Ex-Barçaspeler Oleguer over de hang naar Catalaanse autonomie: ‘Ik kijk nooit naar wedstrijden van Spanje’

Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

In 2017, vlak na het onafhankelijkheidsreferendum in Catalonië, hadden we een ontmoeting met ex-Ajax en Barcelona-speler Oleguer, die als overtuigd Catalaan altijd weigerde voor Spanje uit te komen. Een gesprek over rebellie in het profvoetbal, fascisme en anti-globalisme.

‘Ik ben enkel op uw interviewaanvraag ingegaan omdat ik het belangrijk vind dat iedereen weet wat er momenteel in Catalonië gebeurt. Want dit is wel degelijk het probleem van alle Europeanen. Dit gaat om het recht op manifestaties en vrije meningsuiting. Internationale rechten. Als deze repressie mag en kan gebeuren, wat wordt dan de volgende stap? Dan zeg je eigenlijk aan alle andere staten en overheden: doe maar. Verder koester ik mijn anonimiteit. Ja, ik ben politiek actief, maar ik wil geen uithangbord of leider zijn. Ik maak deel uit van een grotere groep en dat voelt prima zo.’

De Oleguer die aan ons tafeltje plaatsneemt op het terras van de Alliance Française in Sabadell, net buiten Barcelona, is een ex-winnaar van de Champions League en, zo blijkt meteen, duidelijk in zijn communicatie. In 2006 prijkte de verdediger in de basisploeg van het FC Barcelona dat Arsenal klopte in de finale van het kampioenenbal. Geflankeerd door illustere namen als Deco, Samuel Eto’o en Ronaldinho. Na zijn vertrek bij Barça in 2008 speelde hij nog drie seizoenen voor Ajax (zie kader). Toen zijn contract daar in 2011 ten einde liep, legde hij aanbiedingen uit Italië, Griekenland en Spanje naast zich neer. Op zijn 32e besliste Oleguer dat hij het bestaan als profvoetballer achter zich zou laten.

‘Geen enkel project vond ik interessant genoeg’, blikt hij daarop terug. ‘Geld is nooit een drijfveer geweest. Het financiële was louter een gevolg van iets dat ik graag deed. Als mijn gevoel neen zei, deed ik het niet. Ik heb bijvoorbeeld ook veel geld laten liggen door de nationale ploeg te weigeren. Ik heb altijd geweten dat ik niet heel erg lang zou voetballen. Er waren zoveel dingen buiten de sport die ik nog wilde doen.’

De naam Oleguer heeft altijd gefascineerd. Niet zozeer vanwege zijn voetbalkwaliteiten – hij was een degelijke verdediger, zonder meer -, maar vanwege zijn dwarse denken. Een verademing in de plat gecommercialiseerde industrie die het topvoetbal geworden is. Waar elk dissident woord in de kiem gesmoord wordt nog voor de laatste lettergreep uitgesproken is. Zo zag de Barçaverdediger in 2007 een sponsordeal met Kelme afspringen omdat hij het opnam voor een ETA-aanhanger die door het Spaanse gerecht oneerlijk werd behandeld – hij sloot kort daarna wel een nieuwe deal met Diadora, de inkomsten daarvan schonk hij aan een goed doel. Zo werd hij in het begin van zijn voetbalcarrière opgepakt door de politie na schermutselingen bij de sluiting van een alternatief café in zijn thuisstad Sabadell. Of zo werd hij op een bepaald moment in een aantal Spaanse voetbalstadions uitgejouwd omdat hij openlijk afstand nam van de Spaanse nationale ploeg. Maar nooit, zo beweert hij stellig, heeft Barcelona of Ajax hem proberen te beteugelen. ‘Of toch niet dat ik weet’, voegt hij eraan toe. Eén keer tikte Barça hem op de vingers: toen hij in oktober 2007 als copiloot van Xevi Pons (Subaru) deelnam aan de Rally de Catalunya… gevaarlijke sporten zijn contractueel verboden voor profvoetballers.

