Wie steekt de kaars weer aan?

© belgaimage

Na drie gitzwarte maanden vertrekt Zulte Waregem vrijdag op stage met de hoop dat de (dure) versterking tijdens de wintermercato het vuur aan de Gaverbeek weer kan doen oplaaien. Een investering waar véél discussie aan voorafgegaan is.

‘Kwalitatief is dit de kern die het dichtst de vicekampioenenploeg benadert van vier jaar geleden.’ Aldus sprak Francky Dury in HLN voor het openingsduel in de Europa League tegen Nice, half september. Essevee had in de eerste competitieweken 10 op 18 behaald, goed voor een zesde stek. En dus was Dury opvallend positief. Al wezen enkele spelers, na de 2-2 tegen KV Kortrijk, toen al op mankementen die de maanden erna steeds pijnlijker zouden worden. Timothy Derijck: ‘Sommige jongens laten hun man lopen, dat kan niet op dit niveau.’ Onur Kaya: ‘We moeten volwassener zijn. Vijf goals in twee matchen… (na de drie op Charleroi, nvdr) Als we zo verdedigen, krijgen we er vijf binnen tegen Nice.’ Wat ook waarheid werd. Onheilspellender klonken enkele (discretere) insiders: ‘De kwalitatief beste kern sinds vier jaar? We komen kwaliteit tekórt. Het wordt een héél moeilijk seizoen.’

Afwachten of Dury met nieuwe, duurdere, benen wél een competitief team zal maken.

Na nog twee (nipte) zeges tegen Mouscron en AA Gent – goed voor een derde plaats – volgde effectief de Grote Ontnuchtering: 4 op 39. Tussenin werkte Zulte Waregem wel een verdienstelijke EL-campagne af, maar na elk nieuw verlies in de competitie klonk hetzelfde liedje: te hoge belasting voor de jonge groep (gemiddelde leeftijd van de spelers op het veld: 26,06 jaar, volgens CIES Football Observatory zijn ácht teams in de Jupiler Pro League jonger), Dury die te weinig training en feedback kon geven (Essevee verloor ook na respectievelijk twee weken en een week trainen van RC Genk en Antwerp en van Mouscron), en de blessures van Derijck (toen die uitviel had Zulte Waregem al drie keer op rij verloren), Bossut en Olayinka (na hun terugkeer haalde de fusieploeg 1 op 18 en 0 op 9).

En dus luidt de belangrijkste conclusie: te weinig kwaliteit. Een diagnose die Bossut en Davy De fauw de jongste weken meermaals stelden. Net als Dury vorige zomer, toen die in de media geregeld liet vallen dat hij ‘felle discussies met het bestuur had gevoerd’. Daarbij viseerde hij vooral gedelegeerd bestuurder Hendrik Deruyck, ex-CEO van textielbedrijf Balta. Die had Dury in Sport/Voetbalmagazine, en onder vier ogen, immers teruggefloten nadat de coach had verteld dat Zulte Waregem ‘pakweg één miljoen’ voor een speler moest durven te betalen. ‘Niet kunnen mag niet ‘niet willen’ worden.’ Voor Deruyck uitgesloten: met hem géén financiële avonturen. Hij en algemeen manager Eddy Cordier waren immers de bloedrode cijfers in de boekhouding aan het opkuisen – de erfenis van Patrick Decuyper waar ook andere ex-/huidige bestuursleden (m/v) schuld aan hadden.

De fusieclub zou in de zomermercato wel goed 7 miljoen aan uitgaande transfers van Dalsgaard, Lerager en Meïté verdienen, maar die euro’s stromen gespreid binnen. Bovendien moest het operationeel tekort van vorig seizoen aangezuiverd worden en was er begonnen met de bouw van een 6 miljoen euro kostende viptribune. En dus zei ook Cordier véle keren: ‘We kunnen niet investeren in stenen én in benen.’ Hoewel er in augustus een beetje financiële marge was, wilde hij geen risico’s nemen. Mede omdat er toen nog geen volledig overzicht bestond van inkomsten en uitgaven (zoals voor de skyboxen van de viptribune). Bovendien benadrukte Cordier eind augustus in Het Nieuwsblad: ‘Een ploeg koop je niet, je máákt een ploeg. En dat kan Francky als de beste.’

