‘De eerste vonk kwam van Tom Boonen’

© BELGAIMAGE

Dylan Teuns start vandaag met BMC in de Ronde van de Algarve. In de zomer van 2017 verbaasde hij vriend en vijand door drie rittenkoersen te winnen op twintig dagen. ‘Dat smaakt naar meer.’

Van het leven genieten is er voor een coureur niet vaak meer bij. Vroeger dienden lentekoersjes als de Ronde van de Algarve om het wintervet eraf te trainen. In de Portugese voorjaarszon hoeft dat geen vreselijk karwei te zijn. Vandaag is elke koers bittere ernst. Zeker BMC lijkt zinnens om van de Algarve een belangrijke afspraak te maken. De Amerikanen starten met Richie Porte, Tejay van Garderen, Dylan Teuns, Stefan Küng, Simon Gerrans, Jürgen Roelandts en Loïc Vliegen. Op een paar punten en komma’s na lijkt dat de basisploeg voor de Tour de France, met die nuance dat één bijzonder belangrijke komma – Greg Van Avermaet – tezelfdertijd zijn vorm aanscherpt in de Ronde van Oman.

Ik heb twee zwaktes, en het zijn er fundamentele: zowel op lange cols als in de tijdritten kom ik tekort.’ Dylan Teuns

Dylan Teuns zal in die sterrencast geen modderfiguur willen slaan. De ranke renner uit Halen bij Diest is in recordtempo een grote naam geworden. Graag weten we wat hij gegeten heeft tussen 24 juli en 13 augustus 2017, en of hij zo nog een potje heeft staan. In drie weken tijd won Teuns twee ritten in de Ronde van Wallonië plus het eindklassement, één rit in de Ronde van Polen plus het eindklassement én twee ritten in de Arctic Race of Norway plus het eindklassement. De Limburger aanhoort onze opsomming met de glimlach en haalt de schouders op. ‘Niks speciaals gegeten, integendeel: héél veel honger gehad’, verklaart hij zijn wonderweken. ‘Tweeënhalf jaar was ik prof en ik had nog niks gewonnen, buiten een ploegentijdrit waar ik zelf weinig verdienste aan had. Ik zat ermee dat die eerste profzege zolang uitbleef. De zegehonger grommelde, maar dat ik mijn negatieve spiraal zo abrupt, zo extreem doorbrak, voelt nog steeds raar. Acht koersen winnen op twintig dagen, zeg… Ik kan het amper geloven.’

Een nieuw seizoen is begonnen. Hoe zit het met de honger?

Dylan Teuns: ‘Die is lang niet gestild. ( lacht) Winnen smaakt altijd naar meer, maar ik ga niet zweven. De kans is reëel dat ik nooit meer zo’n zegereeks meemaak. Weet je waar ik veel deugd van heb gehad? Mijn eerste hoogtestage, vlak voor de Ronde van Wallonië. Achteraf bekeken heeft die alles in gang gezet.’

Je gaat toch niet vertellen dat het de eerste keer was dat jij op hoogte trainde?

Teuns: ‘Toch de eerste keer met als doel om mij specifiek klaar te stomen voor een koers. In 2014, als stagiair bij BMC, was ik al eens op hoogtestage geweest, om te ontdekken hoe dat voelt. Nadien won ik gelijk een kermiskoers, een rit in de Ronde van de Toekomst, en hield ik als enige het wiel van Michal Kwiatkowski in de Ronde van Groot-Brittannië. Een paar weken later werd Kwiatkowski wereldkampioen.’

Een goede raad: nog hoogtestages plannen!

Teuns: ‘Dat zegt mijn trainer ook. ( lacht) Niet iedereen wordt beter van ijle berglucht, maar op mijn lichaam blijkt het een gunstig effect te hebben. Interessante informatie met het oog op de rest van de carrière.

