Van Schaatsbelg naar Viking: dit is het verhaal van Bart Swings

© BELGAIMAGE
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Waar velen steeds meer aan twijfelden, bleef Bart Swings rotsvast geloven én verkondigen: dat hij een medaille zou behalen op de Winterspelen. Het is alleen de echte toppers gegeven om dat ook te realiseren.

Hoeveel Vlamingen zouden er zaterdagmiddag op de NOS naar de finale van de massastart hebben gekeken? En dus niet naar de VRT, waar op dat moment werd voorbeschouwd op de Omloop Het Nieuwsblad, en Karl Vannieuwkerke tussendoor vermeldde dat Bart Swings Belgische sportgeschiedenis had geschreven, met zilver op de massastart? Om dan te benadrukken hoezeer het hem gegund was, na jarenlang werken in de anonimiteit. En daarna een filmpje te tonen van een schansspringende Peter Sagan

Toeval of niet: Swings trainde de voorbije maanden in alle stilte in Stavanger, samen met de Noorse ploeg.

Als u toch om 14.08 uur uw tv op NOS heeft afgestemd, dan zag u misschien wel het mooiste beeld van Swings’ finale. Net ná de finish, toen hij met zijn armen zwaaide, naar het hoofd greep en een ferme fluim op het ijs spuwde. Oprecht ontgoocheld over het goud dat hij op een meter na gemist had. Een fout gemaakt door zélf aan te zetten op 700 meter, met de Zuid-Koreaanse topfavoriet Seung-hoon Lee in zijn spoor? Het zal even door zijn hoofd gespookt hebben, als veelwinnaar pur sang. Want dat ís Swings immers – weliswaar in een andere sport, het skeeleren, waar hij al 11 wereld-, 28 Europese titels en 4 keer goud won op de World Games. En dan bén je, met zilver, in een eerste vlaag teleurgesteld.

Amper een minuut later kwam echter het besef. Dat hij zijn Grote Doel had gerealiseerd: een medaille. En kon hij opgetogen genieten met familie, vrienden en zijn entourage. Om ’s anderendaags, na een korte nacht, al te vertellen dat hij ondanks de euforie ook al enkele keren de beelden grondig geanalyseerd had.

Omdat de medailles uitbleven na zijn vierde en vijfde plaats op de Spelen van Sotsji (op toen de 5 en 10 km), begon de buitenwereld dan ook steeds meer te twijfelen.

Die reflex om zijn race meteen tot de kleinste details te ontleden: het is Swings ten voeten uit. Niet toevallig een student burgerlijk ingenieur die zijn sport zeer analytisch en wetenschappelijk benadert, pratend over de oppervlaktespanning van het ijs. Een bovengemiddelde intelligentie die in het verleden soms een nadeel was, met name in de afstandsnummers van het schaatsen. Hoewel hij fysiologisch in de absolute bovenlaag zit, analyseerde de Herentenaar daarin vaak te obsessief, wilde hij het té goed doen, te veel denkend aan zijn niet optimale techniek – wegens pas op zijn achttiende overgeschakeld naar het schaatsen.

Niet toevallig won Swings dan ook een medaille in de massastart, een combinatie van uithouding, snelheid, tactisch positiekiezen en mentaal pokeren waarin hij sinds 2014 negen van zijn veertien Wereldbekermedailles won. Een discipline die het meest op zijn eerste liefde, het skeeleren, lijkt. Daarin stond/staat hij telkens aan de start met de instelling: ík en niemand anders win vandaag. Een onwrikbaar zelfvertrouwen dat de Vlaams-Brabander als schaatser in de afstandsnummers miste. Ook omdat hij, in plaats van te focussen op zijn techniek, er te vaak zijn race op zijn tegenstander in de andere baan afstemde. Zoals in het skeeleren.

