Mehdi Carcela: ‘De supporters zorgen ervoor dat Standard een grote club zal blijven in België’

© BELGAIMAGE
Emilien Hofman Journalist

Mehdi Carcela is opnieuw een speler van Standard. De 26-jarige Marokkaanse middenvelder wordt tot het einde van het seizoen gehuurd van het Griekse Olympiacos. Daarna heeft Standard een aankoopoptie. Herlees een interview dat Sport/Voetbalmagazine in september vorig jaar met hem had en waarin hij over Standard sprak.

Dit artikel verscheen eerder in S/VM van 20 september 2017

Na een jaar vechten tegen de degradatie in Granada is Mehdi Carcela uiteindelijk bij een ambitieuze topclub beland: Olympiacos. Hij hoopt er nog eens te schitteren vooraleer hij aan het vervolg begint te denken: op wereldreis gaan of zijn vaders handeltje in brocante overnemen?

De Griekse reus wachtte er al twee jaar op. Dinsdag 12 september was het dan zover: Olympiacos speelde weer in de Champions League, thuis tegen Sporting Clube de Portugal. Voor de wedstrijd ontrolden de Griekse supporters een enorme tifo met daarop een speler van Olympiacos die de grote Europese clubs op de knieën dwong. Het doel werd evenwel gemist: tegenover de vlot voetballende Portugezen ging Piraeus met 2-3 de boot in. De dag erop liet een mogelijk geïrriteerde coach Besnik Hasi de avondsessie verlengen en mochten zijn spelers pas rond tien uur s avonds beschikken.

Een uurtje later komt Mehdi Carcela op zijn tijdelijke appartement in het zuiden van de stad aan. Hij is heel gelukkig dat hij zijn hotelkamer achter zich heeft kunnen laten. Bij een rijstschotel en een Fanta beginnen we aan het interview.

Van wanneer dateerden de eerste contacten met Olympiacos?

MEHDI CARCELA: Ik was nog met vakantie in Marrakesh toen de coach me belde. Ik was echt verrast want hij had al veel informatie over mij ingewonnen: hij wist wat mijn kwaliteiten en sportieve gebreken zijn, maar hij wist ook heel wat over mijn karakter naast het veld. En ik vond het wel fijn om zon grote uitdaging als Olympiacos aan te gaan: ons kwalificeren voor de Champions League en snel bijdragen tot het functioneren van een heel nieuwe groep.

Je hebt eens gezegd: We worden als helden beschouwd terwijl we niks gedaan hebben. We hebben niemands leven gered, we trappen gewoon tegen een bal. In Griekenland kennen ze er anders wel wat van…

CARCELA: Het was al heftig bij Benfica, maar die passie hier is nog wat anders. De Griekse fans zijn bij momenten nog sneller opgefokt. Als je wint, is alles koek en ei, maar ik kijk niet bepaald uit naar een periode dat het wat minder gaat… (lacht) Wat mijn uitspraak betreft: ik zie in voetbal niet meer dan entertainment. Sommigen zien het als een oorlog, maar dat is onzin: wij willen de mensen net geluk schenken.

Granada, dat was mentaal moeilijk. Bij mijn vorige clubs was ik het nooit gewoon om zoveel te verliezen.

Welke balans maak je op na je passage in Granada?

CARCELA: Ik voelde me als een vis in het water in La Liga, dat is echt de competitie die bij mij past: technisch spel over de grond. En het leven in het land van mijn voorouders was ook geweldig. Ik ontmoette er de zus van mijn opa en een aantal neven en nichten. De familie Carcela is erg groot! Ze zijn ook geregeld komen kijken, want ze supporteren voor de club.

Hoe zat dat met die Chinese investeerder die de club overgenomen heeft?

CARCELA: Hij blijft op de achtergrond. Hij heeft veel gedaan voor de club, maar je voelde wel dat hij ervaring miste, zeker op transfergebied. Daardoor moesten we vechten voor het behoud: veel spelers waren te naïef voor La Liga. Ik was nochtans van plan om te blijven als we ons gered hadden.

Je ging vorig seizoen naar verluidt ook op persoonlijk vlak door een moeilijke periode?

CARCELA: Ja, Granada, dat was mentaal moeilijk. Bij mijn vorige clubs was ik het nooit gewoon om zoveel te verliezen. Dat was echt lastiger dan ik had gedacht. De ploeg werd op psychologisch vlak ook niet opgevolgd, we waren op onszelf aangewezen.

Je ontwikkelde er zelfs fobieën door, vliegangst bijvoorbeeld?

CARCELA: Dat komt wel eerder door het ouder worden. Ik heb soms schrik bij schokken terwijl ik vroeger op twee oren sliep. Bovendien vlieg ik niet graag alleen. Het is niet zo erg als bij Dennis Bergkamp (die weigerde te vliegen, nvdr), maar het komt toch in de buurt. (lacht)

Door te tekenen bij Anzji heb ik tien jaar voorsprong in ervaring genomen op anderen.