‘Die hoogtestage is zeker een deel van de verklaring, maar het mentale effect van de ban te doorbreken heeft ook een rol gespeeld. Eén keer winnen en plots ging het vanzelf. Ik trok naar de Ronde van Wallonië met het idee daar mee te spelen voor ritwinst. Ik won niet één maar twee etappes en kreeg er de eindzege bovenop. Daarna naar Polen. Tejay van Garderen en Rohan Dennis stonden ook op de startlijst: ik ging ervan uit dat ik in hun dienst zou rijden. De ploegleiders vonden dat ik in Wallonië getoond had dat ik klaar was voor meer. Dat was even de knop omdraaien, kan ik je vertellen. Een topteam als BMC, met allemaal grote namen, en die leggen zich plat voor Dylan Teuns uit Halen… Daar winnen gaf een enorme kick. Temeer omdat het peloton in Polen van een behoorlijk niveau was.’

Zeg dat wel. Je klopt daar Rafal Majka, Wilco Kelderman, Adam Yates, Vincenzo Nibali, Rui Costa, Ilnoer Zakarin…

Teuns: ‘Straffe namen, hè. ( lacht) Voordien trok ik ook mijn streng, maar dat topresultaat waar iedereen ‘wauw’ van zegt, kwam maar niet. Als dat te lang duurt, zien ze je niet meer als iemand die het kan afmaken. Eén seizoen langer droog staan en ik moet me misschien oriënteren op een andere rol.’

Dat gevaar lijkt afgewend. Ben je voortaan kopman?

Teuns: ‘Nog niet voor de volle honderd procent. De ploeg schuift mij naar voren van de Brabantse Pijl tot Luik-Bastenaken-Luik, maar niet met de idee dat ik al die koersen ga winnen. Voetjes op de grond.’

Waarom sla je het Vlaamse werk over? Want dat kan jij ook.

Teuns: ‘Bij de jeugd won ik de Omloop Het Nieuwsblad en dat blijven koersen waar een Vlaming met interesse naar kijkt, maar een mens moet keuzes maken. Ik bezit feeling voor kasseien, maar ben benadeeld door mijn gewicht. De mannen van het Vlaamse peloton wegen vijf tot tien kilo zwaarder. Ik bots alle kanten op, terwijl zij op de baan blijven plakken. ( lacht)

‘Ik volg de traditionele opbouw richting de Ardennen: na de Algarve komen Parijs-Nice en de Ronde van het Baskenland. Niet dat ik Vlaanderen definitief opgeef. Ik voel me te jong om die knoop door te hakken, en ben eigenlijk content dat de ploeg in mijn plaats kiest.’

In de Ardennen is het peloton internationaler. In principe zijn die koersen moeilijker te winnen.

Teuns: ‘Geldt dat nog? In de Ronde van Vlaanderen kennen de buitenlanders tegenwoordig ook de weg.’

Van welke koers droom je?

Teuns: ‘Da’s een lastige. Luik is prestigieuzer dan de Waalse Pijl, maar die koers vind ik zelf leuker om te doen. Vorig jaar werd ik derde op de Muur van Hoei. Een ferm resultaat op het hoogste toneel.’

De Waalse Pijl is de meest eerlijke, maar ook de meest voorspelbare wedstrijd: allemaal samen tot aan de voet van de Muur van Hoei, en dan sprinten ze erom.

Teuns: ‘Buitenstaanders vinden dat saai, maar voor een coureur is het juist superspannend. De Waalse Pijl is één en al hectiek, kilometer na kilometer wordt de druk opgedreven. De aandacht mag geen moment verslappen. In de passages door open terrein maakt de wind er een slagveld van. Ieder dorp, iedere wegversmalling vechten we voor de juiste positie. Half het peloton roept om zijn moeder nog voor we de laatste keer de Muur van Hoei op moeten, en die Muur zelf… Stijgingsgraden van 19 procent: daar moet ik geen tekeningetje bij maken. Zéér intens, maar op een of andere manier komt dat op tv nooit zo over.

Bij BMC denken ze dat ik mogelijkheden heb in de Giro of de Vuelta. Zelf ben ik minder overtuigd.

‘Mij ligt dat type koers, en zeker ook dat type aankomst, maar er is er één die het nog beter kan: Alejandro Valverde viel de afgelopen seizoenen niet te stoppen in Hoei. Maar dat gaat toch ook niet blijven duren met die kerel? ( lacht) Ooit móét de ouderdom hem parten spelen.’