Boven v.l.n.r.: Ronaldinho, Edmilson, Rafael Márquez, Mark van Bommel, Oleguer, Víctor Valdés en Samuel Eto'o. Onder v.l.n.r.: Giovanni van Bronckhorst, Ludovic Guily, Deco en Carles Puyol
Boven v.l.n.r.: Ronaldinho, Edmilson, Rafael Márquez, Mark van Bommel, Oleguer, Víctor Valdés en Samuel Eto’o. Onder v.l.n.r.: Giovanni van Bronckhorst, Ludovic Guily, Deco en Carles Puyol© BELGAIMAGE

Intimidatie van de Spaanse overheid

De aanloop naar ons gesprek is er een met veel tussenstations. Mails naar de CUP, de Catalaanse afscheidingspartij waar hij toebehoort, en Crida per Sabadell, een lokale afgeleide van de CUP, leveren niets op. Een mailtje naar zijn goede vriend, de auteur Roc Casagran, met wie hij in 2007 de politieke essaybundel Cami d’Itaca schreef, zorgt voor de opening. Er wordt een datum afgesproken en een plaats: het Franse college in Sabadell. Het ligt vlak aan het treinstation, laat Oleguer nog per mail weten. Geen toevallige opmerking: de ex-Barçaspeler is nauw begaan met de staat van onze planeet. Hij investeert in een bedrijf dat zich specialiseert in hernieuwbare en groene energie.

Daarnaast zet hij zich in voor een vereniging die zich bezighoudt met huisvesting voor de sociaal lagere klassen. En hij studeert opnieuw. Oleguer: ‘Ik ben lid van een groep die op een kritische manier de economische bewegingen bestudeert. Toen ik aan de universiteit toegepaste economie volgde, werd enkel geciteerd uit literatuur van neoklassieke of liberale economisten. Veel te traditioneel. Daarom verdiep ik me nu opnieuw in die studies maar met een meer onafhankelijke attitude. Thomas Piketty, Marx, John Maynard Keynes. We moeten af van het idee dat de vrijemarkteconomie de enige juiste optie is.’

Die woorden zet hij kracht bij door zijn kledingstijl. Als een ietwat sjofel geklede en studentikoos uitziende man – een zwarte merkloze trui vol verfvlekken – verschijnt hij met zijn hond Saul – een bobtail van het zwerverstype – op het terras van het culturele centrum in Sabadell. Gedurende het interview drinkt hij enkel lokale groene thee. Ook geen toeval, zo blijkt wat later in zijn discours. Oleguer: ‘Globalisering is niet zaligmakend, kleinschalige en lokale projecten kunnen net zo belangrijk zijn voor een gemeenschap. Vanuit economisch én ecologisch oogpunt. Waarom is het nodig dat de appel die je nu eet uit Chili komt, via Duitsland getransporteerd wordt en in Catalonië geconsumeerd?’

Zo schuift het gesprek al vlug richting de Catalaanse onafhankelijkheid. We treffen Oleguer een dag nadat er twee Catalaanse politici door het Spaanse gerecht in de boeien worden geslagen en dik twee weken na het veelbesproken referendum waarop de Catalaanse burger zijn voor de onafhankelijkheid uitsprak. Ook Oleguer bracht zijn ja-stem uit, maar bekomt nog steeds van wat hij de dagen voor- en nadien allemaal gezien heeft. ‘Ik was zeer verrast door het geweld dat de Spaanse overheid gebruikte. En de intimidatie. In aanloop naar het referendum was er in de straten massaal politie aanwezig, werden printshops geïnspecteerd om te vermijden dat er pamfletten en affiches werden verdeeld. Dat zoiets in deze eeuw nog kan, vind ik hallucinant. Dat kan je geen democratie noemen.’

In zijn ogen is de Catalaanse onafhankelijkheidsstrijd nog steeds een gevecht tegen de uitwassen van het Francoregime. Oleguer: ‘Absoluut. Die twee rebellerende politici konden enkel opgesloten worden door het gebruik van een wet uit de jaren 70, uit de Francoperiode dus. Het Spaanse hooggerechtshof bestaat uit nog heel wat adepten van de vroegere dictatuur. Er is nooit een duidelijke afscheuring gekomen van dat Francoregime, de meeste structuren zijn onveranderd gebleven. De symptomen daarvan komen nu aan de oppervlakte.’

