Ruud Gullit: ‘Eigenwijze spelers worden te vaak monddood gemaakt’

© REUTERS
Simon Zwartkruis Journalist

Ruud Gullit doet zijn verhaal over zijn tijd als assistent van Dick Advocaat bij Oranje, de crisis in het Nederlandse voetbal en de hoop die bij hem altijd gloort.

Monter komt Ruud Gullit (55)de Amsterdamse lunchroom binnengestapt. De voorgaande dagen heeft hij onder een bodyscan gelegen, voor een preventief medisch onderzoek. ‘Ik moest helemaal leeg zijn voor dat onderzoek’, vertelt Gullit. ‘Vooraf mag je 24 uur niet eten en alles wat nog in je lichaam zit, moet eruit. Je krijgt slangen in je mond, in je kont, noem een lichaamsholte en er gaat een slangetje in. Ze keren je twee dagen helemaal binnenste buiten en na afloop hoor je meteen hoe het ervoor staat. Nou, ik ben dus kerngezond.’

Hij viert het goede nieuws met een spa bruis en een slaatje. ‘Laten we dan ook maar proberen gezond te blíjven’, lacht Gullit en dat zal hij vaker doen deze middag. De teleurstelling over het mislopen van het WK is geparkeerd. Dick Advocaat en hij wisten een zwalpend Oranje uiteindelijk niet meer naar Rusland te loodsen.

Wanneer verloor ook jij als geboren positivo het geloof in plaatsing voor het WK?

RUUD GULLIT: ‘Die avond dat Zweden over Luxemburg heen walste (het werd 8-0, nvdr) kreeg mijn geloof een flinke deuk. We zaten in de bus naar de Amsterdam ArenA voor onze wedstrijd tegen Wit-Rusland en de Zweedse goals bleven maar binnenstromen op onze telefoons. Dat was een enorme afknapper.’

Hoe stuur je de spelers vervolgens met een nog enigszins goed gevoel het veld in?

GULLIT: ‘Dat was moeilijk. We zijn onze positieve boodschap blijven verkondigen. Dat ze alleen naar zichzelf moesten kijken, naar de kwaliteiten die we hebben, naar de zege die op Wit-Rusland moest worden geboekt. Op dezelfde manier hebben we de latere wedstrijd tegen Zweden benaderd. We zijn er helaas niet in geslaagd het WK te bereiken, maar met de serie overwinningen was weinig mis.’

DE PROFESSOREN UIT HOLLAND

Bij jullie presentatie als trainersduo ging het niet over de Hollandse School, niet over aanvallend voetbal, maar alleen over winnen. Was dat een bewuste keuze?

GULLIT: ‘Niet dat we het zo hadden afgesproken. Dick en ik denken hetzelfde over topvoetbal. Het enige dat telt, zeker bij een nationale ploeg, is winnen.

‘Het geeft niks als een talent een beetje gek is. Dat heb ik liever dan al die eenheidsworsten.’

Ik verbaasde me al jaren over dat gelul in Nederland over attractief voetbal. We zitten al heel lang niet meer in de positie om het over aantrekkelijk spel te hebben. In mijn spelerstijd bij AC Milan hadden we een prachtige ploeg. Maar we hebben driekwart van de wedstrijden op een lelijke manier gewonnen. Geen haan die ernaar kraaide in Italië, als we met een beker in onze handen stonden. En dan heb je het over de absolute top. Ik bedoel, Pep Guardiola heeft vijfhonderd miljoen euro uitgegeven voordat hij Manchester City het voetbal kon laten spelen dat hij voor ogen had. En dan denken wij in Nederland dat we met onze leuke speelwijze potten kunnen breken? Laat me niet lachen.’

Hebben we in Nederland te lang in de eigen navel gestaard?

GULLIT: ‘Absoluut. We blijven onszelf maar als de uitvinders van het voetbal zien. Ik zal nooit vergeten wat Carlo Ancelotti zei, als er bij AC Milan Nederlandse journalisten over de vloer kwamen: ‘Ah, daar hebben we de professoren uit Holland weer.’ Dat is nog steeds ons imago in het buitenland. Een stel wijsneuzen met het hoogste woord over tactiek, maar ondertussen nooit een hoofdprijs winnen. En daar hebben we het zelf naar gemaakt.’

