Portret Michael Phelps: ‘The Baltimore Bullet’ wil in Rio een allerlaatste keer de wereld verbazen

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

In de herfst van zijn carrière schijnt in het hoofd van Michael Phelps de zon feller dan ooit. Eindelijk, want ondanks 22 olympische medailles ontdekte hij pas op zijn 30e zichzelf als mens, zoon, vader en echtgenoot. Gedreven door een herontdekte zwempassie wil ‘The Baltimore Bullet’ in Rio een allerlaatste keer de wereld verbazen.

Sit back and enjoy, zegt Kevin Plank, CEO van Under Armour, wanneer hij begin maart in première de eerste commercial van de sportkledingfabrikant met en aan zijn nieuwste ster, Michael Phelps, toont. In het filmpje: de succesvolste olympiër aller tijden die zich afjakkert in de gym en in een donker zwembad, tot hij erbij moet overgeven. Gemonteerd op ‘The Last Goodbye‘ van The Kills, en met slagzin: “It’s what you do in the dark, that puts you in the light.” Phelps’ mond valt letterlijk open, en pinkt net als zijn vriendin Nicole een traan weg. “Wow! Dit toont zaken – zweet en tranen – die de wereld nog nooit gezien heeft. Mensen zullen nu de échte Michael Phelps leren kennen.”

Michael Phelps
Michael Phelps© Belga Image

Die echte Phelps is intussen dertig jaar, heeft al wat rimpels, maar ook mentale littekens. Na een leven waarin hij van een mager ADHD-jongetje met grote oren en voeten tot het grootste zwemicoon ooit uitgroeide. En die jacht op tientallen gouden plakken en wereldrecords beleefde als was hij omgeven door een – zoals hij het zelf verwoordt – verstikkend rookgordijn. Een mist die problemen uit zijn jeugd verduisterde, Phelps’ ontwikkeling als mens afremde en van hem een oppervlakkige, tweedimensionale zwemmachine maakte. Want: zo supersonisch hij door het water kliefde, zo onwennig voelde hij zich op het droge. Spartelend als een vis, zijn onvolmaaktheden als persoon verdringend.

Tot die 29e september 2014, de meeste bepalende dag uit zijn leven, toen de politie The Baltimore Bullet arresteerde omdat hij dronken achter het stuur zat. Een breekpunt, maar ook het begin van een louterende ontdekkingstocht naar die échte Michael Phelps, verlost van de rook om zijn hoofd. Wat gebeurde er voor en vooral ná die herfstdag, twee jaar geleden? En hoe bereidde hij zich in the dark voor op zijn last goodbye in Rio? Een terugblik.

Lege tank

Mei 2012. Na een misverstand over een gechronometreerde tijd barst tussen Michael Phelps en Bob Bowman, al sinds zijn elfde zijn coach/vriend/tweede vader, na de training een bijzonder heftige discussie los. Bowman gooit zijn horloge kapot tegen de muur, de scheldwoorden vliegen heen en weer. Een razende Phelps vertrekt en duikt pas na elf dagen weer op in het zwembad in Baltimore. Uit noodzaak, want hij heeft een interview voor een tv-show. Bovendien doemen de Spelen van Londen al op aan de horizon. Dus moet hij wel opnieuw beginnen te trainen en zich weer verzoenen met Bowman. Die neemt zijn poulain zes weken mee op hoogtestage – alleen zo kan hij hem, in directe aanloop naar de Spelen, elke dag baantjes laten trekken.

Aan trainen heeft Phelps immers een broertje dood sinds hij van 2002 tot 2008 85 à 90 km per wéék zwom. Een spartaans regime dat acht gouden olympische medailles in Peking opleverde, maar onmogelijk vol te houden was. Op de WK’s van 2009 en 2011 veroverde hij nog vijf en twee individuele titels, weliswaar op de laatste druppels benzine in de tank die de Amerikaan vóór Peking had gevuld en die erna langzaam leegliep. Niet zozeer fysiek, vooral mentaal. Tot Londen 2012 mist hij minstens twee trainingen per week – ’s morgens vroeg in bed blijven liggen, is leuker. En als hij tóch een zwembroek aantrekt, werkt hij puur op routine Bowmans schema’s af. Die probeert hem te motiveren met zogenaamde Friend Fridays, waarop hij Phelps’ vrienden op training inviteert, zodat die niet wéér een lang weekend zou inlassen. Soms werkt de truc, even vaak staan zijn vrienden tevergeefs te wachten op de God(ot) van de zwemwereld.

