BLUES, GUNNERS & WHITE HART LANE

Van de 92 Engelse profclubs, verspreid over vier afdelingen, voetballen er 12 in Londen. Maar welke is de populairste, de grootste en de meest succesvolle van de Britse hoofdstad? Een analyse van de cijfers.

Fulham Football Club is de oudste (1879) Londense club die nog altijd profvoetbal speelt, Royal Arsenal werd in 1891 de eerste profclub en was in 1931 – herdoopt in Arsenal Football Club – de eerste Londense landskampioen. Een simpel inleggertje van Morton Betts bezorgde Wanderers FC – een verzameling van oud-leerlingen van grote Londense privéscholen – in 1872 de allereerste editie van de FA Cup.

Ook de roots van de voetbalbond liggen in de hoofdstad, waar elf clubs in 1863 in een vrijmetselaarscafé in Covent Garden de Football Association stichtten, maar in de pioniersjaren waren de Londense teams amper een voetnoot. Het echte hart van het Engelse voetbal lag in het noorden en de West Midlands, waar de Industriële Revolutie net iets harder ging. Toen in 1888 de eerste competitie met twaalf clubs van start ging, blonk de hoofdstad uit in afwezigheid.

Opmerkelijk: de twaalf founding fathers die er wél bij waren – Accrington Stanley, Aston Villa, Blackburn Rovers, Bolton Wanderers, Burnley, Derby County, Everton, Notts County, Preston North End (de eerste landskampioen), Stoke, West Bromwich Albion en Wolverhampton Wanderers – zijn nog allemaal actief in een van de vier profafdelingen, met in totaal 92 clubs.

Van The 92 spelen er 12 in Londen, waarvan dit seizoen vijf op het hoogste niveau – Arsenal, Chelsea, Crystal Palace, Tottenham Hotspur en West Ham United. In de Championship, de tweede klasse, zijn ze met 4: Brentford, Fulham, Millwall en Queens Park Rangers. De hoofdstad heeft ook nog twee vertegenwoordigers in de League One – Charlton Athletic van Roland Duchâtelet en AFC Wimbledon -, Barnet is de enige Londense club in de League Two.

Onoverwinnelijk Arsenal

Voetbalstad nummer 1 is, wat het aantal landstitels betreft, nog altijd Liverpool: The Reds waren 18 keer de beste en Everton 9 keer. Het zilver, met 24 kampioenschappen, is voor Manchester: de teller van Man U staat op 20, The Citizens mikken dit seizoen op hun vijfde titel. Op drie staat Londen – Arsenal (13), Chelsea (6) en Tottenham Hotspur (2) -, goed voor 21 landstitels. Dankzij een inhaalbeweging die begin de jaren dertig door Herbert Chapman, de nieuwe manager van The Gunners, werd ingezet. Chapman gooide met geld, kocht spelers weg bij de concurrenten en verbouwde het stadion, waardoor de inkomsten naar ongekende hoogten stegen. The Bank of England Club, zoals Arsenal in die tijd werd genoemd, won voor de Tweede Wereldoorlog vijf titels en 2 FA Cups.

De hegemonie werd (even) doorbroken door Tottenham Hotspur, dat in 1951 als tweede Londense club landskampioen werd. Exact 50 jaar nadat de Spurs als amateurclub voor de eerste keer de FA Cup wonnen, de start van een bijzondere relatie met het cijfer… 1. It’s lucky for Spurs when year ends in one, we first won the cup when the century begun‘, zongen Chas & Dave in 1991, toen de club uit Noord-Londen voor de achtste keer de FA Cup won en het populaire Engelse popduo een trend zag. FA Cups in 1901, 1921, 1981 en 1991; League Cup in 1971, de enige twee landstitels in 1951 en 1961. Het meezingertje ging hoog in de charts, maar de Spurs wonnen niets meer…

Chelsea was een laatbloeier en pakte pas in 1955, exact een halve eeuw na de oprichting, zijn eerste landstitel. Met dank aan Ted Drake, ex-spits van… Arsenal, een van de eerste managers die in trainingspak in de dug-out zat en techniektrainingen – een zeldzaamheid in de fifties in Engeland – inlaste. Toen The Blues hun eerste titel wonnen, sommeerde Matt Busby, de legendarische manager van Manchester United, zijn Babes om een erehaag voor de nieuwe kampioenen te vormen.

