‘Als je twéé keer kunt terugkeren ben je mentaal onverwoestbaar’

© KOEN BAUTERS

Na twee zware knieblessures verloor Eline Berings haar topsportcontract. Afgeschreven. Zo léék het althans, want vooruit gebrand door een onblusbaar vuur vocht de hordeloopster zich terug naar de Europese top.

We schrijven 4 mei 2015. Enkele uren nadat Eline Berings met een gescheurde voorste kruisband van de training is weggebracht met de ambulance, komt de atlete thuis. ‘Een moment dat ik nooit zal vergeten. Emotioneel helemaal van de kaart wou ik troost vinden in mijn bed. Ik stond voor de trap naar mijn slaapkamer, maar raakte geen enkele trede op. Kermend van de pijn. Compleet machteloos. Ik stond daar en huilde. Niks schoot nog over van de atlete die eerder op de dag over de horden gescheerd had.’

16 mei 2016. Na een revalidatie van negen maanden heeft Berings de competitie hervat en hoopt ze zich te kwalificeren voor de Spelen van Rio. Tot ze op training slecht neerkomt en het noodlot wéér toeslaat: de geopereerde kruisband is losgerukt. Voor het tweede jaar op rij staat de Gentse voor een maandenlang herstel. Haar olympische droom gaat in rook op. ‘Fysiek deed het veel minder pijn – ik kon zelfs gewoon wandelen – maar de emotionele impact was vergelijkbaar met de eerste blessure. Zó hard gewerkt om terug te keren, bijna weer op niveau, en plots was alles voor niets geweest. Een hel.’

Toch sloeg Berings voor de tweede maal alle demonen van zich af en streefde ze opnieuw hetzelfde doel na: terugkeren en zelfs beter dan ooit worden. Ook al kreeg de ex-Europese indoorkampioene begin 2017 een nieuwe uppercut, toen Sport Vlaanderen haar topsportcontract niet verlengde en ze voortaan van een werkloosheidsuitkering moest leven.

Vandaag, ruim twee jaar na het tweede kniedrama, staat Berings waar weinigen haar nog hadden verwacht: opnieuw tussen de Europese top. Op haar beste niveau ooit. Begin juni strandde ze in de Diamond Leaguemeeting in Oslo op twee honderdsten van haar record op de 100 meter horden (12.87), twee weken later won ze in Madrid een World Challengemeeting, het niveau onder de Diamond League. Voor de Oost-Vlaamse de eerste grote internationale zege uit haar carrière.

De week nadien ontmoeten we haar na een training op de Gentse indooratletiekbaan. Glunderend, uit elke porie van haar afgetrainde lichaam lijkt energie te stromen. Geen spoor van de atlete die velen hadden opgegeven. Een gedachte die ook bij haar weleens op de deur klopte, maar die ze nooit heeft binnengelaten. ‘Ik heb dat altijd gehad: dat positivisme, die drive, ondanks alle tegenslagen toch weer een nieuwe weg zoeken en inslaan. Een natuurlijke reflex. Geweend? Zelden. Ik heb vooral kwaad rondgelopen.’

Revalidatie

Je bent psychologe van opleiding, in welke mate heeft je dat geholpen?

Eline BERINGS: ‘Erg veel. Omdat ik zo weet hoe belangrijk het is om alléén met je revalidatie bezig te houden, met wat je vandaag kunt doen om morgen een beetje te verbeteren. Je mag niet focussen op tijden, resultaten, revanchegevoelens, een slinkende bankrekening, de weggevallen aandacht van de pers, de kleiner geworden wereld rondom jou, de neerbuigende commentaren over wat je vroeger kon en wellicht nooit meer zult kunnen… Allemaal negatieve energie die onder je vel kruipt en je afleidt van de essentie: de strijd van me, myself and I op de piste. Dat staat helemaal los van die externe factoren. Alleen jij bepaalt immers hoe hard je werkt en hoe je graag wilt terugkeren. Die positieve ingesteldheid heeft me erdoor gesleurd.’

Ik dacht weleens: waar ben ik in godsnaam mee bezig? Ik had soms echt het gevoel dat ik niets meer waard was.’ Eline Berings

Makkelijker gezegd dan gedaan.

BERINGS: ‘Absoluut. Psychologiediploma of niet, ik ben geen robot. Ik heb ook moeilijke dagen gehad. Vraag maar aan mijn coach hoe gefrustreerd ik soms was. Vooral omdat ik erg veeleisend ben. Als je dan bij de eerste sprinttrainingen over 60 meter denkt: ‘hé, dat ging goed’, maar je coach vervolgens zegt dat je tijd trager is dan wat je vroeger over 60 meter hórden hebt gelopen, dan word je zot. Eventjes toch. Erna pepte ik mezelf weer op: oké, dit is traag, maar vorige week liep ik 8.10 en nu 8.05. En volgende week misschien 7.95. Niet opgeven, Eline.’

Ooit (heel) dicht gestaan bij stoppen?