Dat die in Londen tóch vier keer goud en tweemaal zilver behaalt, met twee individuele titels op de 100 m vlinder en de 200 m wisselslag, dankt hij dan ook vooral aan zijn winnaarsmentaliteit (in een race), en vooral aan zijn onmetelijk talent. De 400 m wissel en de 200 m vlinder – de zwaarste nummers die veel trainingsarbeid vereisen – vallen niet toevallig tegen: respectievelijk pas vierde – voor de eerste keer sinds Phelps als 15-jarige op de Spelen van 2000 debuteerde, grijpt hij naast eremetaal op een individueel nummer – en tweede, weliswaar op slechts vijf honderdsten van de Zuid-Afrikaan Chad le Clos. Nog altijd noemt Bowman dat bijna goud a freaking miracle, nadat zijn poulain drie jaar amper op dat nummer had getraind.

Toch naar Rio

Phelps’ medailleteller dikt aan tot 22, waarvan 18 gouden, maar na Londen walgt hij meer dan ooit van het water. Zijn gepland pensioen uitstellen tot het volgende WK, of tot Rio 2016: no way. Tot hij in april 2013, op vakantie in Mexico, in het zwembad van het hotel ploetert. En het zwembloed plots, hoewel hij dan bijna 100 kg weegt, weer richting zijn hoofd vloeit. “Misschien kan ik het nog eens proberen…” De maanden ervoor was de Flying Fish immers uitgedroogd van verveling – golfen bleek nóg saaier.

Om drie uur ’s nachts spreekt hij op de voicemail van zus Hilary en moeder Debbie een boodschap in: “Pak je koffers in, we gaan een trip maken. Nog een keer. Ik ga voor Rio.” Tot blijdschap van zijn moeder die hem al in 2009 – toen de Braziliaanse stad de Spelen kreeg toegewezen – via sms had proberen te overtuigen om zijn carrière tot 2016 te verlengen. “Michael, 2016, Rio, 50 vrij, 100 vrij, een aflossing…” Haar zoon antwoordde: “Neen, ma, ik ga jou naar Rio zenden.”

Bob Bowman, die zich nog de moeilijke periode voor Londen herinnert, is veel minder enthousiast wanneer zijn ex-poulain hem ’s avonds, in feeststemming, opbelt. “Een comeback? Geen sprake van!” Enkele maanden later kan Phelps tijdens een etentje Bowman echter overtuigen. “Niet omdat ik me verveel of voor mijn sponsors, maar voor mij. Ik hou van zwemmen. Ik wíl zwemmen. En ik wil nog enkele dingen bereiken.”

De Amerikaan duikt weer in het water van de North Baltimore Aquatic Club en laat zich inschrijven op de lijst met atleten die op doping getest kunnen worden – noodzakelijk om weer aan competitie te mogen deelnemen. In november 2013 maakt Phelps zijn comeback bekend, maar concrete ambities heeft hij, nog ver verwijderd van zijn oude topniveau, (officieel) nog niet. “Rio 2016? Ik weet niet wat er over drie jaar, of zelfs morgen, zal gebeuren. De vraag van één miljoen.”

Vijf maanden later start het tien kilo afgeslankte zwemicoon weer in een officiële race: de GP van Mesa, in Arizona, waar hij op de 100 m vlinder alleen eeuwige rivaal Ryan Lochte moet laten voorgaan. In augustus, op de nationale kampioenschappen, klokt hij op dat nummer zelfs de beste wereldjaartijd. The Baltimore Bullet lijkt back, maar coach, familie en vrienden weten beter. Zijn levensstijl van na Londen is immers niet veranderd: pokerend in casino’s en gokkend op paardenraces, met (te) veel bierflesjes in de hand, vergezeld van veel valse vrienden. Bowman vreest dat Phelps met zijn extreem gedrag zichzelf of anderen in gevaar zal brengen, en ook diens zussen en moeder zien hun Michael steeds verder wegdrijven.

