Met de groeten uit Leicester

© BELGA IMAGE

Niet eens een vol jaar na de overname door het Thaise concern King Power is OH Leuven een club van een totaal andere orde geworden. Organisatorisch en infrastructureel op het niveau van 1A. Nu het sportieve nog.

Op 28 april 2017 dreigde OHL ko te gaan. Geluiden over financiële moeilijkheden zwollen aan en sportief zou een alles-of-nietswedstrijd tegen Lommel die avond bepalen welke van de twee clubs naar de amateurreeksen zakte. Een jaar later is de situatie helemaal omgekeerd: weg donkere wolken, aan de horizon gloort een vrolijke zon. ‘Met wat hier het voorbije jaar al gebeurde, weet ik nu zeker: de toekomst oogt héél mooi’, kan OHL-voorzitter Chris Vandebroeck zijn geluk niet op.

Daarmee doelt hij op de clubovername die in juni vorig jaar plaatsvond. Mede geïnspireerd (en volgens henzelf genoodzaakt) door de overnames bij reeksgenoten Cercle en Roeselare, zocht en vond het Leuvense bestuur gefortuneerde buitenlandse investeerders: de Thaise familie Srivaddhanaprabha, eigenaars van businessimperium King Power en van Premier Leagueclub Leicester City.

De achterban roerde zich. Een deel ervan zegde zijn abonnement op, boos en ontgoocheld dat de lokale verankering opgeofferd werd in de blinde ambitie om weer bij de elite te behoren. Dat een groep rond enkele Vlaamse investeerders volgens hen geen eerlijke kans kreeg met hun overnamebod, was de spreekwoordelijke druppel. Het bestuur suste: King Power zou een veel betrouwbaarder verhaal zijn dan dat van de Chinese zakenman Jiang Lizhang, met wie er een voorakkoord bestond. Zo beaamde ook een opgeluchte burgemeester en OHL-fan Louis Tobback. Daarbij werd vooral gewezen op de successtory van King Power bij Leicester City.

King Power hanteert bij OHL dezelfde succesformule als bij Leicester City.

Verschil met Cercle

OH Leuven zal ook volgend seizoen niet in 1A te zien zijn, weten we ondertussen, ondanks het leger gereputeerde namen dat ingelijfd werd: Julien Gorius, David Hubert, Koen Persoons, Samy Kehli, Joeri Dequevy, Barry Copa, Dimitri Daeseleire… Sportief rapport voor OHL in het eerste jaar onder King Power: degelijk, maar niet goed genoeg.

‘En toch denk ik dat wij met King Power de beste partij hebben, ‘ klinkt Vandebroeck optimistisch ondanks de gemiste promotie. ‘Zij hebben in eerste instantie aandacht voor de uitbouw van de club. De infrastructuur, de organisatie, de jeugd… Ze investeren daar enorm in. Dat zie ik weinig andere buitenlandse eigenaars doen. Niet alleen deed King Power veel meer dan het beloofde, het ging ook allemaal sneller. Bij Cercle bijvoorbeeld is het duidelijk dat Monaco vooral naar direct sportief rendement streeft. Maar uiteraard willen wij ook zo snel mogelijk naar 1A. De evaluatie van de voorbije campagne werd al gemaakt.’

De voornaamste les luidt dat de kern voor komend seizoen sneller klaar moet zijn – vorige zomer was het door de overnameperikelen lang wachten op duidelijkheid over het budget – zodat er vanaf speeldag één competitief kan gestreden worden.

Professionalisering zorgt voor wrevel

King Power hanteert bij OHL dezelfde succesformule als bij Leicester City: eerst de onderbouw, dan het sportieve. Uit Leicester wordt daarom een bataljon ervaringsdeskundigen ter beschikking gesteld. Scouting, mensen van de communicatiedienst, greenkeepers en sportmedische wetenschappers.

