie die Zambia deelt met Zimbabwe. Een aantal locals loopt rond in hier heel opzichtige gele T-shirts met zwarte letters. Aan de ene kant staat ‘Red Lierse’ en aan de andere zijde: ‘Ik wil je, blijf bij me’. Op de vraag of men weet naar wie die tekst refereert, zegt een van de T-shirtdragers: ‘Yes. A famous Belgian singer.

‘Om maar te zeggen dat wat vorige week gebeurde, niet zomaar uit de lucht is komen vallen.

‘Dertien jaar later zijn ze met zo’n 2500 naar het Lisp afgezakt, waar wij, de Lierse, vrijdagavond onze laatste thuismatch hadden moeten spelen tegen Waasland-Beveren: een druk bijgewoonde koffietafel na een begrafenis. Woensdagmiddag om vier uur trok deMaged, zoals ze hem hier noemen, er de stekker uit. We sukkelden al voor zijn komst, maar nu is ’t echt gedaan.

De laatste 40 jaar was Lierse goed drie jaar schuldenvrij.

‘De ochtend van de thuiswedstrijd tegen Oud-Heverlee Leuven al bestelde Wadi Degla, waarvan Maged Samy de mede-eigenaar is, een persmededeling dat de club die dag failliet zou gaan. Pas een paar uur voor de aftrap wordt er afgesproken om toch te voetballen.

‘Drie dagen later spelen we onze allerlaatste wedstrijd ooit, aangemoedigd door 200 supporters, op het veld van Excelsior Mouscron. En zeggen dat er amper twaalf dagen eerder eindelijk een akkoord bereikt was tussen Maged en David Nakhid. Drie dagen eerder sprong de deal nog bijna af, toen Maged eiste dat er een bijkomende clausule in de overname werd opgenomen, waarbij de nieuwe eigenaar aanvaardde om de verkoper na de overname niet juridisch aan te vallen. Pas na het weghalen van die clausule twee en aan halve dag later dan voorzien, werd het akkoord gesloten, waardoor de tijd wel erg krap werd.

‘Tot ’s anderdaags een manager van een van onze spelers Nakhid aanklampte: zijn cliënt had nog geld te goed, en als hij dat niet kreeg, zou hij naar het Belgisch Arbitragehof voor de Sport stappen. De nieuwe eigenaar is verbijsterd als blijkt dat het om ‘zwart geld’ gaat, waar wel een officieel document van bestond. Navraag in de spelersgroep leerde dat het niet om één, twee of drie maar om meerdere spelers ging, en om honderdduizenden euro’s extra.

‘De advocaten van Maged Samy zeggen dat de nieuwe eigenaar, David Nakhid, zijn verplichtingen niet is nagekomen. Maandagochtend 7 mei stuurde Wadi Degla al een communiqué de wereld in dat het afgelopen was. Toen Nakhid dat kort voor de middag hoorde, was hij stomverbaasd. Hij had geen antwoord meer gekregen op zijn voorstellen, maar hij had ze die nacht nog wel gedaan, ervan uitgaand dat Maged nog steeds de rechtmatige eigenaar was, omdat de overeenkomst tussen hen beiden bepaalde dat de verkoop niet doorging als er geen licentie was. Dus moest in Nakhids ogen Maged alles in orde brengen. Hij garandeerde ruim voor vijf uur maandagochtend dat alles wat Maged zou voorschieten, de bondsschulden ten bedrage van iets meer dan 600.000 euro, door hem, David Nakhid, teruggestort zouden worden, bovenop de eerder afgesproken overnameprijs van een aantal miljoen, plus nog een last minute bonus van 800.000 euro, verhoogd tot één miljoen euro. Antwoord kreeg hij nooit, en tal van telefoontjes die maandag, in de hoop toch nog een doorbraak te forceren, leverden niets op. Zou Maged al veel eerder bedacht hebben dat de verkoop van het Lisp hem een stuk meer kon opleveren dan een niet onaardig bod van een aantal miljoenen?’

