Samuel Wanjiru toont al op jonge leeftijd zijn kwaliteiten als topatleet. Het Keniaanse wonderkind wint in eigen land elke mogelijke loopwedstrijd en verhuist naar Japan om ook op het internationale toneel door te breken.
Hij komt terecht in een volledig andere cultuur maar ontwikkelt er zich ondanks de nodige aanpassingen razendsnel. Op 24-jarige leeftijd pakt Wanjiru in 2008 olympisch goud op de marathon, een ongeziene prestatie. Zijn verdere carrière wordt echter gekenmerkt door dronken avondjes uit, vechtpartijen en auto-ongevallen. De loopprestaties van de Keniaan worden meteen naar de kantlijn verwezen, hij verlaat de top van de atletiekwereld minstens even snel als hij die bestormde. Het boek schetst een pakkend beeld van de situatie waarin Wanjiru opgroeide. Hij moet het redden zonder zijn moeder, die elders geld verdient als prostituee. Zij speelt overigens een erg belangrijke rol doorheen het leven van de marathonloper. Een jarenlange ruzie met de echtgenote van Wanjiru zorgt ervoor dat die zich amper op zijn sport kon concentreren. Door zijn ongelukkig huwelijk stort hij zich bovendien in de drank en papt hij dagelijks aan met verschillende vrouwen, wat hem minstens twee buitenechtelijke kinderen oplevert. In mei 2011 komt de marathonloper in verdachte omstandigheden om het leven. Een dom ongeluk, zelfmoord of moord? De politie lijkt de ware toedracht niet te willen openbaren. Een openhartig verhaal van een topatleet die het slachtoffer werd van zijn eigen succes, en waarin zeker geen controverse uit de weg wordt gegaan.
‘Doodloper, het tragische einde van olympisch marathonkampioen Samuel Wanjiru’ van Frits Conijn en Simon Maziku werd uitgegeven bij Tirion Sport, telt 238 pagina’s en kost €18,95.
