De hardlopers uit Rome

© BELGAIMAGE

Hoe je spelers goedkoop inkoopt, weer duur verkoopt, en toch sportief succesvol blijft, toont Lazio Roma. De altijd woelige fans in het gareel laten lopen is dan weer iets moeilijker. Hopelijk lukt dat morgen in de Europa League tegen Zulte Waregem.

Het is zondag 13 augustus en Laziotrainer Simone Inzaghi heeft een probleem. Hij is zijn spelmaker kwijt. Lucas Biglia koos voor het geld van AC Milan, en nu probeert ook tweede spits Keita Baldé een vertrek te forceren. Juventus, de tegenstander van Lazio die dag in de Italiaanse supercup, heeft 20 miljoen voor hem veil, maar Laziovoorzitter Claudio Lotito, een gehaaid verkoper,wil geen euro minder dan 30 miljoen. De fans schrikken zich te pletter wanneer Inzaghi zijn topspeler gewoon thuis laat, wegens mentaal niet in orde, en achter diepe spits Ciro Immobile twee centrale middenvelders zet: Sergej Milinkovic-Savic en Luis Alberto. Het blijkt een gouden tactische zet. Outsider Lazio wint in de slotminuut de supercup, dankzij een assist van de uitstekend ingevallen Jordan Lukaku.Kort voor de bekerfinale in mei was de Belg nog geblesseerd uitgevallen, toen hij op weg was om zich te ontwikkelen tot een speler die op middellange termijn niet meer te houden is voor Lazio.

Claudio Lotito ziet ze graag komen, de spelers die goedkoop ingekocht worden, zich goed ontwikkelen en dan aan een flinke meerwaarde verkocht worden. Uiteindelijk krijgt hij zijn 30 miljoen voor Keita. Niet van Juventus, wel van AS Monaco. In de plaats leent Lazio van Valencia gratis de Portugese international Nani, die in Spanje op een zijspoor zat en zich wil tonen met het oog op het komende WK.

In totaal gaf Lazio afgelopen mercato voor 28 miljoen aan nieuwe spelers uit, en verkocht het er voor 69 miljoen. Reken de winst maar uit. Lotito weet al wie zijn volgende goudhaantje wordt. Na Biglia nog eentje dat sportief directeur, de Albanees Igli Tare,uit België heeft weggehaald. Twee en een half jaar geleden stond de jonge Servische middenvelder Milinkovic in tranen in Firenze omdat Fiorentina een akkoord had met RC Genk. Maar Milinkovic had zijn woord al gegeven aan Tare, en wilde dat niet breken. Woedend waren ze bij Fiorentina. ‘Wij willen geen spelers die niet gemotiveerd zijn om voor ons te voetballen.’

Lazio kocht Milinkovic voor zes miljoen euro, en hij ontwikkelde zich in Rome tot een van de beste middenvelders uit de Serie A. Naar eigen zeggen weigerde Lotito afgelopen zomer een bod van 70 miljoen op de 22-jarige Serviër. Was het daarom dat Lazio in de Italiaanse pers aangaf dat het de clausule waarbij Genk een percentage op de doorverkoop (de Gazzetta dello Sport maakte gewag van 50 procent) zou afkopen voor negen miljoen? Als Lotito’s bewering klopte, had Genk (dat het bericht over de afkoop van de clausule niet wilde bevestigen of ontkennen) bij een doorverkoop afgelopen zomer 35 miljoen kunnen vangen.