Belangrijke rol voor Barça

Toch begrijpen we iets niet, werpen we op. Getuigt het niet van kortzichtigheid en egoïsme om als economisch welstellende regio meer autonomie te eisen? Net wanneer we misschien baat hebben bij een solidair Europees beleid om belangrijke zaken zoals de vluchtelingenproblematiek aan te pakken? Bovendien toont de Brexit aan dat onafhankelijkheid niet zaligmakend is. Oleguer luistert beleefd. Hij neemt een slok van zijn thee, aait de slapende Saul minzaam over de bol en hapt dan een flinke scheut lucht in voor het begin van een betoog.

‘Barça had niet mogen spelen tegen Las Palmas op de dag van het referendum. Een politieke crisis als deze is belangrijker dan een landstitel.’

‘Waarom streef ik naar Catalaanse onafhankelijkheid? Omdat het volk dan dichter bij zijn overheid staat en autonomer kan beslissen over de grond waarop het woont. Maar evenzeer als een daad van rebellie tegen het autoritaire regime van de Spaanse overheid. De macht en het beslissingsrecht moet bij het volk liggen, niet bij overheden. Daarom ben ik bijvoorbeeld ook geen fan van een eengemaakte Europese Unie. Ik ben niet geïnteresseerd in het soort Europa dat we nu aan het opbouwen zijn. Ik streef wel naar solidariteit tussen de Europese lidstaten voor humanitaire acties -zoals de vluchtelingencrisis-, maar ik wil geen Europa als economische grootmacht om tegengewicht te bieden aan de VS of China. Ik geloof niet in dat soort wereld. Waarin het uiteindelijk draait om multinationals die alleen maar groter worden en enkel om zichzelf geven. Ik geloof ook niet in een Europese identiteit, het is juist de diversiteit van culturen en identiteiten die Europa zo rijk maakt.’

In die strijd voor Catalaanse onafhankelijkheid ziet hij ook een belangrijke rol weggelegd voor zijn ex-werkgever FC Barcelona. ‘Het is ridicuul om te stellen dat sport en politiek niet vermengd mogen worden… dat gebeurt immers automatisch. Alleen al met de sponsor op je shirt druk je een bepaalde voorkeur of overtuiging uit. Of als je een minuut stilte vraagt voor de slachtoffers van een terroristische aanslag in Europa, maar niet voor die in Syrië of Irak. Voetbalclubs als FC Barcelona kunnen de stem van een volk laten klinken. Er wordt in een stadion heel wat geroepen of getoond op spandoeken. Camp Nou was tijdens het Francoregime een van de weinige plekken waar Catalanen hun kritiek konden uiten op de overheid en de Catalaanse identiteit konden uitdragen. Het werkt bovendien in beide richtingen. Evengoed gebruikt een club zijn achterban om een bepaald imago uit te dragen. Niet voor niets is het credo van FC Barcelona Més que un club. Ze zijn trots op die volkse filosofie en die waarden van democratie. Maar dan moeten ze er zich natuurlijk ook naar gedragen. FC Barcelona is ondertussen evenzeer een groot bedrijf, daar moeten we niet naïef in zijn, maar ik had toch verwacht dat ze duidelijker kant zouden kiezen. Bijvoorbeeld door op de dag van het referendum de match tegen Las Palmas te boycotten. Barça wilde niet spelen, tot de profliga dreigde met zes strafpunten. Ze hadden voet bij stuk moeten houden, een politieke crisis is belangrijker dan een eventuele landstitel. Met wat vlaggen zwaaien of een tifo ontrollen (zoals tegen Olympiacos gebeurde, nvdr), is onvoldoende in deze situatie.’

Geen band met de nationale ploeg

Hij komt nog zelden in Camp Nou, erkent Oleguer. Met zijn ploegmaats van weleer heeft hij enkel sporadisch contact. De verdediger trok pas op zijn 21e van derdeklasser Gramenet naar FC Barcelona B, een jeugdproduct van La Masía is hij dus niet, maar hij wordt desondanks toch bij de generatie van Víctor Valdés, Xavi, Carles Puyol en Gabri gerekend. Echte Catalanen die samen in de hoofdmacht van Barça doorbraken. Maar geen was zo uitgesproken als Oleguer, de minste voetballer van de vijf… ‘Het werd zelfs een running joke’, lacht Oleguer. ‘Dan confronteerden ze me weer eens met een of andere uitspraak waarmee ik in het middelpunt van de belangstelling kwam.’