Moulin Rouge

‘Ook de iconen die onze kleuren droegen, treuren: Jan Ceulemans, of Erwin Vandenbergh, een van de drie Liersespelers die de Gouden Schoen won. De enige die ooit Europees topschutter van het Jaar werd, met 39 goals in het seizoen 1980/81. Mooie tijden, in die truitjes met de eerste shirtsponsor uit de clubgeschiedenis. C&A dokte veel geld neer, tot verbijstering van de lokale grootindustrieel, busconstructeur Van Hool die tot dan op de trainingsvesten stond met zijn naam. De Van Hools zweerden nooit meer iets te maken willen hebben met de club, en hielden zich daaraan, elke keer als ze benaderd werden wanneer Lierse weer eens met één been in het graf stond.

‘Erwin zie ik als Europees topschutter nog fier met de trein naar Parijs afreizen, en daar met zijn blozende wangen poseren tussen de schoon madammen in de Moulin Rouge met pluimen in hun gat. Het leverde hem een transfer naar Anderlecht op, en ons een mooie transfersom van 60 miljoen frank, 1,5 miljoen euro. Veel geld toen, maar in 1984 had Lierse al weer een put van één miljoen euro. In 1985 luidde de toenmalige voorzitter, Bruno Cogghe, de financiële alarmbel. Fors inleveren zagen de spelers niet zitten, dus gingen Herman Helleputte, Dany Verlinden, Stan Van den Buijs en Bertho Bosch in staking, waarop een woedende trainer Johan Boskamp een trits onbekende jongeren in het eerste elftal gooide. Het resultaat? Degradatie naar tweede klasse, terwijl het toeschouwersgemiddelde zakte van 6500 naar 3500. Ik was een eerste keer op sterven na dood, zegge en schrijve 1986. ‘

Gert Verheyen

Patrick Bauwen, die Cogghe als voorzitter opvolgde, haalde om de dodelijke val naar derde af te wenden een oudgediende. Dimitri Davidovic deed nog beter. Hij won een periodetitel en promoveerde via de eindronde onverwacht terug naar eerste klasse, met in de ploeg de amper zestienjarige Gert Verheyen.

‘Dimi, die altijd beweerde dat de mooiste vrouwen van België in Lier wonen en ook met een Lierse, Ingrid, trouwde, was basisspeler tijdens ons meest spraakmakende avontuur, de kwartfinales van de UEFA Cup 1971/72. Eerst gingen we na een zware thuisnederlaag verrassend winnen bij de bekerhouder, Leeds United, toen te vergelijken met het Manchester City van nu. Later gebeurden er nog twee mirakels tegen Rosenborg en PSV tot AC Milan ons in de kwartfinale koud pakte. Ook in de basis toen stond Neel De Ceulaer, tot vorige week erevoorzitter en de man die Maged zijn tweede papa noemde. Neel had begin jaren 70 een goeie job in de haven, bij Esso, toen Lierse het profstatuut aannam. Hij weigerde een profcontract en verkoos zijn job te combineren met voetbal op lager niveau.

‘Neel was een van ons, aangesloten vanaf zijn negende, als enige van een ganse familie Lyramannen. Freddy Van Laer, de transportbaas uit Lint, die in 1988 voorzitter werd, haalde hem terug als sportief manager. De duurste speler die Neel ooit kocht, was de Noorse verdediger Claus Eftevaag die na de titel 1,5 miljoen euro kostte. Nico Van Kerckhoven, een van de eerste jeugdproducten die onder jeugdcoördinator Marcel Vets doorstroomden, werd dan weer voor drie miljoen euro aan Schalke verkocht. Toen Neel hoorde dat Maged aan het onderhandelen was met Wesley Sonck, riep hij in de telefoon: ‘Niet doen, veel te duur voor ons!’ Waarop Maged droog antwoordde: ‘Het is al rond.’