Is dat tevens de reden dat geen enkele Nederlandse trainer nog werkzaam is in een topcompetitie?

GULLIT: ‘Dat speelt zeker een rol, ja. Voor mij is het geen verrassing. Nederlandse trainers blijven in het buitenland te veel in hun bubbel zitten. Die komen in een heel andere voetbalcultuur even uitleggen hoe voetbal gespeeld moet worden. Aanpassingsvermogen is cruciaal als je in het buitenland gaat werken.’

De kracht van Sneijder

Met Oranje hebben jullie de neergang niet kunnen ombuigen.

GULLIT: ‘Wat de resultaten betreft wél. Het was alleen niet genoeg om naar het WK te gaan. Over het Nederlands elftal moeten we niet te dramatisch doen. Kwaliteit komt in golfbewegingen, zo is het altijd geweest. Voordat wij in 1988 Europees kampioen werden, had Oranje drie eindtoernooien op rij gemist. Het tij keerde pas toen de kern van de nieuwe generatie volwassen werd. Arjen Robben, Robin van Persie en Wesley Sneijder hebben ook naar hun topniveau moeten groeien. We zitten nu in een vergelijkbare overgangsfase. Echt, ook in het huidige Oranje zit veel kwaliteit en talent.’

Ruud Gullit: 'Natuurlijk ga je voelen dat Arjen Robben er niet meer bij is.'
Ruud Gullit: ‘Natuurlijk ga je voelen dat Arjen Robben er niet meer bij is.’© BELGAIMAGE

Hoe groot wordt straks het gemis van de toplichting die je net noemde?

GULLIT: ‘Natuurlijk ga je voelen dat Robben er niet meer bij is. Als topspeler, als voorbeeld, in alles. De laatste interlands was Sneijder de laatste der Mohikanen en hij heeft zich fantastisch opgesteld. Hij begrijpt dat hij niet meer de dominante speler van vijf jaar geleden is, maar hij wil blijven vechten voor Oranje. Op trainingen stuwt hij nog steeds het niveau omhoog. Na de vriendschappelijke wedstrijd in Schotland heb ik zó ontzettend gelachen. Wesley had niet gespeeld, komt na afloop de kleedkamer in en zegt: ‘Ik heb nooit geweten dat je in oefeninterlands maar twee keer mag wisselen.’ Typisch Sneijder.’

Waarom halen spelers als Kevin Strootman en Georginio Wijnaldum bij Oranje zo weinig het niveau dat ze bij AS Roma en Liverpool wél halen?

GULLIT: ‘Die jongens hebben dat zelf ook in de gaten. Dat is goed, daar begint het mee. Het is te makkelijk alleen te kijken naar de ploeg waarin je speelt, zoals ik in veel analyses heb gelezen. Een speler moet altijd eerst bij zichzelf te rade gaan. Strootman en Wijnaldum zijn heel goede voetballers, slimme gasten ook. Zij hebben nu de ervaring en de status om de kar te trekken.

‘Op trainingen stuwt hij nog steeds het niveau omhoog.’

Of neem Virgil van Dijk. Die heeft alles wat een moderne verdediger moet hebben: hij is groot, sterk, snel. Het enige waarop hij moet letten is zijn focus tijdens wedstrijden. Hij kan soms wat laconiek zijn. Daley Blind is hartstikke goed, zeker op de positie waar hij de laatste interlands speelde, centraal voor de verdediging. Van Tonny Vilhena verwacht ik veel, zodra hij de stap naar het buitenland maakt. Daar is hij volgens mij aan toe. We hebben Stefan de Vrij die het prima doet bij Lazio, Memphis Depay die opgeleefd is in Frankrijk. Zo somber is het allemaal niet.’

EEN RARE SNUITER

Internationale ervaring opdoen in Nederland wordt steeds moeilijker, gezien de steeds hogere barrière bij plaatsing voor Europees voetbal. Wat adviseer je de huidige talenten in de opbouw van hun carrière?