Chelsea zou een paar keer uit de hoogste afdeling wegvallen, maar deed na de overname van Roman Abramovitsj (2003) met vijf titels, vier FA Cups en winst van de Champions én Europa League beter dan zijn Londense concurrenten. Aan de andere kant van de stad had Arsène Wenger sinds zijn komst in 1996 nochtans een geweldig parcours afgelegd. De Fransman kneedde een indrukwekkend team, met het seizoen 2003-2004 als absoluut hoogtepunt: Patrick Vieira, Dennis Bergkamp, Gilberto Silva, Thierry Henry, Kolo Touré, Robert Pirès en andere Fredrik Ljungbergs bleven een seizoen ongeslagen – een kunstje waar alleen Preston North End 115 jaar ervoor in geslaagd was – en gingen de geschiedenis in als The Invincibles. Indrukwekkend, vond ook de Engelse voetbalbond, die de zilveren Premier League Trophy eenmalig door een gouden exemplaar verving. Titels werden er in het Emirates Stadium sindsdien niet meer gevierd, al leidde Wenger The Gunners dit jaar wel naar een nieuw record van 13 FA Cups, eentje meer dan Manchester United.

The Big Three uit Londen wonnen 93 prijzen, de andere negen nog bestaande profclubs moesten tevreden zijn met de kruimels. Charlton Athletic won de FA Cup in 1947, toen op The Valley – in die tijd het grootste stadion van eerste klasse – geregeld meer dan 70.000 fans op elkaar stonden gepakt. West Ham United won zijn derde en laatste FA Cup in 1980, Wimbledon tekende in 1988 voor dé verrassing door in de finale met 1-0 te winnen van Liverpool, op dat moment op weg naar zijn 17e titel.

De legendarische BBC-journalist John Motson was in shock en riep: ‘The Crazy Gang has beaten the Culture Club!‘ Wimbledon Football Club speelde elf jaar ervoor nog in vierde klasse, maar schopte onder de Libanese voorzitter Sam Hammam het establishment – vaak letterlijk – tegen de schenen. Fysiek voetbal, rechttoe rechtaan, intimidatie als grootste kracht. Vinnie Jones, Dennis Wise, Lawrie Sanchez en John Fashanu: de knokploeg van Plough Lane, een krakkemikkig stadionnetje in Zuid-Oost-Londen, voetballend in donkerblauwe shirts met gele boordjes.

Maar: de voedingsbodem was beperkt, zodat de nieuwe eigenaars de club als een franchise verhuisden naar Milton Keynes, een forenzenstad op 90 kilometer van Wimbledon, en in 2004 herdoopten in MK Dons. De diehards van The Wombles waren niet mee verhuisd en richtten in 2002 een nieuwe club op, AFC Wimbledon, die op het negende niveau (Combined Counties League) een nieuw verhaal begon te schrijven. Een sprookje. Vijftien jaar later, na 6 promoties, voetbalt de club in de League One, derde klasse.

Grotere stadions

De Londense stadions kreunen. Sommige door ouderdomsverschijnselen, anderen zijn (veel) te klein. Toen Arsenal in 2006 van Highbury, sinds 1913 de thuishaven, naar het Emirates Stadium verhuisde, steeg het gemiddeld aantal toeschouwers van 38.200 naar 59.290, met een bezettingsgraad van 99 procent. En: de wachtlijst om een abonnement te kúnnen kopen, zwelt jaar na jaar aan. Momenteel staan om en bij de 45.000 fans op de lijst, jaarlijks komen er slechts 4000 plaatsen vrij. Wie zich dit jaar inschrijft, mag hopen op een abonnement voor het seizoen 2028-2029… De club uit Noord-Londen is bovendien de duurste van de Premier League: de goedkoopste seizoenkaart moet 1150 euro kosten, bij Chelsea en Tottenham is dat ‘slechts’ 850 euro.

Chelsea, vorig seizoen de nummer 2 met ruim 41.000 toeschouwers, flirt al vijftien seizoenen met een bezetting van 99 procent en gaat ook voor groter: 60.000 zitjes. De werken, met een geschatte kostprijs van 565 miljoen euro, moeten beginnen in 2019, drie jaar later hopen The Blues in hun nieuwe stadion te spelen. En: de club wil absoluut vasthouden aan de naam (Stamford Bridge), waardoor het volgens experts een commerciële deal van 170 miljoen misloopt. Tijdens de werken zal de club uitwijken naar Wembley Stadium, waar het per seizoen 22,6 miljoen huur moet betalen.