We zullen zien. Valverde wordt 38 maar gaat nog minstens twee seizoenen door. Deze winter trapte hij de hoogste wattages van heel zijn carrière.

Teuns: ‘Het is een fenomeen. Straffer dan zijn zege van vorig jaar zag ik nog niet. Ik zat ideaal gepositioneerd toen hij aanging. Even keek ik achterom: verdorie, iedereen is gelost. Net toen plaatste Valverde een versnelling in de versnelling. Onmenselijk. De laatste vijftig meter kon hij uitbollen.’

Ben jij een man van de tactiek of van stoempen-en-we-zien-wel?

Teuns: ‘Vroeger eerder het laatste. Bij de jeugd won ik zelden. Ik beukte met mijn kop tegen de muur en de zweetdieven profiteerden. Een domme coureur ben ik nochtans nooit geweest. Ik wist dat ik de sprint niet zou winnen, dus wat doe je dan? Koersen tot je erbij neervalt en hopen dat de rappe mannen zich opblazen. Het heeft mij sterker gemaakt, en op het juiste moment – vlak voor ik prof werd – ben ik aan mijn koersintelligentie beginnen te werken. Een renner heeft maar drie of vier pijlen. Gebruik die verstandig.’

Je hebt ook types als Thomas De Gendt. Die blijven gaan.

Teuns: ‘Evengoed een tactiek. Thomas De Gendt gaat van ver omdat zijn kansen zo stijgen. Alle respect voor iemand die op die manier resultaat haalt, want zo koersen moet gruwelijk zwaar zijn.’

Ga je naar Luik-Bastenaken-Luik om daar te winnen of is top tien ook al fantastisch?

Teuns: ‘Natuurlijk is dat al fantastisch. Om over winst te spreken is het te vroeg.’

Grote rondes

In 2017 had BMC met Samuel Sánchez een dopinggeval in de ploeg. Hadden jullie vermoedens?

Teuns: ‘Totaal niet. Ik heb redelijk veel met hem gekoerst en nooit iets gemerkt. In de klassiekers kwam hij niet goed uit de verf, en ik voelde dat hem dat enorm frustreerde. Sánchez stond op het punt om met pensioen te gaan. Ik denk dat het zijn droom was om nog één keer uit te pakken in de Vuelta.’

Die uitleg geloof ik niet. Waarom zou hij uitgerekend in zijn laatste maanden aan het spul zitten en niet eerder?

Teuns: ‘Geen idee wat zijn motieven waren. Het was in ieder geval bijzonder dom. Zelfs al was Sánchez in die Vuelta anoniem dertigste geworden, zijn carrière was allang geslaagd. Nu zit er een erg grote smet op. Ik heb met hem in Spanje gereden. Daar is Samuel Sánchez, gewezen olympisch kampioen, een god, hè. Schiet daar nu nog iets van over?’

Is er binnen de ploeg nog over gesproken?

Teuns: ‘Niet veel. Wat kun je ook zeggen?’

Op het eind van het seizoen mocht je naar het WK. Hoe was dat?

Teuns: ‘Na wat ik gepresteerd had, vond ik dat ik mijn selectie verdiende. Het was in dienst van Greg Van Avermaet, maar daar had ik allerminst problemen mee. Een nuttige ervaring met het oog op de toekomst.’

Het WK van 2018 zou je moeten liggen. Innsbruck is een parcours met korte beklimmingen.

Teuns: ‘Ik heb er met de bondscoach over gesproken bij de uitreiking van de Kristallen Fiets. ‘Je krijgt niet alle jaren een omloop die je ligt. Neem de kansen wanneer ze zich aandienen’, zei Kevin De Weert.’

Een opmerkelijk citaat bij de ploegvoorstelling van BMC. ‘Dylan Teuns heeft onbeperkte mogelijkheden, ‘ vindt manager Jim Ochowicz.

Teuns: ‘Ja, dat is een punt van discussie binnen ons team… Ochowicz zei dat om mij te prikkelen voor de grote rondes. Bij BMC denken ze dat ik mogelijkheden heb in de Giro of de Vuelta, en ooit misschien zelfs in de Tour. Zelf ben ik minder overtuigd. Ik heb namelijk twee zwaktes, en het zijn er fundamentele: zowel op lange cols als in de tijdritten kom ik tekort. De bergen liggen misschien in mijn mogelijkheden, maar dan enkel als ik me op niks anders concentreer.’

