De terugkeer van F1-piloot Kubica: hoe de nachtmerrie een sprookje werd

© belgaimage
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

Zeven jaar geleden vocht Robert Kubica (33) voor zijn leven, binnen enkele maanden rijdt hij opnieuw in de F1.

Het was begin 2011 en het leek alsof de wereld aan de voeten van Robert Kubica lag. De 26-jarige Pool zou aan zijn tweede jaar bij Renault beginnen, maar had al een voorcontract bij Ferrari op zak en werd door insiders als toekomstige wereldkampioen getipt. De eerste Poolse rijder in de geschiedenis van de formule 1, die in zijn derde grand prix in Italië (2006) al meteen naar het podium reed, had in de eerste zes maanden van 2008 iedereen overtuigd. Hij had overal punten gescoord en ging na winst in de GP van Canada zelfs aan de leiding in het WK, tot BMW besliste om in het tweede deel van het seizoen vooral tijd te investeren in technische aanpassingen voor het volgende seizoen en hij maar vierde werd.

‘Die beslissing heeft Robert wellicht de wereldtitel gekost’, zei Lewis Hamilton, die dat jaar zijn eerste van vijf wereldtitels pakte, achteraf. Ook Fernando Alonso, wereldkampioen in 2005 en 2006, was een en al lof over zijn toekomstige Poolse ploegmaat bij de Scuderia. ‘Een van de grootste talenten die ik ken.’

Op de laatste dag van de testritten in Valencia tekende hij in zijn nieuwe Renault voor de snelste tijd van alle deelnemers, vier dagen erna sloeg het noodlot toe. Kubica had zich ingeschreven voor de rally van Andorra – een spielerei – en knalde op de eerste dag tegen een vangrail, die zijn Skoda doorboorde. Een verschrikkelijke klap. Zijn rechterhand was gedeeltelijk losgerukt van zijn onderarm, aan elleboog en onderbeen werden verschillende breuken vastgesteld. Hij zou drie maanden in het ziekenhuis blijven, het seizoen mocht hij vergeten en ook zijn voorcontract met Ferrari ging in de prullenmand. Amper elf maanden na de crash misstapte hij zich in de tuin, waardoor hij zijn been op dezelfde plaats brak…

‘Dat was nog het minste. Een jaar ervoor had ik gevochten om in leven te blijven, ‘, vertelde hij aan BBC Sport. ‘Het aantal breuken was bijna niet te tellen. Vooral daarom heeft de revalidatie zolang geduurd, maar aan het krachtverlies in de rechterarm kan ik niets meer doen. Ik rijd voor zeventig procent met mijn linkerarm.’

De F1 leek voorgoed onbereikbaar, maar hij had zijn zinnen gezet op de rallysport, zijn eerste liefde. ‘In het begin als hobby. Pas vanaf de dag dat ik ’s ochtends met een gelukkig gevoel wakker werd, begon ik van meer te dromen.’ In zijn eerste race, september 2012, domineerde hij het voltallige deelnemersveld en het seizoen erna won hij de eerste editie van de WRC2, maar bij de grote jongens – Thierry Neuville en Sebastien Ogier – was hij kansloos.

In 2017 werd hij als testrijder opgevist door Renault, zijn oude team, maar hij tekende uiteindelijk voor Williams, waar hij sneller bleek dan youngster Lance Stroll. Toen de Canadees verkaste naar Force India, ging de poort naar de F1 wagenwijd open. ‘Straks opnieuw op de grid staan is wellicht de grootste prestatie in mijn carrière.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content