Atletiek (mannen)

Goud pakken op de 100, 200 en 4×100 meter, het liefst in een of meerdere wereldrecords, wordt voor Usain Bolt (veel) minder makkelijk dan in 2008.

Hij was samen met Michael Phelps dé ster van Peking, maar om een échte olympische legende à la Carl Lewis te worden, moet Usain Bolt (25) minstens in twee olympiades op rij schitteren. In zijn geval wil dat zeggen: ook in Londen goud pakken op de 100, 200 en 4×100 meter, het liefst in een of meerdere wereldrecords. En dat wordt (veel) minder makkelijk dan in 2008.

De Jamaicaan was de laatste 2,5 jaar immers niet meer de supersonische Lightning Bolt van 2008 en 2009: ‘slechts’ 9.76 en 19.40 als snelste tijden, terwijl hij op het WK 2009 nog 9.58 en 19.19 liep. Bovendien blunderde hij vorig jaar op het WK in Daegu met een valse start en diskwalificatie in de finale van de 100 meter.

Ook met twee zware auto-ongelukken en nachtelijke escapades kwam Bolt al negatief in het nieuws. En in aanloop naar Londen doken aanslepende hamstring- en rugproblemen op, waardoor hij forfait gaf voor de meeting in Monaco.

De tegenstand in Londen is bovendien een pak sterker dan in Peking nu Justin Gatlin (30), de olympisch kampioen van 2004, na een dopingschorsing een sterke comeback maakt (9.80 op de Amerikaanse trials).

Ook Tyson Gay (29), de tweede snelste man aller tijden met 9.69 (2009), is terug. Na een operatie aan de rechterheup moest hij forfait geven voor het WK 2011, maar op de jongste trials eindigde Gay als tweede in 9.86.

Blake de nieuwe ster?

De grootste antagonist is echter Yohan Blake (22), net als de wereldrecordhouder een poulain van coach Glenn Mills. Na de diskwalificatie van Bolt in Daegu kroonde Blake zich tot de jongste wereldkampioen sprint ooit en niet veel later liep hij in Brussel een 200 meter in 19.26, een zucht boven Bolts wereldrecord.

Tijdens de Jamaicaanse trials, eind juni, liet Blake op de 100 meter zijn trainingspartner zelfs verrassend ver achter zich, in zijn beste tijd ooit: 9.75, een honderdste sneller dan Bolts topchrono van 2012.

Twee dagen later moest de wereldrecordhouder op de 200 meter opnieuw het hoofd buigen. Weliswaar vrij nipt: 19.80 voor Blake, 19.83 voor Bolt, die op die afstand zijn eerste nederlaag in vier jaar opliep. Zijn commentaar achteraf was veelzeggend: “Ik moet opnieuw aan het werk en hard trainen…” Vooral aan zijn start en eerste meters, meer dan ooit het pijnpunt van de flamboyante Jamaicaan.

En dat terwijl Blake, alias The Beast, na de trials overloopt van zelfvertrouwen. Zien we in Londen de definitieve wisseling van de wacht? Of toont Bolt nog eens dat hij geboren werd op Krypton?

Records

Hoe dan ook: de sprintwedstrijden bij de mannen worden meer dan ooit dé koningsnummers van het atletiektoernooi, al is Bolt niet de enige atleet die zijn naam met gulden letters in de olympische geschiedenisboeken wil neerpennen.

Kenenisa Bekele (30) hoopt beter te doen dan Paavo Nurmi, Emil Zátopek, Lasse Viren and Haile Gebrselassie door als eerste atleet ooit drie keer op rij goud op de 10 kilometer te veroveren. Niet simpel, want de Ethiopiër, tussen 2003 en 2011 ongeslagen op dat nummer, sukkelde de laatste twee jaar met blessures. (Hij start daarom ook niet op de 5 kilometer.)

Bovendien staan de Britse ster Mo Farah (goud en zilver 5 en 10 km WK 2011) en Bekeles 23-jarige landgenoot Ibrahim Jeilan (goud 10 km in Daegu) klaar om zijn kroon over te nemen.

Gouden Kenianen

Kenia hoopt vooral op David Rudisha, de IAAF-atleet van het jaar 2011 en huidig wereldrecordhouder op de 800 meter, een record van Wilson Kipketer dat hij in 2010 tot tweemaal toe scherper stelde: 1.41.09 in Berlijn en 1.41.01 in Retie.