‘Diezelfde Neel moest na de titel op zoek naar een stadion om de groepswedstrijden van de Champions League af te werken, want op het krakkemikkige Lisp kon dat niet. Brussel vroeg 350.000 euro voor de drie matchen, AA Gent 50.000 euro. Een succes was die verhuis niet, met gemiddeld slechts 8000 man in het Ottenstadion. Wij werden ondergebracht in de kleinste kleedkamer in eerste klasse, de bezoekerskleedkamer. Men wilde dat de gasten uit AS Monaco, Bayer Leverkusen en Sporting Lissabon niet aandoen. We vloekten toen de tegenstanders al het chique hotel Auberge du Pêcheur geboekt hadden in Deurle aan de boorden van de Leie, en wij content moesten zijn met een gewoon hotel dicht bij het centrum. En dan 5-0 verliezen in Monaco, terwijl de nieuwe aankoop, Jack de Gier, rondjes liep langs het veld. Waarop de fans hun frustratie afreageerden en de man voortaan ‘Jack de Mus’ noemden.

‘Ja, die titel. Weten jullie dat Lierse pas één jaar voor dat laatste kampioenschap in 1996/97 schuldenvrij was? Een titel, veroverd met een budget van drie miljoen euro en één voltijds medewerker, secretaris Benny Van Dijck, tot het laatst trouw aan boord. Sportief manager De Ceulaer werkte immers nog deeltijds aan de haven en haastte zich na zijn dagtaak naar het Lisp. Het werd een titel voor gemiddeld 8600 toeschouwers. Straffe kost. Twee jaar later komt de laatste prijs, bekerwinst in 1999, met een topprestatie van een huilende Jurgen Cavens, die na de prijsuitreiking huilend in de armen van zijn vader valt. Jurgen, nog zo’n jeugdproduct, die op een lijstje alternatieve vragen de kleedkamer tranen van het lachen bezorgt met zijn antwoord op de vraag: welk voorwerp zou jij meenemen naar een onbewoond eiland? ‘Wc-papier.’

‘Een jaar eerder, in 1998, heeft het bestuur de gronden van het Lisp voor 1,7 miljoen euro gekocht. De huurovereenkomst zou in 1999 verlopen, en de eigenaars hadden een verkoop met een verkaveling op het oog. De werken aan de nieuwe tribune, goed voor 4300 plaatsen en 633 business seats, kosten 5,6 miljoen euro. De stad stelt zich garant met een doorgeeflening waarbij ze vijftien jaar lang 375.000 euro per jaar terugkrijgt. Het wordt al die jaren een strop om de nek van de club.

‘In september 2001 dagen voor de laatste Europese thuismatch tegen Bordeaux in de eerste ronde van de UEFA Cup amper 5500 kijkers op. Gaston Vets, die het stadion zelf verbouwde, heeft intussen Freddy Van Laer als voorzitter opzij gedreven. Alleen onder diens beleid zijn we hoop en al drie jaar schuldenvrij geweest. De grootste kleine club van het land wil voortaan door het leven gaan als de kleinste grote club van het land. Een fout die fataal zal worden.’

Chinees

‘In 2004 krijgen we in eerste aanleg geen licentie. Burgemeester Marleen Vanderpoorten, naar wiens vader het stadion genoemd is, eist het vertrek van Vets. Zo wordt de Limburgse industrieel Leo Theyskens voorzitter. Hij belooft drie miljoen euro in te brengen. Wanneer een deel van het geld achterblijft, biedt een onbekende Chinees, Zheyun Ye, aan het ontbrekende geld dat dringend nodig is om de bondsschulden te betalen, voor te schieten. Op voorwaarde dat de ploeg en de trainer wat wedstrijden willen verliezen.

‘De licentie komt, maar het tekort aan geld blijft. Na de degradatie staat in september 2007 een vergadering gepland met maar één agendapunt: het faillissement. Maar voorzitter Theyskens moet eerst dringend naar Egypte. Wanneer hij meldt dat hij een investeerder gevonden heeft, denkt iedereen aan een grap.