BERINGS: ‘Niet tijdens de revalidatie, want toen maakte ik vlug progressie. Wél na afgelopen winter, toen ik al maanden honderd procent fit was. Ik had vorige zomer met een halve voorbereiding de halve finale van het WK in Londen bereikt – erg onderschat door de buitenwereld, vond ik – maar dat gaf me een boost voor het indoorseizoen. Fysiek voelde ik me daarin goed, alleen kwam het er niet uit op de horden. Toen heb ik enkele keren gezegd: ‘Ik stop.’ Ik moest hooguit nog een paar procentjes verbeteren, maar bleef tegen een plafond botsen.

Eline Berings: 'Ik zoek geen uitvluchten meer, ik wil élke keer knallen.'
Eline Berings: ‘Ik zoek geen uitvluchten meer, ik wil élke keer knallen.’© KOEN BAUTERS

‘Gelukkig kwam de klik er tijdens de stage met de Belgische federatie in Turkije, begin april. Twee weken alleen trainen, slapen en eten, in de zon. Waardoor ik plots wél door dat plafond brak. Sindsdien heb ik geen enkele dag meer aan stoppen gedacht.’

Niettemin leef je nog altijd van een VDAB-uitkering.

BERINGS: ‘Gezien mijn huidige prestaties heel jammer en onlogisch. Door mijn statuut als topsporter moet ik echter niet aan alle voorwaarden van een ‘normale’ werkloze voldoen – verplicht solliciteren en zo. Maar ik moet wel een hypotheeklening afbetalen voor mijn huis dat ik – nota bene net voor mijn blessures – gekocht heb. Ik leef dus heel zuinig, maar dat stoort me niet, ik ben geen luxedier. De federatie komt bovendien voor een stuk tussen in mijn kosten qua stages en medische begeleiding. Al moet ik, sinds mijn sponsor ( Nike, nvdr) afhaakte, mijn kledij en spikes wel zelf kopen.’

Hoe confronterend is dat? Kies je dan een winkel waar niemand je kent? Om zo vlug mogelijk weer buiten te lopen?

BERINGS: ‘Vroeger kreeg ik vijf dozen met nieuwe schoenen toegestuurd. Als je dan na al die jaren plots in de winkel staat, denk je weleens: waar ben ik in godsnaam mee bezig? Ik had soms echt het gevoel dat ik niets meer waard was.

‘Anderzijds heb ik er geen drama van gemaakt. Ook niet-profatleten moeten hun spikes zelf kopen, hé. Ik ben gewoon naar een loopspeciaalzaak in de buurt gegaan – zeker niet stiekem. Het zijn ‘maar’ schoenen. Of ik ze krijg of zelf moet betalen, ik ga er niet rapper door lopen of harder door trainen. Geld mag geen drijfveer zijn, want dan had ik beter een andere sport gekozen.’

Rondkomen met een werkloosheidsuitkering daarentegen…

BERINGS: ‘Tuurlijk maak ik ook de objectieve afweging of ik dit voor mezelf kan blijven verantwoorden. Ik investeer zoveel in mijn carrière, dan verwacht je een beetje return. Bovendien weet ik dat ik met mijn diploma psychologie meer zou kunnen verdienen. Als ik dus volgend jaar weer geen topsportcontract krijg… Tja, dan houdt het op, hé. Veel zal afhangen van het EK in Berlijn, begin augustus.’

Wat als je in Berlijn plots ziek wordt, maar op de Memorial Van Damme een Europese toptijd loopt?

BERINGS: ‘Dan hoop ik dat ze rekening houden met mijn andere prestaties, al blijven de kampioenschappen doorslaggevend. Dat is topsport, hé: keihard. Zoals toen ik in de moeilijkste periode van mijn loopbaan, met mijn twee knieblessures, geen resultaten meer kon voorleggen en mijn contract verloor.

‘Ik begrijp dat die mensen ergens een lijn moeten trekken, anderzijds is het zeer frustrerend. Men zou ook naar het traject van een sporter moeten kijken. En dan zag je duidelijk dat ik de goede kant op ging.’

Geen limieten

Sinds je op stage in Turkije, zoals je daarnet zei, ‘door het plafond brak’, loop je constanter dan ooit: telkens onder de 13 seconden (zoals op de Grand Prix en het BK in Brussel, na dit interview, nvdr). Een kwestie van tijd vooraleer je persoonlijk record eraan gaat. En dat op je 32e, na twéé lange revalidaties.

BERINGS: ‘En na een carrière van al 16 jaar en 25 kampioenschappen, hé! Gecombineerd met mijn leeftijd lijkt dat misschien niet logisch, maar welke wet zegt dat je als sprinter op je 32e fysiek versleten bent? Dat je op jaar x in een afgrond valt? Als veel atleten dan afhaken, is het omdat ze zich mentaal niet meer kunnen opladen. Ik voel me echter nog jong en fris. Qua pure snelheid en explosiviteit zal ik inderdaad niet meer verbeteren, maar hordelopen is zóveel meer. Aan je techniek kun je eindeloos sleutelen, waardoor je ook op je 32e snelle(re) tijden kunt neerzetten.’

