Vlaanderen is ambitieus

© GF

Hoe een kleine gemeenschap van 6,5 miljoen inwoners toch inzet op Topsport en Wetenschap. En ook daar méé het verschil probeert te maken. Een kennismaking.

Vital Heynen was verbaasd, gaf hij toe, toen hij in december als gastspreker op het congres Sport&Tech moest opdraven. F1-rijder Stoffel Vandoorne zou er praten over de innovaties bij McLaren, de Brit David James (Centrum voor Sport Engineering Research) gaf er een overzicht van onderzoeken en technologische inzichten die mee aan de basis lagen van de 67 medailles in Rio.

In dat gezelschap had Heynen, vond hij, weinig te zoeken. ‘Ik heb vier of vijf keer gezegd dat ze de verkeerde man hadden gekozen. Ik was sterk in wiskunde, mijn favoriete vak was statistiek en als speler was ik heel hard met cijfers bezig, maar als coach vind ik het soms te. In de States hebben ze willekeurige mensen ooit 100 foto’s voorgelegd: 50 voorbeeldige burgers en 50 misdadigers, die allemaal netjes gekleed en gekapt waren. De gemiddelde score was 84 procent. Indrukwekkend, toch? Dat wil zeggen dat je gevoel in meer dan 80 procent van de gevallen juist is. Dat vind ik, zeker in het volleybal waar je in een paar seconden beslissingen moet nemen, richtinggevend. Ik volg mijn gevoel en kijk of de cijfers dat bevestigen.’

Zijn betoog werd gesmaakt. ‘Vital was de geknipte persoon om nuances aan te brengen. Laat je niet alleen leiden door cijfers en data, je moet ook het geheel zien’, zegt Sofie Debaere, gangmaker van Topsport en Wetenschap, een team binnen de afdeling Topsport van Sport Vlaanderen, dat het congres in samenwerking met Sport.Tech organiseerde.

Ze is het aanspreekpunt van de 1829 geregistreerde Vlaamse topsporters – elitesporters, beloftevolle jongeren en geïdentificeerde talenten – die via de embedded scientist van elke federatie – de contactpersoon voor alle wetenschappelijke vragen – bij haar terechtkunnen. ‘Heel divers. Psychologie, coaching, biomechanica, jetlag, voedingssupplementen, leiderschapsstijlen, camerasystemen… Soms is de expertise beschikbaar, in andere gevallen zoeken we hulp bij de Vlaamse universiteiten of bedrijven, waar heel wat kennis zit.

‘In de aanloop naar de Spelen in Rio kregen we een vraag van de zwemfederatie: een aantal atleten sliep op verplaatsing minder goed dan thuis. Via Centexbel, een onderzoekscentrum voor textielbedrijven, kwamen we terecht bij BekaertDeslee, dat in samenwerking met het BOIC en Sport Vlaanderen een matrastopper voor álle olympische atleten heeft ontwikkeld én gesponsord.’

De resultaten van de Bounce Air Pad, de naam waaronder de matrasstopper door het bedrijf werd gecommercialiseerd, bleken spectaculair: minder drukpunten en ventilerend, waardoor atleten tijdens hun slaap beter recupereerden. ‘Een voorbeeld van een goede samenwerking. Het zijn vaak kleine zaken die een meerwaarde kunnen bieden.’

Onlangs belandde een vraag van de kajakfederatie op haar bureau. Of het mogelijk was om met camera’s de bewegingen in detail te analyseren? ‘Om efficiënt te analyseren, moet je óp het water en vanuit minstens drie verschillende standpunten kunnen registreren, maar in Vlaanderen is het verboden om met een drone boven iemand te vliegen. Daarom hebben we voorgesteld om in een eerste fase te beginnen met een analyse van de start in het Wezenbergzwembad, waar 10 vaste camera’s aanwezig zijn. We moeten inventief zijn.

‘Op een bepaald moment investeerde UK Sports, het overkoepelend sportorgaan in Groot-Brittannië, meer dan 100 miljoen in onderzoek en wetenschappelijke begeleiding. Money doesn’t matter, klonk het. Als deel van een klein land moeten wij prioriteiten stellen en proberen in te zetten op projecten die op het terrein een meerwaarde betekenen, maar wij zijn óók ambitieus. Als je de resultaten in Rio bekijkt (zes Belgische medailles, nvdr), dan mag dat ook.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content