1,4 promille

Compleet verrast zijn ze dan ook niet wanneer Phelps in de nacht van 29 september 2014 gearresteerd wordt. Op de terugweg van een casino in Baltimore heeft een agent hem betrapt op roekeloos rijgedrag, overdreven snelheid (135 km per uur in een zone 70) en te veel alcohol in zijn bloed (liefst 1,4 promille). Moeder Debbie vreest voor de “vreselijke” reactie van de buitenwereld, na een nieuw incident. Ook in 2004, kort na de Spelen van Athene, had de politie Phelps immers al eens dronken achter het stuur tegengehouden. Wat toen echter nog een jeugdzonde bleek, was nu een symptoom van dieperliggende problemen.

Wanneer vrienden en familie daags erna samenkomen in Phelps’ huis, omsingeld door media, is de bejubelde zwemgod een stuk ronddobberend wrakhout. Beschaamd, bevend en verward ligt hij vier dagen lang in een foetushouding. Beland op het diepste punt in zijn leven denkt hij er zelfs aan om er een einde aan te maken. En dus neemt zijn entourage een drastische, noodzakelijke beslissing: opname in een rehabilitatiecentrum. Phelps aarzelt, maar Bowman overtuigt hem aan de telefoon: “Je kan het, je móét het doen.”

Portret Michael Phelps: 'The Baltimore Bullet' wil in Rio een allerlaatste keer de wereld verbazen
© IMAGEGLOBE

Het weekend erop vliegt Phelps met zus Hilary en vriendin Nicole in een privéjet van Baltimore naar Wickenburg, een oase in de woestijn van Arizona, waar hij opgenomen wordt in The Meadows. Na het emotionele afscheid moet hij zijn telefoon inleveren en wordt hij naar zijn kamer geleid. Eenzamer en angstiger dan ooit. Vijf dagen lang spreekt de meest gelauwerde olympiër aller tijden tegen niemand. Tot hij beseft dat het incident op die 29e september een onbewuste schreeuw om hulp was, een teken dat hij de demonen in zijn hoofd moet bedwingen.

In de veertig dagen die hij daarna in The Meadows verblijft, wordt Phelps in individuele en groepssessies binnenste buiten gekeerd. Een therapie waardoor hij, voor het eerst sinds lang, zichzelf niet meer als atleet, maar als een mens ziet. Ook omdat zijn medepatiënten hem zo beschouwen, niet als een sportlegende. Met de dag wordt de Baltimorean gelukkiger: hij staat om zes uur op om te trainen in de fitness en in het kleine zwembad, en wanneer hij elke avond naar familie en vrienden belt, horen die een nieuwe Phelps, een man die de lagen van zijn getormenteerde ziel eindelijk afgepeld heeft.

De dikste schil: de vertroebelde band met zijn vader Fred, die van zijn moeder scheidde toen Michael negen was. Opgroeien zonder vaderfiguur, ondanks de aanwezigheid van coach Bowman, viel hem zeer zwaar. Een last die hij twintig jaar lang had getorst, maar waar Phelps zelden of nooit over gesproken had, tegen niemand. Tot in die therapeutische sessies.

Wanneer na vier weken familie mag langskomen in The Meadows, inviteert hij dan ook niet alleen moeder Debbie, maar ook zijn vader, met wie hij na een jarenlange op-en-af-relatie op dat moment geen contact heeft. Onzeker of Fred zal ingaan op het verzoek, is Michael blij als die opdaagt. “Je bent mijn zoon, waarom zou ik niet komen?” Scherven worden (gedeeltelijk) gelijmd, na twintig jaar kunnen ze eindelijk spreken. Van zoon tot een vader, die Phelps niet meer als een – zoals Fred het omschrijft – “monster” beschouwt.