Je hebt het zelf gezegd dat je nu serieuzer bent dan vroeger.

CARCELA: Door te tekenen bij Anzji heb ik tien jaar voorsprong in ervaring genomen op anderen. Vandaag merk ik het vooral aan mijn manier van praten: vroeger gebruikte ik slang van de straat, zelfs voor de camera. Nu neem ik meer afstand, denk ik beter na.

Dit is je vierde club in twee jaar. Dat is geen toonbeeld van stabiliteit.

CARCELA: Ik heb altijd gezegd dat ik zoveel mogelijk wilde rondtrekken in mijn carrière. Ik heb zin om dingen te ontdekken. Anders was ik wel in Lissabon gebleven. Maar als ik echt zou verliefd worden op een club, dan zal ik er wel blijven.

En dat is nog niet gebeurd?

CARCELA: Jawel, bij Anzji! Maar niks komt in de buurt van Standard uiteraard.

Je band met de Rouches is duidelijk, maar volgens meerdere bestuurders was het eerder kalverliefde.

CARCELA: Ik heb veel dwaasheden begaan, maar ik denk niet dat ik Standard geschaad heb. Ik was een onstuimige puber, op oudercontacten zeiden de leraars vaak: Ik zie Mehdi graag, hij is als mijn eigen zoon. Maar hij werkt op de zenuwen! Ik had nochtans goeie punten. Tot ik sportonderwijs ging volgen en een paar dingen uithaalde… Ik kom uit Droixhe, dat is het paradijs niet, mijn jeugd was niet eenvoudig. Maar ik ben tenminste niet in de cel beland voor diefstal, ik kreeg hooguit strafstudie op school. Dan zat ik daar elke woensdag teksten over te schrijven.

De grootste flirt uit je carrière was met Real Madrid. Vertel dat nog eens.

CARCELA: Dat was in 2011, toen ik twijfelde tussen Marokko en België. Ik had aanbiedingen van Arsenal, Marseille en Benfica, maar de coach van Real destijds stelde voor dat ik zou testen bij de U21. Alleen zette de club druk opdat ik voor België zou kiezen, want ze hebben daar niet graag dat hun spelers tijdens het seizoen naar de Afrika Cup gaan. De onderhandelingen waren aan de gang, maar toen kwam dat ongeval… (op 17 mei kreeg Carcela een trap in het gezicht van Genkspeler Chris Mavinga en hij liep daarbij meerdere breuken op, nvdr).

Het kostte je veel tijd om van dat ongeval te herstellen. Je raakte een tijd elk balgevoel kwijt.

CARCELA: Ik denk dat dat vooral kwam door de medicatie. Ik was compleet suf gedurende enkele weken. Dat was te merken in het begin bij Anzji. De eerste training was rampzalig: ik schoot overal naartoe, behalve tussen de palen. Maar ik heb me daar nooit zorgen over gemaakt, ik wist dat het zou terugkomen.

Kun je zes jaar later met de hand op het hart zeggen dat Anzji ondanks alles een keuze van het verstand was, een soort verzekering in geval je niet meer terug op niveau zou geraken?

CARCELA: Neen, neen! Ook al dachten veel mensen dat het afgelopen was met mij, ik wist dat het anders was. En dat heeft mij ook geholpen: ik heb graag jaloerse mensen en vijanden, ik zie hen nog liever dan mijn vrienden. (knipoogt) Serieus: Anzji was de beste keuze in mijn carrière. Ik speelde er naast een vedette als Samuel Eto’o en we gingen er in twee jaar echt op vooruit. Ik heb mijn twee beste seizoenen in Rusland gespeeld.

Hoe zou je Suleiman Kerimov omschrijven, de exuberante clubvoorzitter destijds?

CARCELA: Hij had een groot hart en gaf graag cadeaus aan zijn spelers. Maar goed, dat waren natuurlijk cadeaus van een andere planeet. Elke week mochten we bij hem gaan dineren, telkens in een andere residentie. We aten er goed en soms gaven bekende Amerikaanse rappers er een privéconcert. Hij hield van het goede leven, Kerimov. Hij heeft met de dood geflirt (hij raakte zwaar verbrand bij een ongeval met een Ferrari inNice, nvdr) en dat voelde je in de aandacht die hij aan mensen gaf.

Samuel Eto’o heeft me geholpen om minder cadeaus te geven, om me bewust te zijn van mijn talent en me minder vragen te stellen.

Het is opletten geblazen voor de excessen van Moskou, zei je destijds, toen je in de hoofdstad woonde. Wat bedoelde je?

CARCELA: De levenskost, de eenzaamheid, het uitgaan en de restaurants! Ik kon niet koken, dus ging ik bijna elke avond uit eten. Mbark Boussoufa, Lassana Diarra en de andere buitenlanders kwamen bijeen in de Chinese, Japanse of Italiaanse restaurants van de stad. Gelukkig was ik destijds nog maar 21 en kon ik drie keer per dag gehaktballen eten zonder dat je het aan mij zou zien. Als ik dat vandaag zou doen, dan zou ik niet meer kunnen lopen.

