‘ Beerschot Wilrijk maakt heel weinig fouten’

© belgaimage

In reeks 1B is de strijd om de eerste periodetitel gestreden. Beerschot Wilrijk mag zich alvast opmaken voor een promotiefinale begin maart. Wat moeten we nog onthouden van deze eerste speelronde in de Proximus League? Sport/Voetbalmagazine deed de ronde van de acht clubs en legde hen enkele conclusies voor.

De strijd om de eerste periodetitel werd een duel tussen OH Leuven en Beerschot Wilrijk. De Antwerpenaren kwamen er uiteindelijk als winnaar uit, maar hebben zij ook de beste ploeg?

Mo Messoudi (Beerschot Wilrijk): ‘Wij verdienen die eerste periodetitel. Omdat we het beste voetbal brachten en de mooiste goals maakten. Mocht je een compilatievideo maken van al onze doelpunten zou je daar heel weinig frommelgoals tussen zien. Terwijl OHL het toch meer van standaardsituaties moet hebben. Met Casagolda, Schuermans en Moore hebben ze heel wat lengte en daar maken ze optimaal gebruik van. Verder hebben ze met Storm en Aguemon snelle en sterke flankaanvallers, dat zijn hun sleutelspelers. Bij het begin van het seizoen hadden we als promovendus een duidelijk doel: top vier. Meer niet, want we waren nieuw in de reeks, hebben een van de kleinste budgetten en zagen hoe OHL vorig seizoen maar nipt degradatie wist te vermijden. Alles ligt dicht bij elkaar in deze reeks. Maar al snel merkten we dat we de kwaliteiten hebben om meer te ambiëren.’

Dimitri Daeseleire (OH Leuven): ‘We speelden tweemaal gelijk (2-2 en 1-1, nvdr) tegen Beerschot Wilrijk, we zijn elkaar dus waard. Ze spelen doorgaans met drie achterin, maar maken heel weinig fouten. Dat komt door de ervaring in hun elftal: Swinkels achterin, Messoudi op het midden en Losada voorin. De offensieve linie Losada – Placca is van het beste in deze competitie. Bovendien kunnen ze rekenen op een twaalfde man, zoals Antwerp vorig seizoen. Vooral in thuiswedstrijden geeft die hen een meerwaarde. Zo ondervonden wij zelf toen het bij hen in de laatste tien minuten echt pompen of verzuipen werd. Maar ook dit OHL is aan het groeien. De sfeer en dynamiek bij Leuven is geweldig, van het beste dat ik in mijn carrière al meemaakte. Een goeie mix van Belgen en buitenlanders.’

Frédéric Frans (Lierse): ‘OHL en Beerschot zijn de twee sterkste ploegen in de reeks, maar met een heel verschillende aanpak. Beerschot is meer gestoeld op techniek en combinatievoetbal. Daar hebben ze ook de spelers voor met Messoudi en Losada als exponenten. Die twee ervaren mannen zijn daar niet om uit te bollen, dat is duidelijk. OH Leuven daarentegen speelt meer vanuit de omschakeling en maakt gebruik van de snelheid en fysiek die ze in de kern hebben, zoals Storm en Aguemon. Meer Brits voetbal.’

Herman Wijnants (Westerlo): ‘Die beide kernen zijn elkaar waard. En reken Cercle Brugge daar ook maar bij. Ik denk dat iedereen verwacht had dat zij bovenin een woordje zouden meespreken. OHL en Cercle hebben door de buitenlandse investeerders veel meer middelen dan wij, en Beerschot Wilrijk profiteert van de goede flow van de voorbije seizoenen. Wij hebben dat twintig jaar geleden ook meegemaakt, toen we enkele jaren na elkaar promoveerden. Dat is een heel ander gevoel dan wanneer je als degradant aan de bak moet in tweede klasse, dat kost tijd om je van zo een opdoffer te herstellen. Dit is een heel rare reeks, want zowel tegen OHL als Beerschot deden wij goed mee, terwijl we dan tegen Union bijvoorbeeld twee keer overspeeld werden.’