Vader

Ook een andere scheefgegroeide verhouding trekt hij definitief recht: die met Nicole Johnson. De ex-Miss California leerde de Amerikaan in 2007 kennen, om daarna als koppel in een achtbaan te belanden, met opeenvolgende splits en verzoeningen. De laatste in de zomer van 2014, wanneer de zwemmer bij Nicoles moeder pleit om een nieuwe kans bij haar dochter. Die laat haar ex weer voorzichtig in haar leven, en mede door diens louterend verblijf in The Meadows wordt hun band alsmaar hechter. Enkele weken later, in februari 2015, wanneer ze terugkeren van de begrafenis van Nicoles grootmoeder, vraagt Phelps haar ten huwelijk, in de sneeuw, op de tonen van ‘All of Me‘ van John Legend, ‘hun’ liedje.

Een moment dat de nieuwe, voorheen schuwe en gevoelloze Phelps symboliseert: gelukkiger, serener, spiritueler, volwassener. Een man die geleerd heeft om te gaan met emoties – door die neer te schrijven in een dagboek -, en niet meer bang is zichzelf bloot te geven, zelfs in interviews. Wanneer Nicole in de zomer van 2015 (ongepland) zwanger raakt, mag de hele wereld dan ook weten hoe blij Phelps is. Hoe hij, nog véél meer dan medailles winnen in Rio, vooral een goeie vader wil zijn – omdat hij er zelf nooit een gehad heeft. Verzoeken van fans om met hun baby in zijn armen te poseren, weigert hij zelfs vriendelijk: “Ik wil mijn kind het eerst vasthouden.”

Dat doet hij ook op 5 mei dit jaar, wanneer Nicole bevalt van Boomer Robert – diens tweede naam is een verwijzing naar coach Robert Bob Bowman. Phelps post trots op Instagram: “Best feeling I have ever felt in my life!” Minder happy is de zwemmer wanneer hij al in de drie weken na de geboorte wegens geplande trainingsstages twee keer moet afscheid nemen van zijn zoon – “mijn twee moeilijkste goodbyes ooit” -, maar hij motiveert zich met het idee dat Boomer later zal kunnen zeggen dat hij zijn vader heeft zien schitteren in Rio – ook al zal die het zich dan niet meer herinneren.

Thorpe evenaren

Portret Michael Phelps: 'The Baltimore Bullet' wil in Rio een allerlaatste keer de wereld verbazen
© Getty

Nog een positieve kant aan Phelps’ nieuwe ‘ik’: ook als atleet is hij herboren, met meer honger, focus en zelfvertrouwen dan ooit. Opnieuw het kleine kind dat gelooft dat je álles kan verwezenlijken als je iets hard genoeg wil. En vooral – het grote verschil met voorheen – een zwemmer die met plezier duizenden baantjes trekt. Of zoals The Baltimore Bullet vorig jaar al zei: “2016 wordt pretty damn fun. Een beetje angstaanjagend zelfs. Maar in de góéie zin.”

Michael Phelps
Michael Phelps© Belga Image

Plezier gekoppeld aan professionalisme: sinds november heeft de Amerikaan nog geen sessie met Bowman gemist en zwemt hij elke dag, omdat Phelps gelooft dat hij zo 1/7e voorsprong opbouwt ten opzichte van concurrenten die meestal één rustdag per week inlassen. Weliswaar met minder kilometers dan in de pre-Pekingperiode: 50 à 60 in plaats van 85 per week, omdat zijn 31-jarige godenlijf langer moet recupereren. Zonder echter aan kwaliteit in te boeten, met meer accenten op doelgerichte intensiteit, snelheid en op een hogere poweroutput per slag. Soms zelfs met een ondoorzichtige zwembril: Bowmans nieuwe manier om Phelps zijn slagen perfect te laten uitvoeren, zowel qua aantal als qua uitvoering, met onder meer een aangepaste aankomsttechniek in de vrijeslagnummers.

