Veel bibbergeld, veel leergeld

Wat kon er eigenlijk verkeerd gaan in de wedstrijd tegen Japan? Verliezen tegen de nummer 61 van de wereld, dat was toch onmogelijk? Dus werd er al vooruitgekeken naar de wedstrijd tegen Brazilië. Een interessante test zou het worden, een groot examen, het grootste voor deze al tot vervelens toe bejubelde gouden generatie.

De kwartfinale, daar was iedereen mee bezig. En de vraag of je daarin niet beter Brazilië kon ontwijken. Zweden of Zwitserland boden toch meer perspectieven om naar de halve finale door te dringen. En dan ligt de weg naar de finale open. Dus kon je best tegen Engeland niet winnen. Een belachelijke redenering. Maar slechts weinigen namen er aanstoot aan. Dagen werd er alleen maar over het scenario van die wedstrijd gesproken. Uiteindelijk wonnen de Rode Duivels met 1-0 omdat Adnan Januzaj met een prachtig doelpunt zijn klasse showde. Bondscoach Roberto Martínez leek er niet blij mee. Maar het zelfvertrouwen bleef intact. Ook bij de supporters. Het straatbeeld kleurde weer zwart, geel en rood.

Was dit de tol van de zelfoverschatting?

Uiteindelijk bereikten de Rode Duivels die kwartfinale. Maar er werd veel, te veel bibbergeld betaald. België begon moeizaam aan de match, in de eerste helft was de balcirculatie te traag. Was dit de tol van de zelfoverschatting die in de rangen sloop? Na de 0-2-achterstand leek het er een tijdje op dat de Rode Duivels de tactische flexibiliteit misten om terug te slaan. Geen enkele speler die opstond. Ook Vincent Kompany niet die een paar slechte voorzetten verstuurde, terwijl Eden Hazard zichtbaar geïrriteerd was. De spelers keken vooral naar mekaar. Te veel mooiweervoetballers, maar te weinig krijgers, dat was op dat moment de conclusie.

Veel bibbergeld, veel leergeld
© BELGAIMAGE

Uiteindelijk kwam de omwenteling er toch nog en demonstreerde de ploeg alsnog mentale weerbaarheid. Zo kropen de Rode Duivels door het oog van de naald. En is iedereen weer helemaal bij de zaak. Vragen moeten er niettemin worden gesteld, bijvoorbeeld over de kwetsbaarheid van de defensie. Kan je vrijdag tegen Brazilië een systeem met drie man achteraan handhaven? Of is dat zelfmoord? Het thema zal allicht voldoende besproken worden. Het valt te hopen dat de Rode Duivels uit deze wedstrijd leren. Analyses zullen er ongetwijfeld intern worden gemaakt. Over de ruimte die werd weggegeven bijvoorbeeld.

Dat België naar de kwartfinale doorstoomde past eigenlijk niet in een WK waarin nogal wat favorieten voortijdig sneuvelen. Het is een toernooi met grillige prestatiecurves, met statisch en traag voetbal, met een stugge manier van verdedigen, met een festival van breedtevoorzetten, met vedetten die maar incidenteel flitsen en niet bij machte zijn verdedigingslinies te ontmijnen. Zijn het de naweeën van een zware competitie voor die voetballers die bij Europese topclubs spelen en die tot 70 wedstrijden per jaar afwerken? Is de grens van de belastbaarheid langzamerhand overschreden? Steeds korter worden de zomervakanties, zelfs in periodes zonder groot toernooi. Maar de FIFA houdt in zijn zucht naar commercie amper rekening met sportieve overwegingen. Binnen acht jaar wordt er een WK met 48 ploegen georganiseerd, in drie landen. Nog meer wedstrijden, nog minder spektakel.

Het WK van 2018 zal niet de geschiedenis ingaan als het meest spectaculaire. Tenzij misschien toch nog uit Belgisch oogpunt. Als nonchalance wijkt voor concentratie, als overwinningen zoals die tegen Panama en Tunesië in de juiste context worden geplaatst. En als de ploeg zich vrijdag tegen Brazilië herpakt en van de ruimte kan profiteren om efficiënt om te schakelen. En als het recept wordt gevonden om Neymar, na zijn blessure en lange inactiviteit de meest frisse van alle supersterren, aan de ketting te leggen. De match tegen Brazilië is voor deze generatie een uitgelezen kans om het nu écht te doen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content