Vier gsm’s

Claudio Lotito heeft minstens vier gsm’s: één voor het voetbal, één voor zijn gezin, en twee voor zijn zaken. De geboren en getogen Romein, gespecialiseerd in afvalverwerking, trekt al vanaf zijn vijfde als supporter naar de thuiswedstrijden van Lazio en koopt in juli 2004 voor 21 miljoen euro de club die zonder zijn ingreep failliet was gegaan. De jaren daarvoor heeft de vroegere eigenaar, de Romeinse zakenman Sergio Cragnotti,het wel erg breed laten hangen. Dat leverde in 2000 de tweede landstitel op, en nadien een flinke financiële kater. Het eerste wat Lotito doet, is zijn spelers toespreken in het Latijn en flink snoeien in de uitgaven. Min negentig procent in de uitgaven voor de technische staf, de helft in de spelerssalarissen. De meeste sterspelers vluchten naar de uitgang. Eén man gaat mee in de nieuwe plannen: aanvaller Simone Inzaghi, broer van Filippo Inzaghi, ex-spits van Milan. Simone, die als speler met Lazio zes prijzen pakt, blijft na zijn loopbaan bij de club. In de luwte pakt hij met de beloften in vier jaar drie titels. Zestien maanden geleden haalde Lotito hem naar de A-selectie. De supercup tegen Juventus is zijn eerste prijs als hoofdtrainer, zijn tiende al met Lazio.

De eerste vier jaar van zijn beleid blijft Lotito uit de rode cijfers. In twaalf jaar gaat hij met de begroting maar drie keer in het rood, vooral dankzij de lucratieve transfers (zie kader). Een topprestatie in het Italiaanse voetbal. Alleen erft de nieuwe eigenaar, pedagoog van opleiding, het niet op te lossen probleem van zijn voorganger.

Racisme

Op een dag in juni 2001 waren vier leden van Lazio’s harde kern, de Irriducibili, afgereisd naar Parma. Daar wilde Cragnotti graag Lilian Thuram weghalen, maar Thuram, die ook naar Juventus en Manchester United kon, wist hoe hard kleurlingen uitgescholden werden bij de thuiswedstrijden van Lazio. De vier spraken de Franse international een half uur en legden hem uit dat hij welkom was bij Lazio. Een paar dagen later koos Thuram voor Juventus. ‘Het was een gemakkelijke beslissing’, zei hij daarover. Cragnotti kon dat begrijpen: ‘Een deel van onze aanhang is nu eenmaal racistisch.’ Waardoor de toenmalige voorzitter het voorgoed verkorven had bij een deel van de curva.Ook zijn opvolger boog niet voor het geweld van de harde kern, en nam zonder aarzelen afstand bij weer eens nieuwe rellen. Het maakt dat hij vanaf het eerste jaar speciale politiebescherming nodig had en nog steeds krijgt. ‘Hoe harder ze me weg willen, hoe meer overtuigd ik ben om te blijven’, reageert hij daar laconiek op, er vorig jaar aan toevoegend dat hij gemiddeld nog altijd acht tot negen doodsbedreigingen per dag krijgt op zijn telefoon: ‘Ik noteer die nummers en geef ze door aan de politie.’

Het is niet de eerste keer dat de club een wedstrijd achter gesloten deuren afwerkt vanwege incidenten met een racistische inslag. Niet in de Serie A, maar ook niet in de Europabeker. Dat was niet het opzet bij de oprichting van de club op 9 januari 1900. Die dag stichtte de 25-jarige ex-soldaat Luigi Bigiarelli met acht vrienden de club in het centrum van Rome. De reden was eenvoudig. De negen wilden meedoen aan een prestigieuze loopwedstrijd, maar je kon je alleen inschrijven als je bij een officiële sportclub aangesloten was. Zo ontstond de Società Podistica Lazio, vrij vertaald de Hardloopvereniging Lazio, omdat er al een sportclub bestond met de naam van de stad zelf, Società Ginnastica Roma. De kleuren werden die van Griekenland, het land waar de oude en de moderne (vier jaar eerder voor het eerst georganiseerd) Olympische Spelen het licht zagen, en het clubsymbool werd de Romeinse adelaar, het symbool van de Romeinse legioenen.

Luigi Bigiarelli volgde in 1902 zijn broer Giacomo naar België om er te werken. Hij nam een Laziotruitje mee, stierf in Brussel aan een longontsteking in februari 1908 en ligt begraven op het kerkhof van de Brusselse deelgemeente Elsene.

DOOR GEERT FOUTRÉ – FOTO’S BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content