Op 25 september is het exact tien jaar geleden dat Fernando Alonso de jongste wereldkampioen ooit werd in de Formule 1. Een kleine flashback.
De dag dat Fernando Alonso met een derde plaats op de GP van Brazilië zijn eerste wereldtitel won en daarmee de jongste wereldkampioen – 24 jaar en 59 dagen – uit de geschiedenis van de F1 werd. “We hadden nochtans niet de beste wagen, maar vooral het feit dat ik Michael Schumacher – zeven keer kampioen – kan opvolgen, maakt het nog mooier”, verklaarde de Spanjaard destijds.
“Ik kom uit een land zonder traditie in de F1 en heb op mijn weg naar de top geen geschenken gekregen”, aldus nog Alonso, die zijn titel het jaar erna zou verlengen en definitief een einde maakte aan het tijdperk van Schumacher, die in 2005 derde werd en alleen het jaar erna met een tweede plaats nog even tegenspartelde. “Hij is misschien een van de fitste pilote, maar met zijn 36 jaar vooral de oudste”, schreef The Guardian in 2005. “De Spanjaard is amper 24 jaar en heeft de toekomst voor zich.”
Ook dat viel tegen: drie keer tweede (2010, 2012 en 2013), telkens na de ongenaakbare Sebastian Vettel. En: in 2008 werd Lewis Hamilton de jongste wereldkampioen (23 jaar, 301 dagen), in 2010 schreef Vettel (23 jaar, 133 dagen) zijn naam in de geschiedenisboeken.
(Chris Tetaert)
Video van de beste momenten toen:
