In de 100 meter vrije slag, het koningsnummer in het zwemmen op de Olympische Spelen, pakte Pieter Timmers zilver. Hij deed het met een fors nieuw Belgisch record: 47,80.
Het goud ging naar de 18-jarige Australiër Kyle Chalmers, die 47,58 zwom. Derde werd de Amerikaan Nathan Adrian in 47,85.
Pieter Timmers had vooraf gezegd dat hij voor een medaille sneller zou moeten gaan dan 48 seconden. En dat deed hij. Zijn oude record stond op 48,14 en dateerde van een dag eerder, in de halve finales. Dat leverde hem de zesde plaats in de finale op. De 28-jarige Limburger startte in baan 7, was halverwege onder de 23 seconden gedoken, wat hem niet in de top drie bracht. Maar terwijl anderen verzwakten, kon hij zijn tempo aanhouden.
‘Kon het niet geloven’
“Ik kan het amper geloven”, reageerde een gelukkige Timmers kort na de finale voor de camera’s van de VRT. “Ik heb altijd gezegd dat een perfecte race me een kleine kans op een medaille zou opleveren. Blijkbaar hebben de anderen een steekje laten vallen. Bij mij ging het wel super, al was het op het einde wel trekken en sleuren.” “Ik besef het nog niet”, herhaalde hij: “Ik zag die 2 staan en ik kon het niet geloven”.
Anderen hadden steken laten vallen, en hij had wel een goede race gezwommen, zei hij nog.
Dit is de derde Belgische medaille tijdens deze spelen, na het goud voor wielrenner Greg Van Avermaet en het brons voor judoka Dirk Van Tichelt.
Timmers is de eerste Belgische zwemmer die een olympiche medaille verovert sinds Frederik Deburghgraeve in 1996 in Atlanta olympisch kampioen werd op de 100 meter schoolslag.
(Belga/RR)