Roeselare won vorig seizoen de eerste periodetitel en kende nadien een serieuze terugval waarvan het zich niet herstelde. Het verloor kansloos de promotiefinale van Antwerp FC. Kan Beerschot Wilrijk deze flow aanhouden of riskeert het een gelijkaardig scenario?

Dimitri Daeseleire (OHL): ‘Bij Antwerp hebben we ons vorig seizoen na het missen van de eerste periode volop geconcentreerd op de tweede periode. In de winterstop hebben we keihard getraind zodat we in die resterende acht matchen na de winterstop konden pieken. We finishten sterk. Dat kan een voordeel geweest zijn ten opzichte van Roeselare die de eerste periode wonnen. Maar als je de eerste periode wint, vind ik wel dat je op dat elan moet trachten door te gaan: win je ook de tweede periode ben je immers zeker van promotie. En als je vier of vijf matchen voor het einde merkt dat dat niet meer mogelijk is, kan je even gas terugnemen om te pieken naar de promotiefinale. Deze formule vormt hoe dan ook een uitdaging voor trainers en fysiektrainers, zij moeten constant inspelen op wisselende scenario’s.’

Mo Messoudi (Beerschot Wilrijk): ‘Het vreemde aan deze reeks is dat elke match groot belang heeft. Elke ploeg speelt wel voor de titel of strijdt tegen degradatie. Gelukkig ligt onze kwaliteit net in die regelmaat. Vorig seizoen behaalden wij bijvoorbeeld evenveel punten in de heenronde als in de terugronde. Met een achterban als de onze ben je trouwens verplicht om elke partij voluit te gaan. Daarom verwacht ik niet meteen een terugslag in de tweede periode. Bovendien komen er een heleboel jongens weer bij: Zoua, Pietermaat, De Jonghe, Mbombo. Onze kern is niet zo breed, maar met hen terug fit heb ik er vertrouwen in dat we deze flow kunnen aanhouden.’

Naast OHL kan ook Cercle Brugge sinds deze zomer rekenen op heel wat financiële input uit het buitenland, maar de Bruggelingen presteerden vooralsnog te wisselvallig. Worden zij de te kloppen ploeg in de tweede periode?

Dylan De Belder (Cercle Brugge): ‘Ons doel was en is duidelijk: promotie. De eerste periode mag je dus gerust ontgoochelend noemen. We weten wat ons te doen staat in de tweede periode. Het potentieel is alleszins voorhanden, dat bewezen we begin oktober met 0-3-winst op het veld van Beerschot Wilrijk. Tijdens mijn eerste weken hier in Brugge stond ik versteld van het niveau op training. Je ziet duidelijk de Franse school: veel snelheid en techniek. Maar de meeste spelers zijn heel jong en na een goeie start kregen we een pandoering tegen Leuven en sloop er twijfel in de groep. Het komt er op aan eens een reeksje neer te zetten.’

Dimitri Daeseleire (OHL): ‘Voorspellingen zijn moeilijk, want dit is een rare reeks. Wel plezant, maar niet logisch. Ik verwacht in de tweede periode veel van Roeselare en Cercle Brugge. Daar hebben ze wat kunnen experimenteren in de eerste periode. Cercle kende pech op belangrijke momenten, waardoor ze net de bus met ons en Beerschot Wilrijk misten, maar ze staan desondanks toch ook mee bovenaan. Het is een heel sterke ploeg. Wat eigenlijk voor alle clubs in 1B geldt. Ook een ploeg als Union is bijvoorbeeld een erg lastige tegenstander. Met veel snelheid voorin, wat zeker bij hen, op dat grote veld van het Koning Boudewijnstadion, een voordeel is.’

Mo Messoudi (Beerschot Wilrijk): ‘Cercle heeft veel individueel talent, elke positie is bijna driedubbelbezet. Alleen waren ze tot dusver te wisselvallig. Ik verwacht dat zij in de tweede periode zullen opzetten, net als Roeselare en Lierse.’

Lierse SK verzamelde vorig seizoen de meeste punten in 1B, maar miste desondanks een promotiefinale. Dit seizoen doen de Pallieters niet mee bovenin en liet eigenaar Maged Samy weten dat hij de club wil verkopen. Komt het nog goed met Lierse?

