Paradise City

© BELGAIMAGE

Dries Mertens speelt volgende week in de CL met Napoli tegen het Manchester City van Kevin De Bruyne en Vincent Kompany. De club is het uithangbord van de City Football Group, een Arabische pr-machine waar miljarden in gepompt worden.

Door romantici wordt Manchester City misschien nog gezien als de 137 jaar oude arbeidersploeg die werd opgericht door kerkleden, maar tegenwoordig opereert de club eerder als een soort Walmart die buurtwinkel na buurtwinkel opslokt. Alhoewel. Clubs laten zich graag opslokken. Bestuurders, managers en spelers lijken niets liever te willen dan in zee te gaan met de sjeik. Gratis huurspelers. In eigen jets de wereld over vliegen. Beloningen zijn skyhigh. Dat er bij City al bijna honderd spelers in dienst zijn schrikt geen voetballer of makelaar af. Nergens ter wereld zijn de salarissen zo hoog als in het oosten van Manchester. Waar spelers in Bentleys van een half miljoen naar de duurste trainingswellness op aarde komen. Waar de sjeik horloges uitdeelt van 200.000 euro per stuk. Aangetrokken worden als speler nummer 87? Geen probleem. Wie wil er niet naar Paradise City, where the grass is green and the girls are pretty?

Zelfs aloude volksclubs gaan door de knieën voor een toefje oliedollars. Zoals het Nederlandse NAC uit Breda, waar het nu als beleid wordt gezien om minifranchise te mogen spelen onder een door sjeiks gerunde investeringsparaplu genaamd CFG. City Football Group. Een firma die naar eigen zeggen clubs opkoopt, academies neerzet en investeert in marketingbedrijven.

De City Football Group is onderdeel van de Abu Dhabi United Group. Een overkoepelende investeringsgroep die in handen is van sjeik Mansour. Met een geschat vermogen van twintig miljard euro is zijn familie de meest welvarende van Abu Dhabi, één van de zeven emiraten die samen de Verenigde Arabische Emiraten vormen. Mansour heeft in korte tijd de voetbalindustrie naar zijn hand gezet.

Kromzwaarden

Zijn verhaal begint in 2008. Manchester City heeft dan weinig te kiezen. De club was voor de Arabische overname al in handen gevallen van een Thaise eigenaar. Niet de minste, want het betrof hier de voormalige Thaise premier. Die had de club voor een kleine honderd miljoen euro opgekocht. Maar na een ambitieus begin moest de man erkennen dat hij de salarissen niet meer kon betalen. ‘Hij had geen idee’, klaagde de coach. Sterker nog, hij had de Thaise justitie achter zich aan zitten. Al zijn tegoeden waren bevroren. Een prelude op de celstraf waartoe hij werd veroordeeld. Een paar rijke fans wilden de twee miljoen nog wel een maandje voorschieten. Maar daarna moest er toch wat gebeuren, anders dreigde de club om te vallen. Dit is het klassieke moment waarop totaal onbekende investeerders zich doorgaans aandienen.

Ook nu. Voorzichtig wordt er contact gezocht met een partij uit Dubai. Die is op dat moment bezig met het opkopen van Liverpool. Maar de onderhandelingen lopen stroef. Dubai is net als Abu Dhabi een van de Verenigde Arabische Emiraten. Tussen die emiraten is een gigantische competitie gaande. Niet dat ze elkaar met kromzwaarden op kamelen te lijf gaan. Nee, branding is het toverwoord. Al die stinkrijke oliestaatjes willen de wereld in huis halen. Laten zien dat ze geen stukjes woestijn zijn, maar welvarende en moderne landen. Tot twintig jaar geleden ging niemand voor de lol naar deze streken. Nu zijn er complete luchtbruggen met toeristen en zakenmensen aan boord. Niet voor niets heeft Dubai inmiddels de derde luchthaven ter wereld.

Die toeristen gaan in de toekomst een belangrijke rol spelen. Nu verzuipen ze nog in de oliedollars, maar als die plassen op zijn moet de welvaart wel gehandhaafd blijven. Dus wordt er geïnvesteerd. In vliegtuigmaatschappijen, banken, warenhuizen. Onderwijl is het van levensbelang de kleine staatjes op een positieve manier op de wereldkaart te zetten. Dan is voetbal in het algemeen en de Premier League in het bijzonder het vehikel om een mondiaal publiek te bereiken.