Groot bleek echter Dury’s ongenoegen, met name na Deruycks interview in dit blad. Nadat de gedelegeerd bestuurder, sinds zijn aanstelling in mei 2016, Eddy Cordier in financiële onderhandelingen met spelers en clubs had bijgestaan, eiste Dury dat die zich niet meer met het sportieve luik mocht inlaten. Wat hij van de raad van bestuur ook verkreeg. Deruyck, die daar weinig ophef over maakte, zou voortaan ook geen journalisten meer te woord staan. Die konden alleen nog bij Cordier terecht. Toen de gedelegeerd bestuurder eind juli in Trends vertelde over hoe hij onder meer de kosten in de club had gereduceerd, viel echter ook dát slecht bij Dury.

Vijf maanden later, in december, kondigde Zulte Waregem aan dat Deruyck ‘zijn functie had neergelegd’ en dat Cordier, om hem naar de buitenwereld meer gewicht te geven, de titel CEO zou krijgen. Deruyck werd niet opzijgeschoven – hij blijft nog bestuurslid – maar had een andere, tijdrovende uitdaging aanvaard, als nieuwe voorzitter van de raad van bestuur van Mc Three Carpets, na Balta de belangrijkste Vlaamse tapijtgroep.

Advies niet volgen

Ondanks de aanvankelijke spanningen met Deruyck werd Dury, zo bevestigde hij eind juni in HN, beloofd dat ‘het sportief budget zou worden opgetrokken’, ondanks de mislukte investeringen in Mühren en Ankersen in de winterstop. Die stijging bleef echter beperkt: één miljoen euro transfers (voor De Pauw, Heylen en Jensen), plus de huurprijzen van onder anderen Coopman (200.000 euro), en een licht toegenomen loonmassa, wegens drie spelers extra.

Hoeveel procent het sportieve luik op het totale budget zou bedragen, daar bleef Dury raadselachtig over: ’45 procent, ik ken als sportief manager de cijfers’, vertelde hij eind juli in HN. Wat verder, in datzelfde interview: ‘Zitten we al aan een budget van 16 miljoen? Dan bedraagt het spelersbudget blijkbaar slechts 40 procent!’

‘Natúúrlijk kent Francky de cijfers. Hij dekt zich nu al in voor als het slecht zou gaan’, verklaarde een bestuurslid (niet Deruyck) toen. Toch bleef Dury daarna prikken: dat ‘acht huurspelers te veel was’, dat de club ‘de portefeuille meer zou moeten opentrekken’…

Niettemin kreeg elke nieuwkomer zijn goedkeuring. En volgde hij als sportief manager, zich sterker voelend in zijn functie na de interesse van Club Brugge en Lille, meer dan ooit zíjn weg. Terwijl hij in het verleden (iets) vaker naar het advies van de scoutingcel luisterde. Met die scouts leeft Dury weliswaar al langer op gespannen voet, zeker na vorige winter en zomer. Veel van de negentien nieuwe spelers (onder meer Bala, De Sart, De Pauw, De Mets, Faustin, Heylen, Reichert en Walsh) wierf hij immers aan na negatief advies. Geen probleem voor Dury (en ook Cordier): ‘Als sportief manager mag je toch van mening verschillen? De scouts moeten namen aangeven, ik en Eddy beslissen wie er binnenkomt’, repliceerde Dury voor de EL-match tegen Lazio, begin december.

Opvallend: tijdens die persconferentie, drie maanden na zijn ‘beste kern in vier jaar’-quote, trad hij wel De fauw en Bossut bij, over het gebrek aan kwaliteit. ‘Daar kan ik mij in vinden. Ik hoop in de winterstop te kunnen corrigeren.’ Waarop Dury nogmaals het sportief budget aanhaalde: ‘Ik ben voor een stuk verantwoordelijk voor de transfers, maar iedereen beseft nu dat we té zuinig geweest zijn. Met 5 miljoen hadden we andere transfers gedaan.’ De coach wees onder meer op een ‘9’. Zijn naam: Richmond Boakye van Rode Ster, maar die vroeg een nettoloon van 750.000 euro (bruto 1,3 miljoen), vér boven de clublimiet – wat Dury perfect weet.

