Kenny De Ketele, klaar voor de piste: ‘Moreno en ik leven voor de winter’

© BELGAIMAGE

Vanaf dinsdag draaien ze weer op volle toeren, de renners in het Gentse Kuipke. De zesdaagse is traditie en een stuk folklore, maar vooral topsport, weet Kenny De Ketele. ‘Spektakel is belangrijk, maar hét belangrijkste is dat na zes dagen het beste duo wint.’

Sport en spektakel! Dat is de Lotto Z6sdaagse Vlaanderen-Gent. De 77e editie, die gisteren/dinsdag van start ging, moet het weliswaar stellen zonder zijn belangrijkste publiekstrekker. Zesvoudig winnaar Iljo Keisse onderging vorige maand een pinkoperatie en mist daardoor tot zijn grote ontgoocheling wat hij zijn laatste doel van het jaar noemde. Toch loopt het publiek ook nu weer storm voor alles wat er op en rond de Gentse piste te gebeuren staat. Voor die andere thuisrijder bijvoorbeeld. Kenny De Ketele (32) geldt met zijn vaste kompaan van de jongste jaren, Moreno De Pauw, als hét favorietenkoppel.

‘Gelukkig sta ik stilaan weer waar ik moet staan nadat ik in de voorbereiding op het winterseizoen bij een val een barst opliep in de heup’, zegt De Ketele wanneer we hem spreken op de enige dag dat hij thuis is tussen de wereldbekerwedstrijden in Polen en Manchester. De rest van de Belgische selectie is vandaag al meteen doorgereisd naar Engeland, maar ik blijf hier tot na de officiële voorstelling van de zesdaagse.

Dé week van het jaar

Welk belang heeft de zesdaagse voor jou in vergelijking met de wereldbekerwedstrijden?

Kenny De Ketele: Wij zijn beroepsrenners, we moeten rijden om ons geld te verdienen. Zesdaagsen zijn gelegenheden waarop we een mooi startcontract kunnen krijgen. Voor wereldbekerwedstrijden worden wij volop gesteund door de federatie, maar financieel hebben wij daar niets aan.

Ik heb mijn vast loon bij Sport Vlaanderen-Baloise en dat dank ik mede aan mijn activiteiten bij de federatie. Onrechtstreeks haal ik er dus wel inkomsten uit, maar als je de evenementen op zich bekijkt… Om je een idee te geven: voor onze tweede plaats in de ploegkoers in Polen ontvingen Moreno en ik elk 175 euro.

In het veldrijden valt er in wereldbekerwedstrijden net iets meer te verdienen.

De Ketele: De kampioenen wil ik even buiten beschouwing laten, maar in de cross krijgen zelfs jongens met nauwelijks enig palmares gemakkelijk 1000 of 2000 euro om een uurtje rond te rijden. Dat staat in schril contrast met wat wij presteren: podium rijden in een olympische discipline en elk 175 euro ontvangen.

Nu, ik heb gekozen voor de baan en niet voor het veld. Ik ga daar dan ook niet te veel over zagen. Je moet nu eenmaal aanvaarden dat er naar de cross meer aandacht en dus meer geld gaat. Het is overzichtelijker, hé. Je moet niet veel van wielrennen kennen om de cross te kunnen volgen, voor de ploegkoers geldt dat wel.

‘Om je een idee te geven: voor onze tweede plaats in de ploegkoers in Polen ontvingen Moreno en ik elk 175 euro.’

Ik merkte het nog maar eens eind vorige maand in de zesdaagse van Londen. De Australiërs hadden een winstronde genomen, maar toen Mark Cavendish de eindsprint won, gingen de Engelsen compleet uit hun dak. Ze zagen hem als eerste over de meet rijden en snapten niet dat hij niet gewonnen had.

Je benadrukte al het financiële belang van de zesdaagsen, maar Gent is voor jullie ongetwijfeld meer dan dat…

De Ketele: (pikt in) Uiteraard. Het is mijn thuisbasis. Bovendien is het dé week van het jaar waarin wij voor een keer centraal staan en dagelijks in het nieuws komen. Dankzij de media-aandacht kunnen we onze sponsors ook veel teruggeven voor hun steun en vertrouwen. Kortom, Gent is op allerlei vlakken cruciaal voor ons.

Gelijkwaardig duo

Het valt op dat je vaak wij en ons gebruikt. De goegemeente denkt: De Ketele is de man met de ervaring en de fond, de inhoud, en Moreno de man met de razendsnelle sprint. Hoe zie jij dat?

