Als pieken een kunst wordt

© BELGAIMAGE

Wout van Aert wereldkampioen, Mathieu van der Poel pas derde. Hoe is dat te verklaren?

‘Druk? Alleen in de banden’, zo klonk het in aanloop naar het WK telkens weer bij Mathieu van der Poel. Sinds het WK voor junioren van 2012 in Koksijde, toen hij gebukt onder zijn rol als topfavoriet slecht startte, maar uiteindelijk toch won, vóór ene Wout van Aert, was stress hem vreemd, benadrukte hij. Dat de Belg hem klopte in het WK van 2013, voor eigen volk, in Hoogerheide? ‘De dagen ervoor ziek geweest.’

Wie zou hem nu, in Valkenburg, ook iets doen, na 26 zeges op 32 races? Daarom keerde MVDP vorige donderdag al na drie minuten fietsen terug naar het hotel. Te slecht weer. Waarom een verkoudheid riskeren? De topvorm was er toch.

Maar blijkbaar kan ijswater in de aderen zelfs bij 0 graden – zo koud was het zondag – toch ontdooien. Hoe verklaar je anders dat Van der Poel als derde op liefst 2’30” van Van Aert eindigde? Dertien seconden ná Michael Vanthourenhout, die hij de week ervoor in Hoogerheide nog op 1’41” had gezet. Het Sven Nys-syndroom? Meer een mentaal dan een fysiek probleem dus? Zo lijkt het als je de slotronde, in de strijd om het brons met Toon Aerts, als rapste van alle deelnemers aflegt, 17 seconden sneller dan je voorlaatste toer, en ook vlugger dan je drie voorgaande rondes.

Zo werd niet Van der Poel, maar Van Aert wereldkampioen. Als jongste ooit die driemaal de regenboogtrui bij de profs veroverde (ruim zes maanden jonger dan Eric De Vlaeminck in 1969). Niet alleen met de grootste voorsprong op een WK sinds Albert Zweifel in 1979 (4’03”), maar ook met de grootste kloof in álle klassementscrossen/kampioenschappen sinds november 2003, toen Bart Wellens in Gavere 2’49” sneller reed dan Erwin Vervecken.

De verklaring voor Van Aerts dominantie (naast de ‘Hij ademde niet’-opmerking/insinuatie van Adrie VDP)? De kunst van het pieken, hem aangeleerd door coach Marc Lamberts en mentor Niels Albert. Die weet hoe je na een mislukt seizoen nauwgezet naar een WK moet toeleven. Hij won er zo twee: in 2009 (ruim een maand gemist na een val in Gavere) en in 2012 (drie weken out met een polsblessure) in Koksijde.

Hij en Lamberts stoomden Van Aert al voor de derde keer fysiek perfect klaar – door het WK-parcours van Valkenburg op training na te bootsen in het bos van Langdorp, door veel loopsessies in te lassen -, maar ook mentaal. Door een huisje te huren op het kasteeldomein van de Cauberg zodat Van Aert in alle rust het WK kon voorbereiden, of door een ‘focusgesprek’ met vaste psycholoog Rudy Heylen (een mental coach die Van der Poel afzweert).

Niet te vergeten: de rol van bondscoach Sven Vanthourenhout. Die een selectie maakte, zonder Kevin Pauwels, met een jonge kern waarin de sfeergevoelige Van Aert zich kostelijk amuseerde. Die diens persoonlijke verzorger/vriend Wesley Theunis meenam naar Valkenburg. Die samen met zijn kopman ging lopen. Die met hem de perfecte tactiek uitstippelde om Van der Poel bij de start het (geplande) initiatief te ontnemen, door Tim Merlier als een kanon af te schieten.

Details die Van Aert vooral een mentaal overwicht gaven. Een ijzeren kop waarmee ook dorpsgenote Sanne Cant haar tweede wereldtitel pakte. Cant die voor het WK óók langsging bij Rudy Heylen. Misschien toch eens overwegen, Mathieu, zo’n mental coach.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content