Noorse cool

Omdat de medailles uitbleven na zijn vierde en vijfde plaats op de Spelen van Sotsji (op toen de 5 en 10 km), begon de buitenwereld dan ook steeds meer te twijfelen, zelfs in Nederland nam het scepticisme over de ‘Schaatsbelg’ alsmaar toe. Zeker toen het dit seizoen, door een knieblessure en een maag/slokdarminfectie, aanvankelijk voor geen meter liep en Swings zelfs in de B-wedstrijden moest starten. Toch bleef de veeleisende perfectionist – volgens zijn ouders al van jongs af een ‘strebertje’ – met een passie en doorzettingsvermogen, eigen aan de echte toppers, op die olympische medaille focussen. Zeker op zijn geliefkoosde massastart.

Ondanks de meewarige blikken verkondigde Swings het zelfs vooraf, dat een medaille hét doel was. Dat de Nederlanders minder schrik hadden? ‘Mooi, laat mij maar verrassen.’ Ook typisch voor de ogenschijnlijk bescheiden Bart: een vleugje Hollands zelfbewustzijn, gemixt met Noorse werkkracht en cool, de eigenschappen waarmee de olympische Vikings uit Noorwegen in PyeongChang een recordaantal medailles behaalden.

Ondanks zijn fysieke problemen scherpte het zijn geloof in een olympische medaille aan, zeker na zijn brons op de WB massastart, half december in Salt Lake City.

Toeval of niet: Swings trainde de voorbije maanden in alle stilte in Stavanger, samen met de Noorse ploeg, en zijn maatje Sverre Lunde Pedersen. Een topsportomgeving waarin de Herentenaar gedijde, omringd door betere schaatspartners. In tegenstelling tot het verleden waarin hij te vaak alleen het ijs op moest, kon hij nu met het juiste vermogen en de juiste snelheid trainen. Al in november zei Swings dat hij het, na al die jaren, ‘nu het beste voor elkaar had.’ Ondanks zijn fysieke problemen scherpte het zijn geloof in een olympische medaille aan, zeker na zijn brons op de WB massastart, half december in Salt Lake City, toen al na Seung-hoon Lee.

Een geloof dat zijn toptrainer Jelle Spruyt in maart 2016 – een klein jaar nadat het IOC bekend had gemaakt dat de massastart olympisch zou worden -, al uitsprak in dit magazine: ‘Als Bart in PyeongChang de juiste techniek/fysiek aan zijn skeelermentaliteit kan koppelen, is er véél mogelijk. Zelfs goud.’

Twee jaar later was Swings ontgoocheld, in de eerste halve minuut na de race waarin hij zo hard voor gewerkt had. ‘Slechts’ zilver. Net die winnaarsmentaliteit, gekoppeld aan het strijdershart van een Noorse Viking, heeft hem echter zo ver gedreven. Ondanks alle twijfels. Maar niet bij hem.

SCHAATSEN: GÉÉN REGIONALE SPORT

Om Bart Swings‘ zilveren plak in het juiste mondiale perspectief te zetten: ja, de Nederlanders wonnen in PyeongChang 16 schaatsmedailles, waarvan 7 gouden op in totaal 14 nummers (m/v). De andere 26 werden echter verdeeld over 10 landen: Japan, Noorwegen, Zuid-Korea, Canada, China, Italië, Tsjechië, de VS, het olympische Rusland-team en België. Elf in totaal dus, met Nederland.

Van alle olympische wintersporten stonden enkel in het freestyleskiën en het snowboarden nog meer nationaliteiten op het podium: 14 en 13. In die sporten waren wel minder medailles te verdienen (30), zoals ook de vergelijking met skeleton, rodelen en schansspringen (sporten met slechts 4 nationaliteiten in de top 3) niet helemaal opgaat, omdat daar respectievelijk slechts 6 en 2 keer 12 medailles te verdelen waren.

De 11 nationaliteiten in het olympische schaatsen staan in schril contrast met ‘onze’ wintersport, het veldrijden. Daarin veroverden de Vlamingen en de Nederlanders afgelopen seizoen in de 26 klassementscrossen, plus het WK, 134 van de 135 topvijfplaatsen…

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content