In tegenstelling tot het seizoen ervoor (met Dalsgaard, Derijck, Lerager en Meïté) kon hij met het ’te zuinige’ budget deze keer blijkbaar geen voldoende kwaliteitsvolle kern samenstellen. Maar dat had hij zelf niet helemaal in de hand, vond Dury: ‘Ik kan als coach en sportief manager niet dag en nacht scouten, daarvoor heb ik een scoutingcel. En die kent perfect de profielen die we zoeken. Deze keer hebben we geen witte merels gevonden. Andere clubs wel. Waarom spelen Morioka of Bandé niet bij ons, vraag ik me soms af.’

Acute situatie

Los van die scouting, waarvan hij de mening naar eigen zeggen dus niet altijd gevolgd had, bleef volgens Dury het sportief budget dé reden voor het kwaliteitsgebrek. Niet toevallig, zijn ’te zuinig’-boodschap voor de match tegen Lazio, die hij eind december herhaalde in HLN. Daarin voerde hij de druk zelfs nog meer op: ‘Ik wil van Zulte Waregem een topclub maken, ze uit haar comfortzone halen. De komende maanden wil ik zien of de club dezelfde ingesteldheid heeft. Ik ga nooit aanvaarden dat we een stap terugzetten. Of ik dan vertrek, laat ik in het midden.’ Waarop Dury na een nieuw verlies, in Moeskroen – naast de hoop dat er ergens een kaars voor zijn ploeg zou branden – nóg eens herhaalde: ‘We moeten hard anticiperen op de transfermarkt.’

Opmerkelijk, want hij had van het bestuur al de genotuleerde belofte gekregen dat onder meer hoofdaandeelhouder en diehardfan Tony Beeuwsaert in de wintermercato in zijn portefeuille zou tasten – er werd, via Mogi Bayat, zelfs volop onderhandeld over twee nieuwkomers. Over waarom die injectie nu wél mogelijk bleek, antwoordde Dury, al vóór het duel tegen Lazio, smalend: ‘De situatie is acuut. En dan zijn mensen bereid om meer te doen…’ Waarop hij afsloot met een ‘doordenker’: ‘Toen we tweede en vierde werden (in 2012/13 en 2013/14, nvdr), hadden we miljoenen euro schulden. Nu staan we elfde (intussen veertiende, nvdr) en zijn we nooit zo gezond geweest. Je oogst wat je zaait. Jammer, maar het is zo.’

Door de steeds acutere situatie had Dury’s eis voor meer transfergeld daarna wel (eindelijk) effect. Zo belandde het plan om de zogenaamde vijvertribune uit te breiden in een schuif en werd de prioriteit: kapitaal in benen steken – met eigen spelers – en niet in stenen. ‘Onze corebusiness is voetbal’, zegt Eddy Cordier nu. ‘Met slechte resultaten vul je geen vernieuwd, comfortabel stadion en trek je geen extra sponsors aan.’

Afwachten of de nieuwkomers de kaars van Essevee, na de 4 op 39, weer kunnen aansteken. En of Dury met die nieuwe, duurdere, benen wél een competitief team zal maken. Want dat kan hij als de beste, toch?

Geen C4 voor Dury

Zelfs als de malaise bij Essevee zou blijven duren, dan nog is de kans zeer klein dat Francky Dury ontslagen wordt. In het bestuur zitten immers hoofdzakelijk Dury-adepten, zoals (de ‘papieren’) voorzitter Carl Ballière en Eddy Cordier. Die tekende in 2013, op voorspraak van en samen met Dury, een contract voor tien jaar. Die koppeling was Cordiers voorwaarde om zijn job als afdelingshoofd bij de firma Building Windows op te geven. Nooit zal hij Dury laten vallen.

Het is echter vooral Tony Beeuwsaert, die Zulte Waregem van het faillissement redde, die over Dury’s lot zou moeten beslissen. En hij werd begin 2016 hoofdaandeelhouder met de langetermijnverbintenis van Dury/Cordier als een van de condities. Toen Club Brugge vorige lente interesse toonde in Dury, was het ook Beeuwsaert die na enkele gesprekken met zijn gevierde coach de vraag vanuit Brugge met een fikse afkoopsom afblokte. Op straat zal hij hem dus nu niet gooien. Ook beseffend dat dat een flinke duit zou kosten, gezien Dury’s contract tot 2023.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content