De grootspraak voorbij

© BELGAIMAGE

Na een zes op zes tegen Anderlecht en Club Brugge sputtert de motor van AA Gent met amper een op negen tegen Standard, RC Genk én Charleroi. Balans van de Buffalo’s na de helft van play-off 1. ‘Het zal er boenk op moeten zijn thuis tegen Standard.’

Sinds het einde van de reguliere competitie en het gevolgde kampioenenritme (in puntenaantal) lonkten ze in de Ghelamco Arena naar het vicekampioenschap. Omdat die plek toegang geeft tot de financieel lucratieve voorrondes van de Champions League. Luidop die ambitie uitspreken, dat doet voorzitter Ivan De Witte niet meer. Hij vergaloppeerde zich al eens, door in mei 2017 te poneren dat zijn AA Gent eind dit seizoen nog eens kampioen zou spelen, na de primeur in 2015. ‘Met ónze middelen, ónze ziel en door creatief te zijn, moeten we proberen om de titel te pakken. De impact van de transfers die we gaan doen, moet in die lijn liggen.’

Ondanks het feit dat Vanderhaeghe alle offensieve opties benutte, viel het gebrek aan efficiëntie op.

Zoals altijd reageert algemeen manager Michel Louwagie iets voorzichtiger. ‘ Yves Vanderhaeghe bracht ons via een 44 op 63 alsnog in play-off 1′, opperde de uitgeweken West-Vlaming bij de bekendmaking van de kalender voor de nacompetitie. ‘Daar zijn we heel tevreden over, na een rampzalige zes punten uit negen wedstrijden in het begin van de competitie. Onze doelstelling is om terug Europees voetbal af te dwingen. Wij zijn topsporters, dan ga je ook altijd voor het hoogst mogelijke.’

Vreugde temperen

Grootspraak is ook iets dat niet besteed is aan oud-international Vanderhaeghe. Daarvoor heeft de inmiddels 48-jarige coach al te veel ervaring. Nadat AA Gent play-off 1 opende met stuntzeges tegen Anderlecht (0-2) en Club Brugge (1-0) was de 48-voudige Rode Duivel de eerste om de vreugde te temperen in het Gentse huishouden. ‘We moeten hier heel rustig bij blijven’, klonk het bijzonder nuchter na de winst in het Constant Vanden Stockstadion. ‘Ik zag vanaf de eerste minuut een team dat de intentie had om te winnen. Een dikke pluim moet ik hen geven voor onze collectieve sterkte, die we bewezen.’ Evenveel realisme weerklonk uit zijn mond na het prestigetreffen tegen blauw-zwart. ‘We wonnen tegen de eerste en de tweede in de stand. Dat is zeker een goed resultaat. Dromen mag. Maar ik ben vooral blij dat we de kloof met de posities vier, vijf en zes groter maakten.’

De Nigeriaanse goudhaantjes Moses Simon en Samuel Kalu, die flitsten vanaf de flanken in de volledige wedstrijd op Anderlecht en ook de eerste twintig minuten tegen Club Brugge hun arsenaal aan kwaliteiten (hoge startsnelheid, dribbelvaardigheid en onvoorspelbaarheid) toonden, lieten zich na die verrassende zes op zes even gaan in de media. Ze gaven toe te dromen van een nieuw kampioenschap. Vooral voor international Simon zou dat het ideale afscheidsgeschenk zijn net voor het WK in Rusland. Zo zou hij via de grote poort naar een hoger aangeschreven competitie (liefst de Premier League) kunnen vertrekken. Het bekwam hen slecht, want algemeen manager Louwagie besliste meteen na de match tegen Club Brugge om een persstop in te lassen. De spelersmondjes moesten dicht. ‘Om een signaal te geven dat niemand euforisch mocht worden. Ik eiste volledige concentratie’, zo luid de zijn argumentatie. ‘Als we niet kunnen spelen met volle inzet en toewijding, dan kan dit Gent van iedereen verliezen in play-off 1. ‘

Zijn voorgevoel klopte. Want op Standard werd zijn team niet enkel genekt door een overbodige penaltyfout van aanvoerder Nana Asare – de enige dertiger in het elftal, een niet te onderschatten factor in play-off 1 – het leek AA Gent tegen Genk en Charleroi ook te ontbreken aan overtuiging om punten te oogsten.

Puzzelen

Even opvallend: het gebrek aan lef, de linies die veel te ver uit elkaar speelden en het puzzelen door de technische staf, vooral dan op het middenveld en voorin. Dit AA Gent mist een metronoom, die zoals Sven Kums in het kampioenenjaar kan optreden als verkeersregelaar. AndersonEsiti is dan wel sterk in de recuperatie, hij moet het nog te veel op kracht doen. In tegenstelling tot Renato Neto – een heel seizoen out door een ingreep aan de knie – heeft de Nigeriaanse breker niet het overzicht en de techniek om het wedstrijdritme te bepalen. Birger Verstraete, al maanden sterk acterend, hoopte eventjes om zo’n leidersrol te kunnen invullen. Maar de Oostendenaar werd snel teruggefloten door zijn coach. ‘Van bij het begin was ik overtuigd van zijn kwaliteiten, maar niet van zijn arbeid op training’, stelde Vanderhaeghe vast. ‘Birger toonde intussen dat hij meer kan dan ballen recupereren. Maar ik raad hem toch aan om met zijn voetjes op de grond te blijven. Hij moet niet de spilfiguur zijn. Hij moet zorgen dat al de spelers die vóór hem staan dat worden. Zo was ik ook als speler. Vanuit de redenering: ik zal vanachter de boel wel gesloten houden, schieten jullie ze voor mij dan maar binnen.’

Ondanks het feit dat Vanderhaeghe alle offensieve opties benutte, viel het gebrek aan efficiëntie op. Een veldbezetting met twee aanvallende middenvelders geposteerd voor een defensieve, het lukt maar niet. Omgekeerd wel, met de punt naar voor, zoals de eerste twee speeldagen en in de reguliere competitie. De polyvalente Brecht Dejaegere begon sterk aan play-off 1, als nummer tien, maar deemsterde weg tegen Genk door vermoeidheid. En net als Verstraete is hij geen rustbrenger, maar eerder een opjagend type. De Deen Anders Christiansen kreeg zijn kans, maar net als Franko Andrijasevic zoekt hij al maanden naar de juiste positie om te kunnen infiltreren. Giorgi Tsjakvetadze toont flitsen van klasse, alleen mag je van de 18-jarige Georgiër niet verwachten dat hij het team nu al op sleeptouw neemt. Op Charleroi kwam Yuya Kubo voor het eerst in play-off 1 aan de aftrap. De Japanner had pech in de afwerking, met een schot op de paal. Dicht aansluiten bij de targetman, in Mambourg de duidelijk nog niet topfitte RomanJaremtsjoek in plaats van Rangelo Janga, was de intentie. Want Mamadou Sylla, voor 3,5 miljoen euro overgenomen van Eupen maar amper goed voor een treffer, raakte volledig uit beeld.

Na het 2-1-verlies verwoordde Verstraete de dwingende opdracht het best: ‘Wil je winnen, dan moet je scoren. Het zal er boenk op moeten zijn thuis tegen Standard.’ Want na de confrontatie tegen de bekerwinnaar wachten in de Ghelamco Arena nog wedstrijden tegen Charleroi en Anderlecht, naast verplaatsingen naar Genk én Club Brugge. Geen slogans, maar daden dus. Het woord is aan de spelers.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content