De Belgische delegatieleider Eddy De Smedt blikte terug op de olympische judocampagne van de Belgische atleten. Hij zag vooral goede vrouwen en minder succesvolle mannen.
De judocompetitie op de Olympische Spelen begon goed voor de Belgen, met een bronzen medaille voor Charline Van Snick (-48kg). Ilse Heylen (-52kg) miste op een haar na een medaille met haar vijfde plaats. De curve daalde verder bij de mannen: zowel Dirk Van Tichelt (-73kg), Joachim Bottieau (-81kg) als Elco van der Geest (-100kg) werden vroegtijdig uitgeschakeld.
Van Snick versloeg in het duel om het brons de Argentijnse Paula Pareto in de golden score. De dag nadien verloor Ilse Heylen haar aandacht voor een seconde en greep zo naast een bronzen medaille tegen de Franse Priscilla Gneto. “Ik ben zeker tevreden over het resultaat bij de vrouwen”, zei delegatieleider Eddy De Smedt donderdag. “Een bronzen plak en een vijfde plaats, daar kan je mee naar huis komen.”
Bij de mannen overleefden Dirk Van Tichelt en Joachim Bottieau de eerste ronde, maar daarna sneuvelden ze. Elco van der Geest lootte in de eerste ronde de Russische wereldkampioen Taigir Khaibulaev en verloor kansloos. “Bij de mannen was het een jammere zaak. De loting was ons niet gunstig gezind, maar dat is judo. We rekenden op een olympisch diploma bij hen”, klonk het. “Ik geloofde dat Van Tichelt de Amerikaan kon uitschakelen. Hij werd toch als outsider getipt in zijn categorie. Bottieau is nog jong, 23 jaar. Hij had de pech om tegen een ex-wereldkampioen te moeten kampen, maar heeft ervaring kunnen opdoen. Uiteindelijk hebben we geen resultaat gehaald bij de mannen”, besloot De Smedt.