Ook naast het bad is de Amerikaan supergefocust: terwijl vroeger krachtsessies in de fitness een verplichting waren, zeult hij nu bezeten met gewichten. Om ook daar doelen na te streven, zoals het backsquatting-record van de Australische legende Ian Thorpe, die ooit 180 kg omhoog duwde. Bij zijn eerste poging haalde Phelps 150 kg – het lijdt weinig twijfel dat hij er intussen 30 heeft bijgedaan…

Meer dan voorheen is de zwemmer geïnteresseerd in de resultaten van de check-ups van zijn slaapkwaliteit en van zijn bloedonderzoeken. Daarin staat bij promillegehalte telkens ‘0’, want nog voor een rechter hem in de herfst van 2014 veroordeelde tot een voorwaardelijke straf van achttien maanden waarin hij geen alcohol mag drinken, had Phelps zich al voorgenomen om tot en met Rio geen druppel te drinken – misschien zelfs nooit meer. Gevolg: mentale gemoedsrust, plus een strakker en gespierder lichaam: vetpercentage amper vijf procent. Alleen de schouder sputtert af en toe wat tegen.

Ruzie met Le Clos

Omdat de Amerikaanse zwembond Phelps na zijn arrestatie zes maanden schorste, kan die pas in april 2015 weer in competitie aantreden. Een tweede comeback, opnieuw met start in Mesa, Arizona, waar de succesvolste olympiër ooit voor het eerst officieel aangeeft dat Rio zijn grote doel is.

Een terugkeer met, aanvankelijk, wisselend succes: winst in Mesa op de 100 vrij en 100 vlinder, de maand erna in Charlotte pas derde, zevende, twee keer negende en elfde in vijf nummers, de eerste keer sinds 2000 (!) dat Phelps niet als eerste of tweede eindigt in een event. “Verschrikkelijk! Ik heb nog werk te doen”, zucht hij. Ook de media stellen zich vragen – zijn de vinnen van The Flying Fish op een (voor een zwemmer) gezegende leeftijd van dan bijna 30 jaar niet afgebot? -, net als Bob Bowman die even twijfelt of hij en zijn poulain vergeten zijn “how to do it“. Maar de coach weet ook: “Michaels piek volgt pas in augustus, op de nationale kampioenschappen in San Antonio.” Nota bene in de dezelfde week als het WK in Kazan, waar Phelps niet aan mag deelnemen – deel twee van de sanctie van de Amerikaanse bond.

Bowman stoomt zijn zwemmer klaar met gruwelijke, nooit eerder afgewerkte sessies van vijf opeenvolgende 150 meters vlinderslag. Met succes: Phelps opent met de snelste 200 m fly sinds 2009, toen de supersonische pakken nog niet verboden waren. Tot zijn grote vreugde: zelden was hij – de armen slaand op het water, de vinger in de lucht stekend – zó uitgelaten. Omdat hij weet: ik ben op de goede weg.

In Kazan antwoordt Chad le Clos, die hem in Londen 2012 versloeg op de 200 m vlinder, met de beste tijd sinds 2009 op de 100 m vlinder (50.56). “Dit heeft Phelps in vier jaar niet gezwommen. Hij mag nu zwijgen”, schimpt de Zuid-Afrikaan, gebeten omdat de Amerikaan eerder had gezegd dat zijn concurrenten in de loop der jaren op de 200 m vlinder weinig progressie geboekt hadden. Phelps’ reactie, enkele uren later in San Antonio: 50.45 op de 100 m fly, elf honderdsten rapper dan Le Clos… “Trash talk, dat raakt me niet. Integendeel: ik verwelkom dat”, zegt hij nadien, waarop hij ook op de 200 m wisselslag de snelste seizoenstijd neerzet, een chrono waarmee Phelps in Kazan, net als op de 100 en 200 m vlinder, wereldkampioen was geworden.

“Ik denk dat sommigen in Rusland gedacht zullen hebben: holy sh*t“, lacht Bowman, zelf óók verbaasd. Na de 200 m vlinder, die zijn atleet een seconde vlugger aflegt dan hij voorspeld heeft, spreekt de coach zelfs over een van Phelps’ “greatest swimsóóit. Wat die, na de twee andere races, ook beaamt: “Drie toptijden, drie dagen na elkaar. Wellicht was ik sinds 2007 niet meer zó goed.”