Dubai heeft voortdurend het initiatief en als het een poging doet om Liverpool te kopen is het in Abu Dhabi, de hoofdstad van de Emiraten, direct groot alarm. De problemen van de Thaise eigenaar bij City komen eigenlijk als geroepen. Zodra ze in Dubai een zevensterrenhotel neerzetten – de Burj El Arab – verrijst in Abu Dhabi het Emirates Palace. Als Dubai met waanzinnige bouwconstructies de wereldpers haalt, presenteert Abu Dhabi plannen om het Guggenheim en het Louvre na te bouwen in de woestijn. Als Dubai een PGA golftoernooi en ATP tennistoernooi begint, volgen in Abu Dhabi niet veel later toernooien in dezelfde sporten. De wereld moet niet gaan denken dat Dubai de centrale macht is in het land dat pas sinds begin jaren zeventig bestaat.

De aankoop van Manchester City heeft dan ook weinig met voetbal te maken. Het is een middel om een heel ander doel te bereiken. Op 1 september 2008 is het echt zover. De Thaise eigenaar verkoopt zijn aandelen voor dik tweehonderd miljoen euro aan sjeik Mansour, de dan 38-jarige vicepremier van de Verenigde Arabische Emiraten. Het cv van de man is een oneindige lijst investeringsmaatschappijen. Voor de aankoop gebruikt hij de Abu Dhabi United Group.

Direct gaan de wildste geruchten rond. De transferwindow is nog een dag open. Zou er nog iets komen? Jazeker. Inderhaast wordt de Braziliaan Robinho gekocht. Die snapt zelf ook niet waar hij is beland. ‘Chelsea heeft een geweldig aanbod gedaan’, meldt hij tijdens zijn presentatie. ‘Eh… Manchester. Sorry.’

Ruimtevaart

Waar Chelsea en de Rus Roman Abramovitsj tussen 2005 en 2010 de voetbalwereld veranderden, doet Manchester City het de jaren daarna. De Arabieren gaan naar een volgend level. Het meerjarenplan is ambitieus en strekt zich uit over alle continenten. Geld is geen probleem voor sjeik Mansour, die tussendoor een kwart miljard verbrast aan een ruimtevaartproject. Met United en City ontwikkelt Manchester zich razendsnel tot voetbalcentrum van de wereld. Met United op dat moment nog als een van de rijkste clubs ter wereld. Manchester United is al jaren in handen van de Amerikaanse familie Glazer. Gehaat bij een groep supporters die zelf maar een nieuwe club oprichtten. Het gaat de Amerikanen niet om populariteit. Het gaat ze om de cijfers. Om de koers van de aandelen.

En met een begroting boven het halve miljard is de club daadwerkelijk een van de grootste ter wereld. Waar ze ook komen, van Chicago tot Calcutta. Overal lopen de mensen met vele tienduizenden uit. United vocht onder leiding van Alex Ferguson begin deze eeuw vooral met Real Madrid en Barcelona om de nummer éénpositie in het wereldvoetbal. De drie ontlopen elkaar weinig qua populariteit. In Engeland is de club net zo succesvol als het grote Liverpool in de jaren tachtig. Alleen Chelsea kan echt tegengas geven. De Premier League is al jaren een zaak tussen Russen en Amerikanen.

Niemand in de wereld kon voorzien dat de Noisy Neighbours van Maine Road in een paar jaar langszij zouden komen. Aanvankelijk is het de bedoeling dat dit zou gebeuren onder leiding van Guus Hiddink,die wordt uitgenodigd om te komen praten in Abu Dhabi, bij de eerste Formule 1-race ooit die er wordt verreden bij zonsondergang. Een privéjet vanaf Schiphol is geen probleem. In een luxebox langs het Yas Marina Circuit wil een vertrouweling van de nieuwe City-eigenaar vergaderen over de route naar de eerste landstitel sinds 1968. Hiddink bedankt en dus schrijft niet hij, maar Roberto Mancini historie. De twee buren uit Manchester zorgen voor de meest sensationele minuten in de geschiedenis van de Premier League. Het is 13 mei 2012, de laatste speeldag. En die dag vieren de Cityfans eindelijk weer een titel nadat ze in blessuretijd een 1-2-achterstand ombuigen in 3-2. Decennia zijn ze belachelijk gemaakt door de fans van buurman United. Ziek zijn ze van het spandoek dat daar ieder jaar hangt. Ieder seizoen een ander getal. 41, 42, 43, 44. Iedereen weet waar die getallen voor staan. Het aantal jaar sinds de laatste titel. En nu is het dan zover. Wat een sjeik al niet kan betekenen voor de levens van duizenden.

