Hoe Anderlecht weer opfleurt op de flanken

© belgaimage

Ook al zorgt het voetbal van Hein Vanhaezebrouck voor veel volk op het middenveld, toch houdt de Anderlechttrainer altijd een oog op de flanken gericht. Met zijn obsessie voor één-tegen-éénsituaties heeft de voormalige trainer van Gent een systeem uitgedokterd en verder uitgewerkt waarbij op basis van automatismen uiteindelijk een flankspeler moet afgezonderd en in scoringspositie gebracht worden.

In functie van de flank die aangespeeld wordt, varieert het spel van Anderlecht. Op rechts wordt Dennis Appiah, qua profiel eerder een verdediger dan een buitenspeler, bij voorkeur diep gestuurd, in de rug van de linksachter, om daar de ruimte te krijgen en een goeie voorzet te versturen. In Genk dropte de Fransman op die manier een aantal ballen gepast in de zestien, terwijl die anders wel eens in de tribunes belanden. Al meteen bij de aftrap schotelde Appiah op die manier Pieter Gerkens een haast niet te missen kans voor. Even later bediende hij Kenny Saief, om net voor de rust de enige goal van de match aan te bieden aan Sofiane Hanni.

Aan de andere zijde van het veld, helemaal links, wacht Kenny Saief op zijn kans. In balbezit wil Anderlecht al eens neigen naar de kant waar Sven Kums staat, met name de linkerflank. Van daaruit verlegt de voormalige middenvelder van AA Gent vaak het spel naar rechts, terwijl men op de linkerflank vaak de verre lange bal van Adrien Trebel verwacht, die zelden breed, maar meestal diep speelt.

Tegen de lijn aan gekleefd, zoals de meester het graag heeft, wacht Saief er op de kruispas van de andere kant die hem in een één-tegen-éénsituatie met de rechtsachter moet brengen. Die moet hij dan niet dribbelen, hij loopt hem er gewoon af, dankzij een tempoversnelling zoals er weinig spelers in de Jupiler Pro League één hebben. Zijn enige gebrek op die positie is dat zijn dribbel hem doorgaans buitenom stuurt, richting cornervlag, en niet naar binnen. Kenny is een speler die eerst dribbelt en dan voorzet. Op zijn beste ingeving vanaf de zijlijn zal Pieter Gerkens de paal treffen.

Met zo’n speler heeft Anderlecht voldoende volk voor doel nodig. Gerkens en Hanni komen goed tussen de linies en zorgen voor goeie infiltraties, maar ze zouden nog meer geholpen zijn door een centrumspits die weegt op de verdediging. Die had paars-wit op Genk niet. Debutant Silvère Ganvoula raakte geen moment uit de greep van Sébastien Dewaest en Omar Colley los.

‘Het enige wat we nog meer hadden doen, was beter afwerken’, besloot Hein zondagavond. Stilaan krijgt Sporting de choreografie onder de knie die de trainer de ploeg wil opleggen, één waar zo’n tien variaties bestaan waarin er weinig verdedigd kan worden op de man die de voorzet geeft. Alleen mist het om dat spel helemaal te verfijnen en efficiënt te maken nog een speler die het scorebord in beweging kan zetten. Want een doelpunt van Hanni, ten gevolge van de langdurige blessure van Henry Onyekuru topschutter bij paars-wit, zal niet altijd volstaan voor de drie punten. Alle heil wordt verwacht van Lukasz Teodorczyk of van een konijn uit de hoed van Herman Van Holsbeeck.

guillaume gautier

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content