Vorig jaar werd Rudisha (23) in Daegu voor het eerst wereldkampioen, al liep hij niet veel later in Milaan wel zijn eerste nederlaag in twee jaar op tegen de pas 18-jarige Ethiopiër Mohammed Aman.

Met minder dan goud (en een nieuw wereldrecord?) zal Rudisha, die voorlopig de vier snelste seizoenstijden op zijn naam heeft staan, in Londen niet tevreden zijn. Toch zou hij aan Aman wel eens een taaie klant kunnen hebben, want afgelopen winter kroonde die zich ook al tot wereldkampioen indoor.

Spannender wordt allicht de strijd tussen Rudisha’s landgenoten op de 3000 meter steeple. Brimin Kiprop Kipruto aast op revanche nadat hij de wereldtitel vorig jaar aan Ezekiel Kemboi moest laten. Een maand eerder was Kipruto in Monaco op slechts één honderdste van het toen zeven jaar oude wereldrecord van Saif Saaeed Shaheen (7:53.63) gestrand.

De concurrentie in Kenia is zo groot dat zelfs Paul Koech, die dit seizoen de derde snelste tijd ooit liep (7:54.31), zich op de nationale trials niet eens kon kwalificeren, aangezien hij last heeft van de grote hoogte waarop die wedstrijden gelopen worden. Daardoor mag niet hij – ondanks protest bij de atletiekbond – , maar Abel Kiproi Mutai naar Londen.

Ook op de 1500 meter verwacht iedereen een Keniaans duel tussen regerend olympisch en wereldkampioen Asbel Kiprop (in 2012 al 3:28.88) en Silas Kiplagat, vorig jaar zilver op het WK, en dit jaar goed voor de tweede beste seizoenstijd (3:29.63).

Revanche voor Xiang?

Misschien wel de meest spannende race van het atletiektoernooi wordt de 110 meter horden bij de mannen. Heel China verwacht er opnieuw een gouden medaille van Liu Xiang (29). Na zijn olympische titel in 2004 moest hij wegens een achillespeesblessure afhaken in Peking, een catastrofe voor het thuisland.

Maar na een tweede plaats op het WK 2011 is Xiang klaar voor een nieuwe olympische lauwerkrans. Begin juni evenaarde hij (weliswaar met te veel rugwind) zelfs het wereldrecord (12.87) van zijn grote rivaal Dayron Robles.

Geplaagd door blessures kon die de voorbije jaren niet meer onder de 13 seconden duiken. Ook dit jaar strandde de olympisch kampioen van Peking voorlopig op slechts 13.18.
Vorig jaar liep hij wel naar de wereldtitel in Daegu, maar omdat hij met zijn arm Xiang gehinderd had, werd de Cubaan gediskwalificeerd, waardoor de Amerikaan Jason Richardson met het goud ging lopen en Xiang het zilver mee naar huis nam.

Richardson (dit jaar al tweemaal 12.98) is opnieuw een kandidaat voor goud, maar de grootste concurrent voor Xiang wordt allicht Aries Merritt, die in 2012 al drie keer 12.93 liep. Het wereldrecord van Robles lijkt dus geen lang leven meer beschoren. Iets voor de finale in Londen?

Hattrick voor Thorkildsen?

Bij de kampnummers is het vooral uitkijken naar speerwerper Andreas Thorkildsen. Hij hoopt om de legendarische Tsjechische wereldrecordhouder Jan ´elezný (olympisch kampioen in 1992, 1996 en 2000) te evenaren met een derde opeenvolgende gouden medaille.

Vorig jaar moest de 30-jarige Noor genoegen nemen met zilver op het WK, na de Duitser Matthias De Zordo. In Londen is alleen goud een optie. Al zal Thorkildsen voor de zoveelste keer moeten afrekenen met zijn goede vriend Tero Pitkämäki, en met kersvers Europees kampioen Veselý Vítezslav.

Met zijn vele bodypiercings, roodblauw gekleurde haardos, kniehoge witte sokken, pols- en hoofdband is de Britse hinkstapspringer Phillips Idowu een van de meest flamboyante atleten van de laatste jaren. Maar ook een grote medaillehoop voor het thuisland, na een zilveren plak in Peking, goud op het WK in Berlijn 2009 en nog eens zilver vorig jaar in Daegu, na de Amerikaan Christian Taylor, die ook nu weer topfavoriet is.

Jonas Creteur