Zoals je op Instagram postte: ‘ Don’t think limits, think possibilities…

BERINGS: ‘Precies. Net daarom loop ik nu beter dan ooit. Omdat ik tijdens mijn revalidatie van nul moest herbeginnen – zelfs opnieuw leren stappen – en ik in dat maandenlange opbouwproces meer dan ooit aandacht heb besteed aan alle mogelijke details. Elke hordeoverschrijding, elke pas, elke afzet, elke opwarming zelfs: alles moest telkens weer beter. En zo wérd ik ook beter. Technisch, maar ook fysiek, want ik ben nu een kleine twee kilo lichter dan vroeger en sta scherper dan ooit. Mijn vetpercentage? Goed tien procent, vermoed ik – heel weinig voor een vrouw. Niet dat ik nu op sla en water leef, maar ik zondig zelden. Ik eet wat mijn lichaam nodig heeft. En dat is niet weinig.

‘Daarnaast ben ik ook nooit sterker geweest in mijn hoofd: als je zó hard knokt om terug te komen, en dat lúkt ook – twee keer zelfs – dan ben je mentaal onverwoestbaar. Dan raak je in een flow die je bijna letterlijk voortstuwt en kun je zelfs tijdens de lastigste training nóg dieper gaan. Ik zoek ook geen uitvluchten meer. Vroeger moest bij mij álles kloppen om rap te lopen. Nu maak ik me niet druk als ik, zoals in Madrid, op het gras moet opwarmen in plaats van op de piste. Mee- of tegenwind, ver van of dicht bij huis: ik wil élke keer knallen.’

Na je 12.89 in Oslo – twee honderdsten boven je record – zei je: ‘Ik heb een chrono in mijn hoofd die ik ooit wil lopen.’ Wat is die droomtijd?

BERINGS: ‘Dat hou ik voor mezelf. ( lacht) Ik wil er ook geen obsessie van maken. De perfecte race heb ik alleszins nog niet gelopen. Maar als ik die kan benáderen, zit er een veel snellere tijd in.’

Als dat lukt op het EK, wat is er dan mogelijk?

BERINGS: ‘Met mijn huidige niveau – constant rond en onder de 13 seconden – is een finale realistisch. En daar ga ik ook resoluut voor. Om de top vijf echter binnen te duiken, of zelfs een medaille te behalen, moet het toch één tot twee tienden sneller. En dan blijf je afhankelijk van de concurrentie.’

Wat na het EK? Focussen op de Olympische Spelen van 2020?

BERINGS: ‘Zo ver denk ik niet. Dan zal ik 34 zijn, hé. Ik heb zelfs nog niet beslist of ik na dít seizoen verder doe. Afhankelijk van een nieuw topsportcontract – zonder is het voorbij – én van mijn gevoel. Evengoed vind ik na Berlijn, zélfs na een EK-finale, dat het genoeg geweest is.

‘Sowieso ben ik niet bezig met een specifiek moment om te stoppen, want dan focus je daar te veel op. Dat zal ik van de ene op de andere dag beslissen. Zolang ik er echter voldoening uithaal door op dit niveau te lopen en ik kan genieten van topsport – van het reizen, het samen trainen met andere atletes, van dat ene spannende moment net voor de start, van dat gevoel om nét over de horden te zweven – dan zal ik allicht verder doen. Eén ding is zeker: aan honderd procent. Voor minder ga ik niet.’

Trainen met een wereldtopper

In haar drive om aan zichzelf te blijven schaven vertoefde Eline Berings half juni tien dagen in het Wit-Russische Minsk, om er te trainen met Alina Talay, een absolute wereldtopper. ‘Ik kende haar al langer, en toen we in april toevallig samen in Turkije op stage waren, raakten we opnieuw aan de praat. Toen werd het idee geopperd om eens naar Minsk te trekken. We zijn immers twee dezelfde types: qua karakter – allebei zeer perfectionistisch – en qua fysiek – we zijn ongeveer even groot. Hoewel ik niet aan Alina’s beste tijden kan tippen, kon ik haar wel helpen met haar start, en zij mij met de rest. Een heel leerrijke ervaring die me opnieuw een procentje beter gemaakt heeft.’

Geen schrik voor het zwarte gat

Wanneer haar sportcarrière zal eindigen, weet Eline Berings nog niet. Wel welke richting ze daarna wil inslaan. ‘Ik heb een diploma als klinisch psycholoog en heb de laatste twee jaar ook een opleiding gevolgd als sportpsycholoog aan de KU Leuven, met stages bij onder meer Ellen Schouppe en Els Snauwaert, de sportpsychologen van de Belgian Cats en enkele olympische atleten. Het boeit mij enorm, de mentale kant van de sport, het motiveren van atleten. Ik kán dat ook goed. En als één iemand een sporter kan vertellen hoe hij of zij met tegenslagen moet omgaan, dan ben ik het, hé. ( lacht) Ik ben dus zeker niet bang van het zwarte gat – dat zal mijn beslissing over wel of niet stoppen geenszins beïnvloeden. Binnen drie maanden of over twee jaar, dat maakt niet uit, want ik weet dat ik met mijn diploma daarna alle kanten op kan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content