Alles geven

Het doel is dan ook niet meer om in Rio vijf of zes keer goud te winnen (zie kader), maar om zijn persoonlijke (wereld)records te verbeteren. Om niet de concurrentie te verslaan, maar de allerbeste Phélps. Want volgens hem heeft hij nog nooit een Olympische Spelen afgewerkt waarin hij honderd procent was. Ook niet in Peking, toen hij acht keer goud won, maar zes maanden ervoor zijn pols gebroken had. Of zoals de zwemmer, enkele dagen nadat hij het rehabilitatiecentrum in Arizona verliet, tegen een vriend zei: “Nog nooit heb ik alles gegeven wat in mij zat. Dat ga ik nu wél doen.”

Op dat moment had de Amerikaan zich nog niet eens verloofd, was zijn Nicole nog niet zwanger én bevallen, had hij nog niet de beste wereldjaartijden van 2015 neergezet, en was hij in de herfst van 2015 nog niet met zijn coach van het koude Baltimore naar het zonnige Arizona verhuisd, waar Bowman sindsdien de studenten van de State University begeleidt. Een totaal nieuwe levensstijl, volgens Phelps: hij kocht een villa in Paradise Valley, even buiten Phoenix, met een fabuleus zicht op de Camelback Mountain van de Arizonawoestijn, en traint in het nabijgelegen Mona Plummer Aquatic Center zowat elke dag onder een staalblauwe hemel in plaats van in een grijs binnenzwembad in Baltimore.

Nog een extra duwtje om in Rio een allerlaatste keer in the light te verschijnen. Niet omdat de geschiedenis en de wereld dat van hem eist, maar omdat hij het zélf wil. Meer dan ooit.

Nieuwe records

Michael Phelps zal in Rio allicht (de Amerikaanse trials werden gehouden na de deadline van deze gids) zijn lichtste olympische programma ooit zwemmen. ‘Slechts’ drie individuele nummers (de 200 m wissel en de 100 en 200 m vlinderslag – vooral op dat laatste nummer wil hij revanche voor Londen, waar Chad le Clos hem klopte -), plus twee of drie aflossingsnummers (afhankelijk van zijn tijden op de 100 en 200 m vrij).

In Brazilië kan hij, op zijn 31e, de oudste zwemmer aller tijden worden die olympisch goud wint in een individueel nummer – huidig recordhouder is Duke Kahanamoku, de legendarische Hawaiaan in 1920 op zijn dertigste de titel veroverde op de 100 m vrije slag.

The Baltimore Bullet kan ook als eerste ooit in een individueel nummer goud behalen in een periode van twaalf jaar (2004-2016). Doet hij dat op de 100 m vlinderslag of de 200 m wisselslag, dan voegt Phelps zich bij Carl Lewis (verspringen) en Al Oerter (discuswerpen) als de enige atleten met vier opeenvolgende olympische titels in dezelfde discipline op hun palmares.

De Amerikaan kan zijn medailleaantal dus aandikken tot 28 en, indien 6 keer goud, tot 24 olympische titels, 13 (!) meer dan turnster Larisa Latynina, zwemmer Mark Spitz en atleten Paavo Nurmi en Carl Lewis.

Wat ná Rio?

De Spelen in Rio worden Michael Phelps‘ vijfde olympiade en zijn laatste internationale competitie. Maar zijn sport zegt hij niet definitief goodbye. Zo richtte hij met de 1 miljoen dollar die sponsor Speedo hem gaf na zijn acht gouden medailles in Peking zijn eigen Foundation op, dat zwemmen als een gezonde levensstijl promoot en dat tegen de Spelen in Rio in elke staat van de VS een zwemschool voor kinderen wil openen. De Amerikaan heeft ook zijn eigen MP-lijn, in samenwerking met zwemmerk Aqua Sphere, en is ambassadeur van sportkledingfabrikant Under Armour.

Na 2016 wil hij ook assistent-coach worden van zijn trainer Bob Bowman aan de Arizona State University. Volgens Phelps zullen zij elkaar perfect aanvullen. Al zal The Baltimore Bullet volgens Bowman dan wel moeten leren om zijn gigantische kennis over te brengen én om geduldig te zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content