Er wordt zwaar geïnvesteerd in de kwaliteit van de grasvelden: het hoofdveld hoort nu bij de beste in België en ook de nieuwe grasmat op het oefencomplex is een pareltje. Op het oefencomplex werd bovendien een heus Sports Science Lab geïnstalleerd, in samenwerking met de KUL. Dankzij gps-trackers worden de spelers geanalyseerd op hun prestaties tijdens de trainingen, mét gebruik van beelden.

Dezer dagen wordt de communicatiedienst aangepakt: drie medewerkers van Leicester City waren onlangs in België om te evalueren hoe de verschillende clubkanalen effectiever kunnen ingezet worden.

Die uitbreiding en professionalisering is een mes dat langs twee kanten snijdt. Enerzijds logisch voor een club die nu de financiële mogelijkheden bezit, anderzijds benauwen ze een deel van de supporters, omdat op die manier steeds meer sympathisanten uit de club verdwijnen. Zo zorgde het opstappen van twee vrijwilligers bij de communicatiedienst twee weken geleden voor wrevel. Voorzitter Vandebroeck is zich bewust van die onvrede: ‘Voor de duidelijkheid: die vrijwilligers beslisten zelf dat ze overbodig waren geworden. Maar ik betreur het, omdat het een verkeerde perceptie creëert. Het klopt dat er ondertussen verscheidene functies zijn bijgekomen in ons organigram, maar ik kan u zeggen dat die vacatures ingevuld werden door mensen van hier. Het verschil is: vroeger opteerden we uit budgettaire overwegingen voor jonge mensen of stagiairs, nu kunnen we ervaren toppers in hun vak aanwerven.’

Vandebroeck ontkent evenwel niet dat King Power zeer aanwezig is. Om de twee weken komt de bestuursraad samen. Die bestaat uit Susan Whelan (commercieel brein van King Power), Khun Top (CEO van King Power) en Jon Rudkin (sportief directeur van Leicester City), en Paul Van der Schueren en Vandebroeck namens het oude bestuur. Elke actie die ondernomen wordt bij OHL, moet eerst afgetoetst worden in Engeland, weten ze bij de verschillende diensten.

De Thai doen nochtans hun best om hun goede intenties te bewijzen. De jeugd krijgt betere infrastructuur, meer fulltime trainers, transport en studiebegeleiding. Er worden allerlei charmeacties op touw gezet: een gratis drankje om de verjaardag van eigenaar VichaiSrivaddhanaprabha te vieren, een voetbaltrip naar Leicester City voor een honderdtal OHL-fans of een gratis shirt bij aankoop van een abonnement. Vichai en zijn zoon Khun Top zijn bijna elke thuiswedstrijd aanwezig. Wanneer het kan, combineert Vichai zijn bezoekjes met een wandelingetje door de stad, liefst met een stop op de Oude Markt.

Aziatische markt

Blijft de vraag waarom King Power dit doet. Hoe ziet hun verdienmodel eruit? Voor velen, ook binnen de club, nog een onbeantwoorde vraag. Ja, er draaiden afgelopen seizoen vier Thaise talenten mee bij de beloften van OHL en dat verhoogt hun marktwaarde. Er werd met Eliott Moore een talent uit de jeugdacademie van Leicester in de A-kern gestald en met Kawin Thamsatchanan een Thaise doelman gehaald. Moore bleek meteen een versterking. De komst van de Thaise goalie lijkt vooral een commerciële zet, bedoeld om de interesse voor OHL in Thailand aan te zwengelen.

Wat Aziatische investeerders in Europa voornamelijk zoeken, zo stelde een artikel in een Brits zakenblad, is internationale naamsbekendheid voor hun producten of diensten. Bij King Power situeert zich dat in de toeristische sector. In Thailand bezitten ze al een monopolie op de uitbating van duty free shops – daarmee vergaarden ze hun fortuin – en enkele jaren geleden kochten ze zich in bij AirAsia, een lowbudgetluchtvaartmaatschappij. Via Leicester en Leuven proberen ze nu ook in de Europese markt te infiltreren. In die optiek is een positief imago cruciaal voor King Power, vandaar hun investeringen in jeugd en in allerlei lokale en sociale initiatieven. Het is in hun eigen belang dat ze een goede, betrouwbare indruk maken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content