De Ketele: Moreno is natuurlijk in de eerste plaats gekend voor zijn snelle benen en met name zijn baanrecords in Gent, maar hij heeft zich meer en meer ontwikkeld als een complete renner. Als we op de wereldbekerwedstrijd in Polen de laatste dertig rondes voor het peloton uit koersen en ze komen niet terug, dan is dat niet omdat ik zogezegd de motor van de ploeg ben. Dat is ook omdat Moreno sterk genoeg is om uit de greep van het peloton te blijven.

De meest bekende naam krijgt in onze discipline meestal de volle aandacht, maar we zijn een gelijkwaardig duo. Of de ene nu rapper is dan de andere, de ene langer in de aanval kan rijden dan de andere, speelt geen rol. We zijn een team, daar gaat het om.

Eisen jullie om altijd samen te rijden?

Er is één zesdaagse waar ze ons elke keer uiteen willen halen, namelijk Bremen. Ze willen ons allebei aan een Duitser koppelen omdat ze graag landgenoten op het podium zien.

De Ketele: We dringen er alleszins op aan, ja. Er is één zesdaagse waar ze ons elke keer uiteen willen halen, namelijk Bremen. Ze willen ons allebei aan een Duitser koppelen omdat ze graag landgenoten op het podium zien. In Bremen rijden we op een kleine piste, heel technisch dus, en dat ligt zowel Moreno als mij erg goed. De organisator gaat ervan uit dat wij samen te gemakkelijk zouden winnen. Ik snap het niet. Ze weigeren Mathieu van der Poel toch ook niet om te starten omdat hij elke week de cross wint?

Net als die van Bremen is ook de piste van Gent kort en technisch. Onder meer dat gegeven maakt van jullie de topfavorieten, meer nog dan de Australiërs Cameron Meyer en Callum Scotson, die in Londen de eerste zesdaagse van het seizoen wonnen. Hoe schat je de tegenstand in?

De Ketele: Meyer en Scotson zijn te duchten opponenten. Ook de wereldkampioenen ploegkoers Morgan Kneisky en Benjamin Thomas zijn van de partij. Thomas is een enorm talent, individueel op zijn 22e nu al een van de beste, maar zijn ploegmaat laat het vaak afweten in de zesdaagsen. Volgens mij zal het vooral tussen de Australiërs en ons gaan voor de zege.

Aanvallend koppel

Een vaste concurrent start niet. Wat betekent het wegvallen van Iljo Keisse voor jou?

De Ketele: Je wint liever met Iljo aan de start dan zonder. Dat geeft toch iets meer cachet aan een overwinning. Aan onze ingesteldheid verandert het echter niets. Moreno en ik zijn een heel aanvallend koppel. Wij zullen altijd koers maken, we wachten niet op de rest. We sprokkelen veel punten in andere onderdelen dan de ploegkoers, we zijn gebrand op baanrecords. Onze stijl zullen we niet aanpassen door de afwezigheid van Iljo.

Toen Etienne De Wilde stopte, vreesden de mensen ook dat de Gentse zesdaagse zou verwateren, terwijl het evenement nu nog sterker staat dan destijds.

Weet je, Moreno en ik zijn dag en nacht bezig met de baansport en leven voor de winter. Bij Iljo is het meer iets wat hij niet kan loslaten. Je voelt toch dat er een verschil is tussen de Iljo die bijna fulltime voor de piste koos en de Iljo die het er eigenlijk maar bij pakt.

Hoe bedoel je precies?

De Ketele: Door kilometers en kilometers op kop te rijden in wegwedstrijden, beschikt hij over minder intrinsieke snelheid dan vroeger. Met de leeftijd bot die sowieso af. Ik merk zelf ook dat het moeilijker wordt om mijn snelheid op peil te houden. Ik maak daar veel werk van, maar ik krijg daar via pistesessies in tegenstelling tot Iljo ook de tijd voor.

Het is begrijpelijk dat zijn niveau op dat gebied zakt, maar door al die wegwedstrijden en grote rondes te rijden, is hij wel ongelooflijk sterk geworden. Doordat hij nooit kapot gaat, kan hij het gebrek aan pistesnelheid compenseren. Daar komt het in de zesdaagsen namelijk ook voor een groot stuk op aan. Je moet je hoofd altijd boven water kunnen houden, ook al doe je soms verloren inspanningen. Val je dan op een counter, dan moet je blijven reageren.

‘De vraag naar meer zesdaagsen is hetzelfde als je afvragen of er op de weg nog een grote ronde moet bijkomen.’

Verwacht je een andere sfeer zonder Iljo Keisse?

