Met dank aan de Vieze Mannen

© gf

Dertig jaar geleden zorgde Winterslag op de valreep voor het behoud in de hoogste afdeling. Daardoor kon de nieuwe fusieclub Racing Genk, die deze zomer haar 30e verjaardag viert, in eerste klasse debuteren.

Hoe spannend ook vóór de invoering van de play-offs de reguliere competitie kon zijn, bleek op de laatste speeldag van het seizoen 1987/88. Op 21 mei 1988 kwamen naast het al veroordeelde Racing Jet nog vijf clubs in aanmerking voor de tweede degradatieplaats: RWDM, Beveren, Winterslag, Lokeren en AA Gent, dat een week tevoren met 8-1 had verloren van Lokeren. Nu moest Lokeren naar FC Winterslag, dat een 5-0-nederlaag had geleden op het veld van Club Brugge. Winterslag moest winnen wilde de nieuwe fusieclub die in Genk in de maak was, in eerste klasse kunnen starten. Lokeren verloor met 2-0 maar bleef in eerste, omdat Gent ook niet won van Charleroi en degradeerde.

Winterslag was een jaar eerder gepromoveerd via de eindronde, na vier jaar in tweede klasse. Door de verkoop van topschutter Patrick Teppers aan Waregem stapte de mijnclub met zes miljoen frank winst (maar een sportief groot gat) uit de transfermarkt, nadat het een jaar daarvoor al schulden had weggewerkt met de verkoop van Luc Nilis aan Anderlecht. De Vieze Mannen vierden het behoud onder hun derde trainer van het seizoen. Ernst Künnecke, die de vaderlijke Albert Bers en de te harde Vince Briganti had opgevolgd, werd in mei gevraagd om de sportieve lijnen van de nieuwe fusieploeg uit te zetten.

Begin januari hoorden de leiders van Winterslag en Waterschei, dat samen met provinciegenoot Beringen helemaal onderaan in tweede klasse zou eindigen, de plannen van KS om één grote club te bouwen. In maart bestudeerde een studiebureau de haalbaarheid. Winterslagvoorzitter Jan Vandermeulen gaf toe dat beide clubleiders een principeakkoord hadden getekend om samen te gaan. ‘Wanneer de grote middelen aangewend worden, kan hier een topclub uitgebouwd worden. Alleen, of samen met Waterschei, kan dat niet. Daarvoor is hulp van buitenaf nodig.’

Eén dag voor de laatste speeldag werd op 20 mei de fusie getekend. Een dag later werd de reddingspremie van 2 miljoen Belgische frank (50.000 euro) verdeeld onder de spelers, onder wie Rudi Vossen, vader van Jelle, kapitein Pierre Denier en de Noorse international Arve Seland die belangrijke goals maakte. De Winterslagkern vormde het geraamte voor de nieuwe fusieploeg die, terwijl het stadion van Waterschei verbouwd werd, de eerste twee jaar aan de Noordlaan in Winterslag voetbalde, maar met topaankoop Gerard Plessers en jonkies als Dirk Medved en Domenico Olivieri na het eerste jaar kansloos degradeerde.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content