Een miljard kostte deze titel die niet uit de lucht komt vallen. Sinds de overname in 2008 staat de club symbool voor een heel nieuw hoofdstuk in de oeroude sport. Het leven is zo veel makkelijker met een rijke eigenaar. In Zwitserland ziet de UEFA het allemaal met gemengde gevoelens aan. Voorzitter Michel Platini wijst nog een keer op de gevaren als het voetbal verandert in een bonanza vanuit het wilde Oosten. ‘We moeten de clubs beschermen, want zolang ze betalen zijn ze happy bij Manchester City, maar wat als ze vertrekken?’ Maar vertrekken is ongeveer het laatste waar de sjeik aan denkt. Die eerste titel betekent namelijk dat Manchester City in de lucratieve Champions League gaat spelen. Tientallen miljoenen vloeien terug naar de pot.

Voetbal-Risk

Europese topclubs zijn mondiale merken geworden. En dat weten de investeerders achter City ook. Van Bangkok tot Berlijn. Het lichtblauwe shirt met Etihad op de borst verschijnt op vliegvelden over de hele wereld. Vaak naast het rode van Manchester United. Samen met PSG, waar dan inmiddels een sjeik uit Qatar is geland, bestormt City de top. In New York koopt Mansour zijn tweede club. New York FC. De clubkleuren zijn dezelfde als die van Manchester City. In Londen bij Chelsea weten ze direct hoe de verhoudingen liggen. In de zomer van 2014 vertrekt Frank Lampard ineens. Een opmerkelijke transfer van de sleutelspeler uit de op Russisch geld gebouwde formatie. Lampard is niet de minste en zelfs een van de sterren van Chelsea. Een icoon. Van de club die in het begin van deze eeuw alle financiële limieten van het voetbal verlegde. Een paar weken na zijn presentatie in New York haalt City hem ineens naar Manchester. In Londen gooien fans hun afstandsbediening bijna door de tv. Chelsea is niet langer de maat der dingen. Dat zijn de Arabische hemelbestormers Manchester City en Paris Saint-Germain.

Op de tribunes gaat het over Messi en Ronaldo. In de bestuurskamers over Abu Dhabi en Qatar. In Australië wordt de volgende zusterclub gestart. Melbourne Heart wordt Melbourne City. De clubkleuren veranderen van rood in blauw. Directeur wordt net als in Manchester Ferran Soriano, jarenlang vicevoorzitter van FC Barcelona. Hij werkte samen met Johan Cruijff, Frank Rijkaard, Pep Guardiola. Kleedkamers, faciliteiten en staf krijgen een koninklijke upgrade. Net als in Manchester laat de eerste prijs niet lang op zich wachten. Amsterdammer John van ’t Schip bezorgt Melbourne de eerste beker in de jonge clubhistorie. En dat is pas het begin. De grenzen van de mondiale groei zijn nog lang niet bereikt, zo bewijst Mansour als hij met een belegging in Yokohama F. Marinos zijn eerste clubkwartet voltooit. Baanbrekend, want hij is de eerste buitenlandse investeerder in de Japanse competitie. Katalysator is het Japanse automerk Nissan dat ook Manchester City sponsort. Bedoeling is om met de oliedollars zo snel mogelijk de eerste titel sinds 2004 te veroveren.

De City-franchises zijn afzonderlijke clubs met hun eigen budgetten en cultuur. Maar dwarsverbanden zijn er wel. Ze komen niet alleen aan de oppervlakte met Lampard, maar ook met andere vedetten als David Villa (door New York uitgeleend aan Melbourne) en Patrick Vieira (van de City-academie gepromoveerd tot hoofdcoach in New York). Alle clubs en voetbalactiviteiten worden bovendien ondergebracht in één en hetzelfde holdingbedrijf, de nieuw opgerichte City Football Group (CFG).

Niet iedereen is even enthousiast over eigenaars die voetbalclubs in businessclubs veranderen. De UEFA wijst op de regelgeving Financial Fair Play en beboet Manchester City met zestig miljoen euro. Die worden prompt afgetikt. Uitgerekend José Mourinho, dan trainer bij de moeder aller koopclubs, Chelsea, trekt van leer: ‘Zijn boetes eerlijk? Dat denk ik niet. Het is eerlijk om punten en prijzen af te pakken.’ In Londen zijn ze afgehaakt volgens The Special One. ‘Wij zijn een team zoals alle andere teams geworden. Onze begrotingen zijn sluitend.’