Hij begrijpt dat zijn ex-ploegmaats zich op de vlakte houden wat hun politieke overtuigingen betreft, zelfs nu hun voetbalcarrière achter hen ligt. Oleguer: ‘Er werd vroeger geregeld over politiek gepraat in de kleedkamer, maar mijn ploegmaats wisten goed genoeg dat bepaalde uitspraken heel wat gedoe met zich konden meebrengen. Ik stond zeker niet met mijn vingertje te wijzen. Iedereen moet voor zichzelf uitmaken of hij zijn mening kwijt wil of niet. Het probleem is dat zij die dat wensen te doen, vaak verhinderd worden. Kijk naar wat Gerard Piqué nu overkomt. Hij krijgt bakken kritiek en zijn positie bij de Spaanse nationale ploeg wordt in vraag gesteld. Waarom? Omdat hij democratie vraagt? Dat klopt niet.’

Oleguer: 'Mijn uitgesproken meningen werden zelfs een running joke in de kleedkamer bij FC Barcelona.'
Oleguer: ‘Mijn uitgesproken meningen werden zelfs een running joke in de kleedkamer bij FC Barcelona.’ © BELGAIMAGE

In tegenstelling tot Oleguer komt Piqué ondanks zijn Catalaanse sympathieën wél voor La Roja uit. Hij won zelfs een WK (2010) en een EK (2012) met Spanje. Oleguer was als voetballer te beperkt om echt een vooraanstaande rol te vertolken bij de Spaanse nationale ploeg, maar hij werd wel ooit geselecteerd. In 2005 onder Luis Aragonés was dat. De Catalaan ging één keer naar de training. ‘Om de trainer te vertellen dat ik de selectie niet kon aanvaarden’, verduidelijkt hij. ‘Ik heb Aragonés toen eerlijk gezegd dat er andere spelers beter geschikt zouden zijn omdat ik me niet betrokken voelde bij de Spaanse nationale ploeg. Hij begreep mij. Een coach wil enkel spelers die met hun volle goesting komen.’

Spijt heeft hij nooit gehad van die beslissing, ook niet nadat Spanje vervolgens het ene toernooi na het andere won. ‘Ik heb nooit naar wedstrijden van Spanje gekeken. Dat interesseerde me niet. Het zou dus raar geweest zijn om dan plots voor de nationale ploeg te spelen. Ook in de succesperiode op het WK en EK heb ik ze amper gevolgd. Het voelde niet als mijn land.’

Strijdvaardig

Slaperige Saul is ondertussen wakker geworden en onze gesprekspartner kijkt op zijn gsm. Hij moet er dringend vandoor, er wacht alweer een meeting. Het zijn drukke tijden, zucht hij. Hoe ziet hij de Catalaanse kwestie evolueren, willen we hem nog vragen. Oleguer: ‘Ik zeg niet dat onafhankelijkheid dé oplossing zou zijn, maar laat ons op zijn minst eens een serieus referendum organiseren, zonder intimidatie van de Spaanse regering. We moeten het niet altijd eens zijn en er zal bij elke verkiezing een deel van de bevolking teleurgesteld zijn; dat is wat democratie inhoudt. Het komt er dan op aan die andersdenkenden bij de maatschappij betrokken te houden. Ik gruwel van de gedachte dat er slechts één mening mag bestaan. Laat ons praten en argumenteren.’

Wijze woorden. Al kan Oleguer het niet laten om nog een laatste keer strijdvaardig uit de hoek te komen wanneer hij onze rekening betaalt en afscheid neemt. ‘Mensen die denken dat de problemen opgelost zijn als de twee parlementen een vergelijk vinden, hebben het mis. Deze onafhankelijkheidsstrijd is een volksbeweging, die gevoed wordt door de mensen in de straat, de jongeren, de ouderen, arm en rijk. Het is niet omdat je op parlementair niveau een compromis sluit, dat daarmee iedereen zijn mond houdt.’ Oleguer nog het minst.

Oleguer

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content