Als reactie op de escalerende transfermarkt probeert Real Madrid jonge supertalenten in een vroeg stadium aan zich te binden.
Vorige week rondde de Koninklijke de komst af van de zeventienjarige Braziliaan Rodrigo Antonio Rodrigues. De aanvallende middenvelder blijft echter nog een jaar bij zijn huidige ploeg Grêmio Novorizontino spelen en zakt pas volgend seizoen af naar de Spaanse hoofdstad, waar hij waarschijnlijk in eerste instantie bij Real Madrid Castilla gestald zal worden. Hetzelfde deden de Madrilenen eerder dit jaar met de veelbesproken Vinícius Junior, voor wie maar liefst 45 miljoen euro betaald werd. Die blijft voorlopig ook bij zijn club Flamengo voetballen.
De tactiek van Real Madrid is duidelijk: het wil grote talenten zo snel mogelijk aan zich binden, liefst nog voor ze enige bekendheid krijgen. Op die manier probeert het te vermijden om mee te gaan in het opbod van transferprijzen, zoals met Neymar en Kylian Mbappé. Ook die twee was Real immers al in een vroeg stadium op het spoor, maar daar slaagde het niet in zijn opzet om hen te strikken. Het mooiste voorbeeld van de werkwijze van Real is natuurlijk Marco Asensio, die voor een habbekrats (3,5 miljoen euro) gekocht werd van Real Mallorca. Een gelijkaardig bedrag betaalde de CL-winnaar in 2015 voor Martin Ødegaard, die toen ook het hof gemaakt werd door Bayern München en FC Barcelona. Het Noorse wonderkind is ondertussen achttien, maar lijkt ver te staan van de schitterende carrière die hem voorspeld werd. Voorlopig wordt hij nog steeds uitgeleend aan SC Heerenveen.
Het geval-Ødegaard maakt duidelijk dat het aan zich binden van een jong supertalent een zeker risico inhoudt. Want wat als zijn potentieel uiteindelijk niet ontluikt? Maar bij Real Madrid willen ze dat risico nemen, zo beweert het Spaanse blad Marca. Het Witte Huis is in eerste instantie nog op zoek naar een centrale verdediger en een diepe spits. Het speurt daarvoor allang niet meer alleen in Spanje maar op de vijf continenten, want je weet nooit waar de volgende Marco Asensio opduikt.
STEVE VAN HERPE