‘Maged Samy redt Lierse letterlijk van de dood. Eerst praatte hij met Antwerp. Later vertelt hij dat hij vond dat Eddy Wauters dan misschien niet de hele waarheid had verteld, maar dat Leo Theyskens, die hem naar het Lisp lokt, hem pas goed had liggen.

‘In België wil Maged eigen talenten opleiden via de academie van Jean-Marc Guillou en die spelers later voor veel geld aan Europese topclubs verkopen. Een ambitieus plan in een van de kleinste entiteiten in de Belgische eerste klasse ooit. Maar voor de promotie in 2010 zit het Lisp met 14.000 man wél afgeladen vol.

‘Het budget bij de promotie gaat direct omhoog van zes naar tien miljoen. Een paar spelers verdienen net geen miljoen euro bruto per jaar. Premies niet inbegrepen. Heuse Anderlechtlonen. Gemiddeld verdient een Liersespeler in die jaren bijna 350.000 euro, 100.000 meer dan het gemiddelde van een prof in de eerste klasse. Om gezond te zijn, mag de loonlast bij een club niet hoger zijn dan vijftig procent van het budget. Bij Lierse is dat in 2011 maar liefst 120 procent.

‘Vanaf dan draait Wadi Degla de kraan langzaam dicht. De eigen talenten leveren véél minder op dan hun opleiding kostte. Mageds emobeleid helpt niet. Eerst pusht hij op een dag zijn sportieve leiders om de jonge Matz Sels een kans te geven in doel terwijl zij een ervaren keeper willen. Wanneer Sels Lierse aan het behoud helpt maar aarzelt om bij te tekenen, stuurt hij hem resoluut naar de B-kern. Winnaar is AA Gent, dat de doelman een jaar later binnenhaalt voor een prikje. Met die blunder geconfronteerd, kijkt Maged in 2016 verbaasd op: ‘Heb ik dat echt gedaan? Oei. Dan was dat a big mistake.’

‘In februari 2016 voorspelt hij nog, met de arm om het standbeeld van Bernard Voorhoof, dat hij hier de langst zittende voorzitter ooit wil worden. Drie weken later grijpt de ploeg naast een ticket voor de promotiematch, nog eens drie maanden later zet Wadi Degla de club te koop. Een na een haken de kandidaten af. Alleen David Nakhid wil er echt voor gaan, maar het vertrouwen tussen koper en verkoper wordt steeds kleiner. We zijn de voorbije decennia vier of vijf keer zo goed als gestorven, maar nu is het echt gedaan. God, wat doet doodgaan pijn.’

4

landstitels

1932, 1942, 1960 en 1997

1

titel van Europees topschutter van het jaar, toen Erwin Vandenbergh in 1980/81 liefst 39 goals maakte.

3

Gouden Schoenen

Fons Van Brandt won in 1955 en werd dat jaar geselecteerd voor het Europees elftal. Lucien Olieslagers (1959) was de enige Belgische winnaar die nooit met de Rode Duivels speelde. Vandenbergh won de Schoen in 1981 en verhuisde daarna naar Anderlecht.

2

bekers

1969 en 1999

352

wedstrijden in eerste klasse speelde Herman Helleputte voor Lierse. Het clubrecord

9

europese campagnes

Van 1960 tot 2001 speelde Lierse 34 Europabekerwedstrijden, Intertoto niet meegerekend. In 1971/72 bereikte het de kwartfinale van de UEFA Cup tegen Milan, nadat het onderweg bekerwinnaar Leeds United, Rosenborg en PSV uitschakelde. In 1997/98 speelde het de groepsfase van de Champions League.

30

goals maakte Bernard Voorhoof in 61 interlands met de Rode Duivels. Een record, tot Romelu Lukaku, zelf een jeugdproduct van Lierse, hem afgelopen winter voorbijstak.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content