Frédéric Frans (Lierse): ‘De teleurstelling na het missen van de promotie was enorm, dat mag je niet onderschatten. Afgelopen zomer veranderde er veel. Een paar spelers wilden een transfer en verlieten de club, en voor onze nieuwe trainer Frederik Vanderbiest waren de omstandigheden geen geschenk. Als je na een monument als Eric Van Meir komt, moet je misschien nog een aantal spelers overtuigen – ook al is Vanderbiest zeker een goeie coach. We mikken op de top vier en PO2, maar na onze teleurstellende eerste periode moeten we vooral niet te hoog van de toren blazen. Hopelijk komt er snel duidelijkheid over de toekomst van de club. Het is duidelijk dat Maged Samy de club wil verkopen, maar ik ken hem ook, hij zal Lierse niets tekort doen zolang hij hier eigenaar is. We zien bij Cercle en OHL wat het met een groep doet als er duidelijkheid komt omtrent de toekomst. Dan pas kan je echt vooruit kijken. En wie weet profiteren wij dan wel eens van het systeem met periodekampioenschappen.’

Herman Wijnants (Westerlo): ‘Ik ken Samy goed, hij is een beetje gedegouteerd van het Belgische voetbal en nu hij er een Griekse club bij heeft, vormt Lierse geen prioriteit meer. Maar geen nood, als hij vertrekt, zal er wel snel een nieuwe investeerder klaarstaan.’

Julien Vercauteren (Union): ‘Toen ik er nog speelde, was de Académie van Jean-Marc Guillou de basis waarop gebouwd werd en dat zorgde op een bepaalde manier voor stabiliteit in de club. Ik heb de indruk dat dat na het jammerlijke missen van de promotie veranderde en dat er meer onduidelijkheid heerst. Het verrast me wel een beetje.’

Zes van de acht clubs in 1B zijn in buitenlandse handen en daar komt straks misschien nog Beerschot Wilrijk bij, dat onderhandelt met Saoedische investeerders. Welk effect heeft dat op de competitie?

Dennis van Wijk (Roeselare): ‘Het niveau is absoluut de hoogte ingegaan. (zie kader) Ploegen als Cercle, OHL en Beerschot Wilrijk hebben heel wat individuele klasse in huis. De salarissen en budgetten zijn op het niveau van eerste klasse. Het nadeel daarvan is dat tweede klasse daardoor zijn functie als opleidingsplatform kwijtraakte. De clubs in 1B treden nu veelal met gevestigde waarden aan. De wedstrijden zijn te belangrijk geworden, want als je bij de laatste vier verzeilt gaat de alarmbel af en komt de toekomst van een club in gevaar. Er is nu veel minder marge om jonge talenten fouten te laten maken.’

Herman Wijnants (Westerlo): ‘Ik besef heel goed dat Westerlo het moeilijk zal krijgen in deze reeks, waar wij straks misschien nog de enige club zijn zonder buitenlandse investeerder. Maar ook wij spreken met gegadigden, we moeten wel, dat is de schuld van de Pro League, die amper iets van tv-geld naar 1B sluist. Je kunt daarbij voor twee pistes gaan. Of je gaat voor een investeerder die geen andere clubs heeft en dan weet je dat het doel is om zoveel mogelijk spelers te verkopen. Of je gaat, zoals OHL en Cercle, als satellietclub fungeren. Maar dan weet je dat de neiging groot zal zijn om eigen mannetjes te plaatsen. In die zin was bijvoorbeeld het vertrek van Dennis van Wijk bij OHL geen verrassing. Ook met spelers is dat zo. Kijk naar Cercle en al zijn Monacohuurlingen. Dan verlies je toch een stuk identiteit en continuïteit. Maar het kan ook anders, zo bewijst OHL en zo ondervind ik wanneer wij met buitenlandse investeerders praten: in de meeste gevallen informeren ze toch heel expliciet naar de jeugdwerking. Dat is positief, maar eigenlijk is het niet normaal dat zes van de acht clubs in 1B in buitenlandse handen zijn.’

door matthias stockmans – foto’s belgaimage

‘De sfeer bij OH Leuven is van het beste dat ik in mijn carrière al meemaakte.’ Dimitri Daeseleire (OHL)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content