Samuel Etoo vertelde dat jij het grootste ruwe talent was met wie hij had samengespeeld sinds Lionel Messi. Het mooiste compliment in je carrière?

CARCELA: Uiteraard doet dat plezier, zeker omdat Samuel mijn favoriete speler van Barcelona was. Toen ik klein was, nam ik hem altijd op PlayStation – dat was zot: je moest de spelers met de rug naar het doel zetten opdat ze zouden scoren – en dan riep ik Etooooaan op zijn Marrokaans wanneer hij de weg naar het net vond. De Kameroener is heel belangrijk voor mij geweest in mijn carrière. Ik heb het altijd moeilijk gehad om te vertrouwen op mijn spel, om me te laten gelden zonder schrik te hebben om anderen in de schaduw te stellen. Er zit een té altruïstisch kantje aan mijn carrière. Samuel heeft me geholpen om minder cadeaus te geven, om me bewust te zijn van mijn talent en me minder vragen te stellen.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld Romelu Lukaku, die bezeten is van voetbal, lijk jij er niet zoveel om te geven?

CARCELA: Ik krijg een video van al mijn matchen en die bekijk ik… ook al heb ik daar geen zin in. Ik haat het eigenlijk om naar voetbal te kijken. Ik vind het te berekend, er is te veel aandacht voor het imago. Voor velen zijn de sportieve kwaliteiten van een speler ondergeschikt aan zijn Instagramaccount.

Je bent dus niet van plan om in het voetbal te blijven na je spelerscarrière?

CARCELA: Ik denk, wanneer ik stop met voetballen, dat ik dan te voet een reis rond de wereld ga maken. Niet als sportieve uitdaging, maar om zelf culturen te ontdekken. Ik zou dan de vrijheid en de tijd hebben om de Mehdi van na het voetbal te ontdekken. Niet de nieuwe Mehdi, want ik zal altijd dezelfde zijn, maar degene die leeft zonder voetbal.

Heb je al een bestemming in gedachten?

CARCELA: Indonesië en India. Ik hou van die cultuur, ik ben een fan van de Indiase cinema. Vroeger lachte ik erom, maar sinds mijn nicht me er liet mee kennismaken, kijk ik voortdurend. Ze beelden doorwrochte verhalen uit met straffe acteurs die emoties kunnen opwekken.

Je omringt jezelf met kunst. Zo speel je sinds lange tijd bijvoorbeeld al piano?

CARCELA: Van toen ik nog een kind was. Op mijn elfde hoorde ik de conciërge in Droixhe pianospelen. Hij liet het mij ook eens proberen en toen ik wilde naspelen wat hij had gespeeld, vond ik meteen de noten. Daarna zat ik voortdurend bij hem, zelfs wanneer hij sliep… (lacht) Ik heb nooit partituren leren lezen, ik doe alles op het gehoor. En daar wil ik het niet bij laten, ik zou graag ook zingen, zelfs nog voor het einde van mijn carrière!

En wat met brocante, de passie van je vader?

CARCELA: Mooie herinneringen! Hij zocht altijd naar oude en rare dingen, maar die hadden wel een enorme waarde. Ik weet nog dat hij me eens wakker maakte om zes uur s morgens – ik had wel kunnen overgeven – omdat ik hem geluk moest brengen bij zijn zoektochten. We hebben eens een dwaze marmeren tafel gevonden, die hij doorverkocht voor 35.000 euro! Hij deed ook zaken in brocante met Dominique DOnofrio, dat was een tweede vader voor mij. Maar ik denk niet dat ik in zijn voetsporen zal treden! (lacht)

‘De supporters maken de club’

Drie jaar zonder play-off 1, drie wedstrijden op rij zonder te scoren, een gelijkspel tegen Charleroi dat als een overwinning wordt gezien… Is het statuut van Standard aan het veranderen?

Mehdi Carcela: ‘Op dit moment zijn het de supporters die de club maken. Zij zorgen ervoor dat Standard een grote club zal blijven in België. Nu, ik denk wel dat de club van de zomer goeie transfers heeft gedaan. Poco en Polo kennen het huis. Agbo en Ochoa zijn klasbakken die het wel zullen maken als ze wat tijd krijgen.’

Het is bekend dat je een goeie vriend bent van Adrien Trebel. Heeft hij je raad gevraagd voor hij bij Anderlecht tekende?

Carcela: ‘Ik denk dat hij dat tegen niemand gezegd heeft… In elk geval heeft hij het er niet met mij over gehad. Ik denk dat hij wat beschaamd was… (lacht) Het was voor mij echt een verrassing, maar ik weet dat Adrien de supporters van Standard waardeert, hij heeft daar mooie momenten gekend.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content