Een bom geld, maar de inkomsten zijn navenant, ondervindt Tottenham Hotspur dit seizoen. Het bestuur van de Spurs betaalt dezelfde huurprijs, maar zag het gemiddeld aantal toeschouwers stijgen van 31.639 naar… 72.229. De laatste tribunes van White Hart Lane gingen in de lente van dit jaar tegen de vlakte, tegen de start van het nieuwe seizoen zwaaien de deuren van de nieuwe kuip (61.500 plaatsen) open. Het Northumberland Development Project, waarin ook 579 huizen en een hotel met 180 kamers is voorzien, kost 850 miljoen, waarvan een deel wordt gerecupereerd door de naam van het stadion te commercialiseren. Adieu White Hart Lane, maar in de mallemolen van een miljoenenbusiness als de Premier League is geen plaats voor sentiment.

De meest authentieke stadionervaring is te beleven op Selhurst Park, de thuishaven van Crystal Palace, West Ham United is de goedkoopste Londense club in de Premier League: 327 euro voor 19 thuiswedstrijden, die sinds vorig seizoen in het London Stadium – het atletiekstadion van de Olympische Spelen in 2012 – worden afgewerkt. De abonnementen vlogen de deur uit, waardoor het gemiddelde van 34.900 naar net geen 57.000 steeg. En, de huurprijs valt – in vergelijking met Wembley Stadium – mee: amper 2,8 miljoen euro per seizoen.

Geldmachines

Op Twitter is Arsenal de populairste, op Facebook worden The Gunners ruimschoots overtroffen door de officiële account van Chelsea, dat bijna 10 miljoen volgers méér heeft. De nummer drie, Tottenham Hotspur, haalt op de twee sociale mediakanalen amper een vijfde van The Big 2, die ook meer shirts verkopen. Tussen 2011 en 2016 verkocht Chelsea gemiddeld 900.000 shirts per seizoen, Arsenal klokte af op 835.000. De Europese rangschikking wordt aangevoerd door Manchester United (1.750.000), gevolgd door Real Madrid (1.650.000), Barcelona (1.278.000) en Bayern München (1,2 miljoen). De twee Londense clubs, respectievelijk vijfde en zevende, worden van elkaar gescheiden door Liverpool.

En: hoe meer shirts worden verkocht, hoe meer de sponsors betalen. Vorig jaar kocht Chelsea de resterende zes jaar van het contract met Adidas af voor 45 miljoen euro, waarna het met Nike een nieuwe overeenkomst sloot tot 2032, waardoor het jaarlijks 67,8 miljoen casht. Arsenal (Puma) en Tottenham (Nike) moeten tevreden zijn met 34 miljoen euro, iets meer dan de helft van de club van Abramovitsj.

Die trend zet zich ook door bij de deals met de hoofdsponsors, waar Manchester United per jaar 53 miljoen euro van Chevrolet incasseert. In Londen is Chelsea (Yokohama) met 45 miljoen de nummer twee in de Premier League, Arsenal (Fly Emirates) haalt net geen 40 miljoen, terwijl Tottenham (AIA) het met minder dan de helft moet stellen. West Ham United en Crystal Palace, twee van de tien clubs die door een gokbedrijf worden gesponsord, zitten met 6,7 en 5,6 miljoen in de middenmoot van de Premier League, waar slechts 4 clubs op de steun van een Engelse firma kunnen rekenen.

Conclusie: Arsenal, met lengten voorsprong de meest succesvolle club uit Londen dat pas vorig seizoen voor het eerst sinds 1996 buiten de top vier eindigde, wordt op commercieel vlak overvleugeld door Chelsea, dat in een groter Stamford Bridge zijn voorsprong nóg kan uitbouwen. En ook de Spurs, die vorig seizoen hoger eindigden dan Arsenal, hebben de jacht op de buren in Noord-Londen geopend.

door chris tetaert

Arsenal is met 1150 euro voor het goedkoopste abonnement de duurste club uit de Premier League, bij Chelsea en Tottenham is dat ‘slechts’ 850 euro.

Chelsea casht nog tot 2032 jaarlijks 67,8 miljoen euro van kledingsponsor Nike, bijna het dubbele van wat Arsenal en Tottenham Hotspur incasseren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content