Dylan Teuns ‘Ik wist bij de jeugd dat ik de sprint niet zou winnen, dus wat doe je dan? Koersen tot je erbij neervalt.’ Dylan Teuns

Dan moet je optornen tegen de berggeiten: kereltjes van een duim hoog die niks wegen. Jij bent mager, maar niet klein.

Teuns: ‘Vandaar dat ik zeg: misschien. Het is hetzelfde probleem als in de kasseikoersen: mijn lijf beperkt me. Zelfs in theorie zijn de wattages van Nairo Quintana voor mij bijna niet te evenaren. Aan mijn tijdrit werken is al helemaal een werk van lange adem. Kort samengevat: de grote rondes zittenmomenteel niet op mijn radar. Ze spreken me puur als evenement ook minder aan dan de klassiekers.’

Hoe ben je met wielrennen begonnen?

Teuns: ‘Een klasgenootje kondigde aan dat hij zijn koersfiets zou verkopen. We spreken van 2005. Ik was toen dertien en megafan van Tom Boonen, die dat jaar de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en het wereldkampioenschap won. Zoiets zet een jongetje aan het dromen.

‘Na de regenboogtrui van Boonen was ik totaal verkocht. Ik moest en zou die fiets overnemen. Als ik met Kerstmis een goed rapport had, zouden ze er thuis eens over nadenken. Wat bleek? Wanneer ik écht wil, dan ben ik een heel goeie student. ( lacht) Om een koersvergunning te krijgen moet je een inspanningstest doen. De sportdokter bleek laaiend enthousiast: ‘Jij duwt hier waardes die ik maar van een ervaren belofterenner verwacht.’ En dat terwijl ik op dat moment nog geen wedstrijd had gereden, zelfs maar amper had getraind. Dat voorval heeft zich diep in mijn achterhoofd genesteld. De droom werd meteen concreet: als ik dit goed aanpak, zit er misschien wel een profcarrière in. Maar de eerste vonk, die kwam van Tom Boonen. In zijn laatste seizoenen kon ik af en toe met hem trainen. Dat was een kick op zich, al heb ik hem dat nooit met zoveel woorden verteld.’

‘Bob Dylan herken ik wel, denk ik’

Jij bent vernoemd naar Nobelprijswinnaar Bob Dylan. Wat kies je: Blowin’ in the Wind of The Times They Are a-Changin’?

Dylan Teuns: ‘Oei, euh… geen idee. Wanneer de radio een nummer van BobDylan speelt, dan denk ik wel dat ik het herken, maar ik luister niet naar zijn muziek. Hij maakt meeslepende, aparte liedjes met veel karakter. Speciale stem ook. Mijn ouders zijn grote fans. Maar de titels die je noemt, daar heb ik nog nooit van gehoord, sorry.’ ( lacht)

Er schijnt een mooie anekdote te bestaan over een vis in de Arctic Race of Norway.

Teuns: ‘Dat was bij de voorstelling van de favorieten. Normaal hoorde ik daar niet bij, maar ik mocht als ‘renner van de maand’ ook even opdraven. We werden met de helikopter over de fjorden gevlogen: een prachtige natuurervaring die mij nog lang zal heugen. Daarna gingen we aan boord van een vissersboot en kreeg ik, met vier andere coureurs, een hengel in de hand geduwd: poseren voor de foto, hè. Plots voelde ik weerstand. Ik ken weinig van vissen, maar dat dat betekent dat je beet hebt, wist ik nog net. ( lacht) Ik heb die vis zelf aan boord gehesen: een kloeke kerel van acht kilo, droog aan de haak. En meer dan een meter lang! Ik mocht hem meenemen, maar die vis mee naar het rennershotel krijgen leek mij een lastige onderneming. De vissers hebben hem dan maar verder laten zwemmen.’

'De eerste vonk kwam van Tom Boonen'
© BELGAIMAGE
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content