De Ketele: Toen Etienne De Wilde stopte, vreesden de mensen ook dat de Gentse zesdaagse zou verwateren, terwijl het evenement nu nog sterker staat dan destijds. Het zal misschien een andere wending geven, dat klopt.

De toeschouwers die alleen maar kwamen om op donderdag pinten te drinken en Iljo te roepen, kunnen nu eens andere renners leren kennen, zoals Gerben Thijssen, een heel talentvolle renner van amper negentien. Of Robbe Ghys en Lindsay De Vylder, de Europese kampioenen ploegkoers bij de beloften. Die jongens leven voor de piste. Het zou mooi zijn als zij nu wat meer aandacht krijgen.

En jij zal nu dé publiekslieveling zijn.

De Ketele: Daar is het mij niet om te doen. Ik heb graag de steun van het publiek – versta me niet verkeerd – maar ik ben er minder gevoelig voor dan anderen. Ik doe het niet om de bekendste te worden. Mijn sport is mijn passie en daar geniet ik van. Mijn doel is om een derde keer te winnen in Gent. Als de mensen dat appreciëren, vind ik dat leuk, maar ik ga niet in een hoekje zitten wenen als ze meer voor iemand anders gesupporterd hebben.

Afgeroomde premiepot

Onlangs liet je optekenen dat er van combines en afspraken geen sprake meer is in de zesdaagsen. Hoe overtuig je de non-believers?

De Ketele: Spektakel is belangrijk in een zesdaagse. Als een bepaalde ploeg er torenhoog boven uitsteekt, dan heeft niemand er iets aan als ze de hele week de anderen wegrijden. Dan kan er gepraat worden om in bepaalde wedstrijdonderdelen gas terug te nemen. Maar het belangrijkste is dat na zes dagen het beste duo wint en de toeschouwers niet bedrogen worden.

De meest bekende naam krijgt in onze discipline meestal de volle aandacht, maar we zijn een gelijkwaardig duo.

Er blijven bovendien slechts zes zesdaagsen over. Vroeger deelde iedereen in de grote premiepot, maar die is ondertussen stevig afgeroomd. We zijn broodrenners, we gaan niet zeggen tegen een andere ploeg: “Jullie wonen hier, pakken jullie maar 1000 euro meer.” Renners die van de winter alleen kunnen leven, bestaan niet meer.

Zoals je zegt: er blijven slechts zes zesdaagsen over. Is er nood aan meer?

De Ketele: Misschien nog één of twee in december, maar je moet kijken of het allemaal nog past in een programma met ook nog wereldbekerwedstrijden en kampioenschappen. Op de weg zie je hetzelfde. De vraag naar meer zesdaagsen is hetzelfde als je afvragen of er op de weg nog een grote ronde moet bijkomen.

Moet de Ronde van Polen of de Ronde van Duitsland ook drie weken duren? Nee, want daar is geen ruimte voor. Het belangrijkste is dat de zesdaagsen die nu bestaan niet wegvallen en sterker worden. Bremen heeft wat in het nauw gezeten, maar lijkt er weer bovenop. Ik vermoed dat we stilaan stabiliteit krijgen en dat er geen zesdaagsen meer gaan sneuvelen.

Op een enkeling na halen de vedetten van het wegwielrennen hun neus op voor de zesdaagsen. Valt dat te betreuren?

De Ketele: In het verleden vroeg de organisatie misschien om de grote vedetten van de weg vooraan te houden omdat ze een stevig startcontract hadden. Vandaag de dag kunnen wij ons het niet veroorloven om te zeggen: we gaan die jongen een plaatsje gunnen op het podium omdat hij veel kost voor de organisatie. Dat is volgens mij een belangrijke reden waarom ze wegblijven. Als je een keer meedoet en je wordt weggereden, dan kan ik me voorstellen dat je het volgende jaar vriendelijk past. Vraag maar aan Dylan Groenewegen, een uitstekende wegrenner, maar hij heeft vorig jaar in de zesdaagse van Rotterdam alle kleuren van de regenboog gezien.

Die kleuren zal jij ook zien in Gent, namelijk op de truien van Kneisky en Thomas, maar dan hopelijk vooral als je omkijkt.

De Ketele: (lacht) Omdat het de eerste keer zou zijn dat ik met Moreno kan winnen in Gent en omdat ik na die val vreesde dat ik niet top zou kunnen zijn, zal een eventuele zege alleszins heel veel deugd doen.

Je won in 2011 en 2014. Telkens drie jaar tussen, dus…

De Ketele: Zo had ik het nog niet bekeken, maar het zou inderdaad mooi zijn om drie jaar later weer te winnen. Maar vanaf dan moet het geen drie jaar meer duren, hoor. (grijnst)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content