GULLIT: ‘Dat is inderdaad een gemis. Maar dan nóg adviseer ik talenten langer in Nederland te blijven. Voetbalinhoudelijk is dat goed voor je ontwikkeling en nog steeds scouten alle buitenlandse clubs in de Eredivisie. Steek je erbovenuit, dan word je toch wel opgepikt. Dat is precies de reden waarom jongens als Hirving Lozano en David Neres naar Nederland komen. Ze willen leren en ze willen die springplank. Buitenlandse topclubs hebben geen tijd meer voor talent. Zelfs een Engels toptalent als Marcus Rashford speelt lang niet altijd bij Manchester United. Of neem Ruben Loftus-Cheek, die komt er bij Chelsea niet doorheen en speelt bij Crystal Palace. Als dat soort jongens het al moeilijk hebben, dan wordt het voor Nederlandse talenten helemáál lastig. Dus: niet te snel vertrekken.’

Wat moet er volgens jou beter in de Nederlandse jeugdopleiding?

GULLIT: ‘Kinderen krijgen alles voorgekauwd. Kap nu eens met die ellenlange positiespelletjes tijdens trainingen. Dat voorgeprogrammeerde opleiden is dodelijk voor de creativiteit. Veel jeugdtrainers beuken het eigen initiatief uit onze talenten. Je hoort die trainers schreeuwen langs de lijn; elke bal moet worden afgespeeld, na een mislukte passeeractie barst de hel los. Laat die kinderen lekker acties maken en hun techniek ontwikkelen. Laat ze zelf hun partijspelletjes regelen, laat ze zelf keuzes maken. Want op het veld moet je het uiteindelijk óók zelf zien op te lossen.’

Met Dick Advocaat: 'De wisselwerking was geweldig.'
Met Dick Advocaat: ‘De wisselwerking was geweldig.’© BELGAIMAGE

Hoe maak je dat trainbaar?

GULLIT: ‘Het is belangrijk voortdurend wedstrijdsituaties na te bootsen. Tot op het hoogste niveau merk ik hoezeer het daaraan ontbreekt. Een voorbeeld: bij het Nederlands elftal ging na een training een groepje spelers extra afronden op doel. Quincy Promes, Memphis, Vilhena en nog wat gasten. Ze gingen op de rand van het strafschopgebied staan en lieten zich aanspelen door iemand die naast de doelpaal stond. En dan lekker op doel rossen. Dus ik vraag hen: hoe vaak word je tijdens een wedstrijd aangespeeld vanaf de doelpaal? Het antwoord is duidelijk: nooit. Wat heeft het dan voor zin daarop te gaan oefenen?

Dus ik heb ze een oefening laten doen waarin ze met hun rug naar het doel werden aangespeeld, met mij als verdediger in hun rug. En dan inspelen met allemaal klotenballen: half door de lucht, stuiterend, op hun verkeerde been. Met hun eerste balaanname moesten ze zichzelf meteen vrijspelen en schieten. Dát zijn situaties die ze in wedstrijden meemaken. Met dat soort details was ik voortdurend bezig.’

Is er in jouw ogen genoeg dialoog tussen trainers en spelers?

GULLIT: ‘Dat kan veel beter. Ik vind dat eigenwijze spelers te vaak monddood worden gemaakt. Terwijl je ze juist moet koesteren, omdat ze out of the box durven te denken. Dat zijn de krenten in de pap. Het geeft niks als een talent een beetje gek is. Dat heb ik liever dan al die eenheidsworsten. Ieder talent heeft zijn dingetjes, ik ben zelf óók een rare snuiter. Kijk gewoon wat ze voetballend te bieden hebben, ga de discussie met ze aan om het optimale eruit te halen. Als je het maximale uit je beste spelers haalt, profiteert de hele ploeg daarvan.’

SLEUTELS

Waarom wil je niet aanblijven als assistent bij een nieuwe bondscoach?

GULLIT: ‘De wisselwerking met Dick was geweldig. Ik wilde het Nederlands elftal graag helpen en dat heb ik zo goed mogelijk gedaan. Stel dat ze nu voor Ronald Koeman kiezen, dan moet Ronald lekker zijn eigen staf uitkiezen. Ik blijf ambities houden op trainersgebied, een mooie kans bij een land of een club zou ik aangrijpen. Maar ik reageer pas als er dingen op mijn pad komen. Ik luister naar het universum.’

