‘De typische bescheidenheid van de Belgische sporter mogen we stilaan afleggen’

© BELGA
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Elke maandag blikt Jacques Sys, hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine, terug op het voorbije sportweekend. Deze week heeft hij het over de Belgische medailleregen op de Europese Kampioenschappen, het bevestigende R. Antwerp FC en titelkandidaat KRC Genk.

1. België kende een ongeziene medailleoogst op de Europese Kampioenschappen. Welk eremetaal moeten we nu het hoogst inschatten?

JACQUES SYS: Eigenlijk komt de strafste medaille niet eens van die Europese kampioenschappen maar van een WK: in het zeilen kroonde Emma Plasschaert zich tot wereldkampioen in de Laser Radial-klasse, en dat in een zeer sterk bezet deelnemersveld. Dat overstijgt de prestaties op het EK, en zeker in de atletiek, waar de tegenstand toch iets minder sterk is.

Dat gezegd zijnde, vind ik de prestatie van Koen Naert – goud op de marathon – bijzonder straf. Misschien toch de meest onverwachte gouden medaille van het pak. Als atleet zonder topsportcontract -daarvoor moest hij zelfs uitwijken naar Wallonië omdat Topsport Vlaanderen niet in hem geloofde. Vergissen is menselijk en je moet nu eenmaal knopen doorhakken. Minister van Sport Philippe Muyters geeft terecht aan dat er al meer topsportbeleid wordt gevoerd dan vroeger, vijvoorbeeld met de inhuldiging van een nieuw topsportcentrum in Gent, waar talenten zoals Nina Derwael in de beste omstandigheden kunnen trainen. We hebben al meer een topsportklimaat dan vroeger.

‘Antwerp bevestigt en dat is knap, want het eerste jaar na de promotie is altijd het makkelijkste.’

Jacques Sys

De voorbije succesvolle week op de Europese Kampioenschappen kan daarbij als locomotief functioneren voor de volgende generaties topsporters, zoals in het tennis met Kim Clijsters en Justine Henin. Deze medailles helpen ook om die underdogrol verder van ons af te werpen. De typische bescheidenheid van de Belgische sporter mogen we stilaan afleggen, we mogen ambitieuzer zijn.

In het wielrennen zagen we de bevestiging van wat we vermoedden: dat Mathieu van der Poel en Wout Van Aert ook op de weg kunnen uitgroeien tot toppers. In een slijtageslag zoals het EK in Glasgow er een werd, toonden ze dat er ook op de weg met hen rekening zal moeten gehouden worden – als ze zich daarop toeleggen. Victor Campenaerts haalde knap goud in het tijdrijden, voor de tweede keer op rij, maar daar ontbraken toch de echte toppers.

2. In onze Jupiler Pro League zien we bovenaan de verwachte namen: Anderlecht, Club Brugge en Genk. Maar daar vlak onder staat alweer Antwerp FC, met 7 op 9. Nochtans werd de ploeg amper versterkt deze zomer. Verdient Laszlo Bölöni stilaan een standbeeld op de Bosuil?

SYS: Tegen Kortrijk morsten ze met de kansen, anders hadden ze 9 op 9. Tegen Club Brugge komende zondag wordt een eerste serieuze test. Dat Bölöni een ploeg kan neerzetten, heeft hij in het verleden al voldoende bewezen. Hij blijft een onvoorspelbare, grillige man, maar een degelijke trainer. Met een voorliefde voor fysiek voetbal, veel duels, veel loopwerk en collectief, taakgericht denken. Spectaculair oogt het allemaal niet, maar het rendeert.

Antwerp bevestigt en dat is knap, want het eerste jaar na de promotie is altijd het makkelijkste, omdat je dan nog op die positieve flow verder kan drijven. Het moeilijkste is het jaar nadien bevestigen. Dat doen ze nu. Gelukkig, want een stad als Antwerpen verdient een club op het hoogste niveau. Ik hoop ook dat ze geleerd hebben uit vorig seizoen, toen ze na de winterstop uitgeblust waren en PO1 misten. Eigenlijk horen ze, zeker op termijn, naar die Belgische top door te stomen.

3. Philippe Clement roteert volop met zijn KRC Genk, tegen Oostende bracht hij zeven nieuwe namen in de basis, en toch wonnen ze. Mogen we Genk al als grootste titelconcurrent voor Anderlecht en Club Brugge bestempelen?

SYS: Het toont dat de Genkse kern zeer rijk en breed is. Qua marktwaarde schaart ze zich bij de beste ploegen van België. Dat middenveld met Pozuelo, Berge en Malinovskyi… dat is héél veel. Hopelijk weten ze die groep bij elkaar te houden. Als dat lukt, zullen ze heel ver komen.

Ook een pluim voor Philippe Clement, die het goede van vorig jaar bevestigt. Je ziet duidelijk zijn hand in het voetbal van Genk, wat bewezen wordt door de constante prestaties ondanks die rotatie. Clement en Genk passen goed bij elkaar. Bij Waasland-Beveren bewees hij snel een filosofie te kunnen implementeren én hij is een people manager, die spelers een goed gevoel kan geven.

Hij blijft voor mij een absolute revelatie als trainer, zeer helder in zijn analyses ook. Goed dat zulke nieuwe namen een kans krijgen in onze competitie. Samen met Standard moet Genk zich kunnen mengen in het titeldebat met Club Brugge en Anderlecht. Dat zou alleen maar positief zijn voor het Belgische voetbal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content