Belastingparadijs

België is een belastingparadijs. Daar kijkt u even van op, niet? Neen, niet voor u of mij, maar voor professionele voetballers, basket- en volleybalspelers. Dat kost de belastingbetaler jaarlijks ruim 140 miljoen euro en daar wil SP.A een einde aan maken.

Het is uitermate grappig dat de gunstmaatregelen voor topsporters in teamsporten hun oorsprong vinden bij … SP.A’er Johan Vande Lanotte. Hij zette begin deze eeuw toenmalig minister van Financiën Didier Reynders ertoe aan om een belastingtarief van 18 procent in te voeren voor buitenlandse voet- en basketballers die minder dan vier jaar bij een Belgische club actief waren. Dat maakte het een stuk makkelijker om Amerikaanse subtoppers in Oostende een balletje te laten gooien.

In 2008 werd de wetgeving aangepast. Belgische spelers betaalden gemiddeld een belastingtarief van ruim 40 procent. Fiscale discriminatie en veel jongens gingen net over de grens wonen. Om de ongebreidelde import van buitenlandse spelers af te remmen en de eigen jeugd meer kansen te geven werd een voordelig belastingtarief bedacht, ook voor Belgen.

Sindsdien genieten profspelers en hun clubs van een onaanvaardbaar gunstregime. Het gemiddelde bruto maandloon van een speler uit de Jupiler League bedraagt 21.000 euro en daar betaalt hij een socialezekerheidsbijdrage op van 280 euro per maand of minder dan 2 procent. Een gewone werknemer betaalt 13 procent aan sociale zekerheid of 2730 euro in geval hij evenveel zou verdienen als een bezoldigde sportbeoefenaar.

De totale loonmassa van een speler in de Jupiler League wordt slechts aan 14 procent belast. Voor een gewone sterveling, die meestal veel minder verdient, is dat ruim 50 procent.

Ook de clubs delen in de belastingvreugde. De bedrijfsvoorheffing op het brutoloon van de speler moet slechts voor 20 procent doorgestort worden aan de fiscus. 80 procent blijft dus in de clubkas en kan gebruikt worden om de spelerslonen nog wat op te trekken.

De wet heeft haar doel totaal gemist. Nooit eerder zijn zoveel Belgische spelers de grens overgetrokken en de import van buitenlandse middelmaat gaat ongebreideld verder. Vorig seizoen kregen Belgische spelers slechts 9,7 procent speelminuten in onze topklasse. Vergelijk dit met onze buurlanden: Duitsland 13,3 procent, Frankrijk 19,4 procent en Nederland 22,8 procent.

En er kwamen deze zomer alweer buitenlanders bij in de Jupiler Pro League. Vorige week stond de teller op 313, een nieuw record. Eind augustus komen we in de buurt van 350 uit.

Desondanks willen een aantal clubleiders morrelen aan het aantal Belgen die een club op het scheidsrechtersblad moet invullen. Ook al gaat het maar om zes van de achttien namen en worden spelers die jonger zijn dan 21 (tot vorig seizoen was het 23) en minstens drie jaar in ons land actief zijn als (voetbal)Belg beschouwd.

Belgische spelers zijn schaars en daardoor duur, luidt het excuus. Maar het is gewoon onbegrijpelijk dat clubs uit de tweede helft van de ranglijst nauwelijks spelers kunnen opleiden voor hun niveau.

De meerderheidspartijen willen de fiscale voordelen van de clubs niet afschaffen, maar inkrimpen. Een eerlijkere verdeling zou misschien een beter idee zijn. Nu zijn het vooral de topclubs die profiteren. Voor een speler die 500.000 euro per jaar opstrijkt, betaalt de club immers slechts 3634 euro aan sociale zekerheid. Het zijn dus vooral de grootste vijf clubs die met de miljoenen van de staat gaan lopen. Kortom, de fiscus maakt de rijken rijker.

Er zouden ook voorwaarden kunnen worden gekoppeld aan deze subsidies. Om te beginnen is het krankzinnig dat miljonairs uit Rusland, Thailand, Qatar of Japan, voor wie een Belgische club niet meer of minder is dan een middel om sportief en/of economisch voordeel te verwerven, belastinggeld krijgen. De overheid zou ook (aangescherpte) voorwaarden kunnen stellen op gebied van het aantal in ons land opgeleide jongens, de sociale werking, supportersinspraak en jeugdwerking (ook in de breedte). Dan is er niets mis met staatssteun aan echte voetbalclubs.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content