Hoe Bandé zijn rol als winger interpreteert

© belgaimage
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

De Jupiler Pro League houdt van reuzen. ‘Verdedigers van 1,75 meter, dat bestaat niet meer’, pleegt Hein Vanhaezebrouck vaak te zeggen. Daarmee schetst hij de situatie in het land waar centrale verdedigers soms meer weg hebben van basketters dan van voetballers. Veel coaches kiezen dan ook voor lange jongens in de punt. Zo moeten ze ook niet altijd voor de voetballende oplossing gaan om de middellijn te kunnen oversteken. België is vooral het land van de Wesley’s en de Obbi Oulare‘s. Dat vorig seizoen de Poolse boomstronk Lukasz Teodorczyk de beste schutter was, is dan ook niet meer dan logisch. Om de strijd aan te kunnen gaan met de cijfers van de Anderlechtspits, moest Eupen Henry Onyekuru naar de flank verbannen. De Nigeriaan stond daar niet

echt als winger, hij was alleen maar naar daar verplaatst om hem uit de buurt te houden van de torens die heersten in de rechthoek. Met zijn 1,78 meter volgde Hassane Bandé bij KV Mechelen een beetje hetzelfde traject.

Op het tactische bord verscheen zijn naam als linkerwinger, maar op het veld bleek hij veeleer de man van het strafschopgebied. De Burkinees, die sinds zijn komst naar Belgenland al goed was voor acht doelpunten en één goal om de 87 minuten maakte, liet slechts één typische wingergoal noteren. Tegen Eupen profiteerde hij van de chaos in de verdediging om naar binnen te snijden op een pass van Yohan Croizet en dan Hendrik Van Crombrugge te verschalken.

Ver verwijderd van de gespierde centrale verdedigers wandelt Bandé tussen de lijnen, in een zone die eerder al bezet werd door Sofiane Hanni Achter de Kazerne. Maar daar houdt de vergelijking met de Algerijn ook meteen op, want de nieuwe sterke man van KV raakt de bal zeer zelden. Ook nu Aleksandar Jankovic Yannick Ferrera is komen vervangen, wordt er vooral over de rechterkant gevoetbald, waar Croizet het leer graag beroert en combinaties opzet met Mats Rits en Tim Matthys. Aan de andere kant van het veld wacht Bandé tot het Mechelse spel uitmondt in een voorzet, waarna hij profiteert van zijn flair om het verschil te maken in een bos van verdedigers.

Die magische formule ligt aan de basis van vijf van de acht doelpunten van de Burkinese schutter. Waar hij ook de bal raakt, hij stort zich naar doel, met een balbehandeling die doet denken aan Nurio, dé sensatie van het seizoensbegin bij Charleroi. Aan zijn techniek kan hij nog schaven, maar met zijn energie en dynamisme troeft Bandé met gemak de vaak statische verdedigers af.

Op het veld van Charleroi was de missie van Bandé toch iets delicater. Toen hij er na de rust in werd gebracht, moest hij zijn weg vinden in een zone die afgeschermd werd door Javier Martos en Stergos Marinos, een kleiner en dus ook explosiever duo dan de meeste andere in de competitie. Hij werd dan ook helemaal geneutraliseerd. Pas toen de Burkinees meer naar de as van het veld opschoof en in de buurt van Dorian Dessoleil ging opereren, kwam hij beter tot zijn recht. Zo dook hij plots centraal op na een voorzet vanop links van Elias Cobbaut. Nicolas Penneteau kon nog net het schot uit doel vegen, anders had Bandé zijn negende goal in elf matchen kunnen bijschrijven. En toch: één doelpunt om de 87 minuten, het blijft een indrukwekkende statistiek voor een ‘winger’.

Guillaume Gautier

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content