Manchester City gaat door waar Chelsea stopte. Niet alleen nieuwe fans uit de stad, maar mensen uit de hele wereld bezoeken inmiddels de thuiswedstrijden. Er is een derde ring op het stadion gezet waarmee de capaciteit is opgeschroefd naar 55.000 stoeltjes. En als Vincent Kompany voor de tweede keer de 25 kilo zware Premier Leaguecup optilt, is de sjeik alweer bezig om nieuwe gebieden op de wereldkaart te bezetten met hemelsblauwe pionnen. Dit keer voegt hij een tweededivisieclub uit Uruguay toe aan zijn investeringsportefeuille. Bij Atlético Torque komen amper 250 toeschouwers kijken en de bedoeling is dan ook niet om zoals in New York en Melbourne zwaar te investeren in de spelersgroep, maar om via een nieuw Zuid-Amerikaans netwerk talenten vroeger te gaan ontdekken. Om die reden wordt tevens een contract afgesloten met Atlético Venezuela dat data van spelers gaat leveren. De tijden dat scouts met hun notitieboekjes even wat talenten kwam wegkapen zijn voorbij. CFG omschrijft de nieuwe investeringen als ‘een administratieve hub voor scoutingsoperaties in de regio’.

Afrika is het enige continent dat nog niet is veroverd in het voetbal-Risk. Alhoewel. Ook daar zijn de eerste verkenners geland. Er gaan subsidies naar de voetbalbond van Ghana en in Accra is een academie met de naam Right To Dream opgekocht. Vorige maand kwam in het nieuws dat City twee miljoen pond over heeft voor een Ghanees van zestien jaar. Real Madrid en Bayern München hebben het nakijken.

Als een octopus omklemt CFG de voetbalindustrie. Manchester City heeft inmiddels bijna honderd voetballers onder contract. Iedere week zwermen veertig scouts kriskras door Europa. City heeft het antwoord al op landen die hun clubs willen opleggen om meer zelfopgeleide spelers op te stellen: steeds jonger scouten en kopen. In Amsterdam wordt de zestienjarige Javairo Dilrosun weggeplukt. In Rotterdam de zestienjarige Rodney Kongolo. Wanneer ze debuteren gelden de twee Nederlanders als zelfopgeleide spelers. De besten mogen naar de Elite Development Squad, ondergebracht op een 33 hectare tellend complex. De rest wordt verdeeld over partners in Europa, voor avonturiers liggen brochures klaar met de vestigingen in Amerika, Australië en Japan.

Met zoveel vertakkingen is het niet overdreven om al te spreken van een Mansourkartel. Er ligt een web van samenwerkingen, coalities en bondgenootschappen om de opleiding te ondersteunen. Zo zijn er contracten gesloten met ploegen uit de Amerikaanse staten Texas en New York, en met het Nederlandse NAC Breda is een ambitieuze volksvereniging gevonden die als satelliet wil fungeren om de mondiaal gescoute talenten te testen. Het wachten is nu nog op de resultaten. Volgens CFG wordt een rendement nagestreefd van minimaal één speler per jaar die doorstroomt naar de hoofdmacht, maar tot dusverre is dat een van de weinige beloften die nog niet zijn ingelost door de sjeik in de City.

Manchester City heeft dus nogal wat jonge voetballers op voorraad. Sommigen zijn niet goed genoeg voor City, maar te sterk voor NAC Breda. Zij kunnen sinds kort ook naar een topcompetitie. Want in augustus bemachtigde Mansour een zesde club, dit keer in Spanje. Het gepromoveerde Girona speelt voor het eerst op het hoogste niveau. CFG kocht de club samen met Pere Guardiola, de broer en zaakwaarnemer van Pep, die Manchester City onder zijn hoede heeft. Deze ploeg moet fungeren als een soort eindexamenklas. City dropte er meteen vijf spelers. Met als eyecatcher Douglas Luiz. Voor tien miljoen gekocht van Vasco da Gama en direct gestald bij Girona.

Duikplank

De contouren van een nieuwe wereldmacht worden steeds duidelijker. City koopt bijna net zo makkelijk clubs als spelers. Girona zal niet de laatste toevoeging zijn aan het portfolio. Naar verwachting gaat het vizier nu op een Chinese aanwinst. Dat zou club nummer zeven zijn. En dan zijn er ook nog de filialen waar de sjeik geen aandelen heeft, maar wel invloed. Zoals in Breda. NAC spreekt van een samenwerking, maar met een ingevlogen kok, een gratis facelift van het trainingscomplex en zes pro deo-talenten, lijkt de rol van NAC eerder onderdanig.