Pardon?

GULLIT: ‘Ik bedoel dat ik heb geleerd mijn intuïtie te volgen. Als voetballer deed ik dat altijd al, maar buiten het veld gebruikte ik dat nooit. Ik stak vaak mijn kop in het zand. En er was nog iets: tien jaar lang ben ik heel vaak om klokslag vier uur wakker geworden. Midden in de nacht. Zó vreemd. Een jaar of vijf geleden vertelde ik dat aan iemand en die raadde me aan te achterhalen waaraan ik dacht als ik wakker werd. Er ging een wereld voor me open. Weet je waaraan ik dacht? Sleutels.’

Sleutels?

‘Ja. Sleutels. Daarna liep ik naar beneden en het eerste wat ik op tafel zag liggen waren: sleutels. Opeens werd het me duidelijk. Die gedachte aan sleutels was al die tijd een waarschuwing. Waar ik niks mee deed. Letterlijk en figuurlijk ben ik die sleutels gaan gebruiken om deuren te openen. Door op een andere manier te gaan denken en mijn intuïtie meer te volgen, kwam ik in een fase van mijn leven terecht waarin alles op zijn plek viel. Op het persoonlijke vlak en opeens ook weer als trainer, bij Oranje. Dat is voor mij geen toeval. Toeval bestaat niet. En ik slaap weer als een roos.

‘Ik laat alles rustig op me afkomen en zie wel wat er gebeurt. Ik heb mijn werk als tv-analyticus, ik kom op bijeenkomsten van de FIFA en de UEFA, ik heb het erg druk en geniet van alles wat ik doe. Ik ben een gelukkig mens. Sommige mensen trekken dat niet. Ik bedoel, mijn vrolijkheid is mijn valkuil.

Omdat ik veel lach, denken mensen vaak dat ik niet serieus met mijn vak bezig ben. Het kleeft aan mij. Dat irriteert me. Want het is een onzinverhaal. Moet ik dan opeens chagrijnig in een laptop gaan zitten staren? Ben ik dan wél goed bezig? Dit is wie ik ben. Ik lach veel omdat ik plezier heb in wat ik doe. Mag het misschien? Mijn positieve karakter heeft me geholpen zo ver te komen in het topvoetbal. Mensen die negatief in het leven staan, ergeren zich kapot aan mij. Aan dat soort zuurpruimen ga ik mezelf niet aanpassen. Dat vind ik geen leven.’

Ruud Gullit: 'Eigenwijze spelers worden te vaak monddood gemaakt'
© BELGAIMAGE

Memphis en sociale media

Is Memphis Depay in potentie de beste Oranje-international op dit moment?

RUUD GULLIT: ‘Memphis heeft ontzettend veel kwaliteiten, maar de huidige topvoetballer moet aan een totaalpakket voldoen. Het zijn rocksterren geworden, alle facetten van hun leven liggen 24 uur per dag onder een vergrootglas, over de hele wereld. Dat mag je niet afleiden van de hoofdzaak. Ik heb Memphis bij Oranje van dichtbij meegemaakt en het is echt een heel lieve, goede kerel. En een fantastische voetballer.’

Heb je met hem gesproken over prestaties versus imago?

GULLIT: ‘Absoluut. Ik heb interessante gesprekken met hem gehad. Memphis heeft zijn eigen kijk op dingen. Hij vindt dat mensen hem met rust moeten laten, wat zijn privéleven betreft. Daar heeft hij ook recht op. Maar ja, hij treedt zélf via sociale media constant naar buiten met zijn leven. Dan geef je mensen de gelegenheid daarover te oordelen. Dus óf je trekt je niks aan van alle kritiek óf je geeft mensen geen munitie meer. Want hoe graag je het ook zou willen, je gaat de buitenwacht niet veranderen. Uiteindelijk staat of valt alles met je prestaties. Zo simpel is het ook wel weer. Dat is het mooie aan zijn huidige ontwikkeling: Memphis doet het goed bij Olympique Lyon en nu praten mensen eindelijk weer over zijn spel. Dat moet hij zo zien te houden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content