Vandaar ook dat de zorgen achter de schermen snel toenemen. Sport is niet het reguliere bedrijfsleven waar het logisch is dat multinationals steeds grotere marktaandelen nastreven. In voetbal valt of staat alles met spanning en onvoorspelbaarheid. Die kwamen deze eeuw door de snel groeiende begrotingsverschillen al onder druk. Maar sjeik Mansour voegt daar nu nog een nieuwe dimensie aan toe. Bij de vier clubs waar hij grootaandeelhouder is, lopen 192 contractspelers. De twee andere clubs waar Mansour zich inkocht, hebben nog eens 75 voetballers in huis. Dat betekent dat CFG nu 267 spelers controleert.

Zeker nu Girona is gekocht samen met een spelersmakelaar, rijzen er vragen over de intenties van CFG. Zijn er misschien meer motieven dan alleen het neerzetten van een wereldwijd merk? Guardiola tevreden stellen? Verdienen aan spelershandel?

Er bestaat geen verbod op het beheren van meerdere clubs op hetzelfde continent. Maar wanneer zij tegen elkaar zouden spelen, ontstaan er natuurlijk wel integriteitsproblemen. Afgelopen zomer werd binnen de UEFA gediscussieerd over de Red Bullclubs Salzburg en Leipzig die allebei de Champions League bereikten. Twee deelnemers van hetzelfde concern. Met aan het hoofd een Oostenrijkse miljardair. Beide energiedrankjesclubs zijn toegelaten, omdat Red Bull in Leipzig op papier alleen sponsor is, en geen eigenaar. Fans weten wel beter. De afdeling Salzburg sneuvelde in de voorronde, maar dit soort belangenconflicten zal door het groeiende aantal private overnames alleen maar gaan toenemen. Om helemaal zeker te zijn en imagoschade te voorkomen, is het dus zaak om clubs op verschillende niveaus te houden. NAC en Girona moeten niet zo sterk worden, dat ze Europa ingaan.

Waar de reis van de Skyblues zal ophouden weet niemand. Buiten Engeland bleek instant succes nog niet te koop. De Champions Leaguefinale is nog steeds niet bereikt. Net als in Parijs blijkt Europees presteren een aparte discipline, die blijkbaar de nodige tijd vergt. Maar alles wijst erop dat we nog lang niet van Manchester City af zijn. De jacht op Barcelona en Real Madrid is geopend. Nu de City Football Group en Qatar Sports Investments de voetbalmarkt monopoliseren, worden zelfs de Spaanse recordkampioenen nerveus. Ze roepen op tot een onderzoek vanwege ‘staatssteun die de voetbalindustrie onherstelbare schade zal toedienen’ en de competitiebaas deed er een schepje bovenop door te stellen dat PSG en City ‘zijn betrapt toen ze in het zwembad aan het pissen waren’. Nogal hypocriet natuurlijk. Madrid sloot een contract met de eigenaar van City. Die gaat met een van zijn vele bedrijven de herbouw van het Bernabéu voor zijn rekening nemen. Een deal van 350 miljoen euro. Mogelijk gaat het stadion straks Abu Dhabi Bernabéu heten. Op het shirt van De Koninklijke staat nu al Fly Emirates. Barcelona liet zich jarenlang rijkelijk sponsoren door Qatar. Hun schimpscheuten zijn dan ook vooral tekenend voor de paniek die toeslaat nu hun alleenheerschappij aan het wankelen wordt gebracht door de sjeikstaten.

Lichtgevend schip

Het meest bizarre aspect van het verhaal is dat Mansour, met al zijn investeringen misschien wel de machtigste man van het hedendaagse voetbal, zelden in een stadion is gesignaleerd. Tijdens het WK in Brazilië, waar bijna alle spelers van Manchester City voor hun land uitkwamen, leek daar verandering in te komen. Want voor de kust van Rio werd een lichtgevend schip gesignaleerd. Maar bij nader inzien bleek de 147 meter lange kolos een weekendje gehuurd door Leonardo DiCaprio. Mansour zullen we volgende week dus ook niet het Stadio San Paolo in Napels zien binnenstappen. Voetbal blijft voor hem vooral de makkelijkste pr-machine om de indruk te wekken van een flitsende, dynamische staat.

DOOR TOM KNIPPING – FOTO’S BELGAIMAGE

City koopt bijna net zo makkelijk clubs als spelers.

Als een octopus omklemt de City Football Group de voetbalindustrie.

Nu de City Football Group en Qatar Sports Investments de voetbalmarkt monopoliseren, worden zelfs de Spaanse recordkampioenen nerveus.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content