‘Voetbal is puur kapitalisme’

© BELGAIMAGE

Vanavond staat Robert Lewandowski oog in oog met het miljoenenteam van PSG in de poulefase van de Champions League.

In zijn prijzenkast staan al vijf Duitse kampioensschalen en twee DFB-Pokals. Drie keer won hij ook al de supercup in Duitsland. Al die trofeeën won Robert Lewandowski minstens één keer met Borussia Dortmund én met Bayern München, zijn huidige werkgever. De enige beker die ontbreekt op het palmares van de 29-jarige Poolse goalgetter is een Europese, al was hij er in 2013 heel dicht bij. ‘Het ergert me nog altijd dat ik toen met Borussia Dortmund in Londen de Champions Leaguefinale verloor (van Bayern München nota bene, nvdr).’

Voel je je onvoltooid als profvoetballer, als je dat toernooi niet gewonnen hebt?

ROBERT LEWANDOWSKI: ‘Natuurlijk wil ik die beker wel eens veroveren. Aan de andere kant weet ik ondertussen ook welke loterij de Champions League is. Kijk maar naar vorig seizoen. We bevonden ons toen in een bijzonder goede vorm. Ieder van ons was gebrand op de titel. Dan blesseerde ik me aan de schouder, waardoor ik uitviel voor de heenwedstrijd van de kwartfinales tegen Real Madrid. Daar missen we dan ook nog eens een penalty, waardoor onze droom uiteenspatte. Op dat topniveau beslissen de details. Voor de grote titels moeten alle stukjes van de puzzel op zijn plaats vallen.’

Je pakte ondertussen al vijf keer de Duitse titel. Wordt de Bundesliga dan niet wat saai?

LEWANDOWSKI: ‘Een topsporter wil altijd de beste zijn. Van zodra je eenmaal de titel wint, hoop je snel te bewijzen dat het echt geen toeval was. Daarna behaal je voor de tweede keer het kampioenschap. En zeg je tegen jezelf dat je door iedereen zal worden opgejaagd. En daarom moet je dan nog beter worden. Zo gaat het almaar verder. Voor ons is de opdracht dit seizoen duidelijk. Nog nooit slaagde een Duitse club er in om zes keer op rij kampioen te worden. We kunnen dus verder geschiedenis schrijven. Dat is een geweldige stimulans.’

Bij de voorbereiding beweerden critici dat je een ongemotiveerde en gefrustreerde indruk gaf.

LEWANDOWSKI: ‘Dat sloeg dan vooral op onze duels in Azië. Waarschijnlijk was die kritiek zelfs volkomen terecht. Ik moet toegeven dat het me afgelopen zomer bijzonder zwaar viel om mezelf te motiveren.’

Waaraan wijt je dat?

LEWANDOWSKI: ‘Ik speel al jaren op een driedagenritme, zonder echt grote onderbrekingen. Vooral in het hoofd zorgt dat toch voor een zware belasting. Een goede voorbereiding is voor mij dan ook zeer belangrijk. Want daar leg je de basis om gedurende het seizoen te kunnen functioneren, wanneer je mentaal moe bent.’

En dat lukte niet meteen in Azië?

LEWANDOWSKI: ‘We speelden daar echt veel wedstrijden. Dan moet je als prof beslissen: wil ik in dit soort van wedstrijden een topprestatie neerzetten, of wil ik liever in de weinig overblijvende trainingen zo werken dat ik in het voorjaar nog altijd fit ben, wanneer het serieuze werk begint? Uithouding en kracht kan ik gedurende het seizoen nog amper trainen. Daarvoor ontbreekt de tijd tussen de vele matchen.’

Wat heb je dan beslist?

LEWANDOWSKI: ‘Wij worden constant overbelast, door het steeds hogere spelritme en de zwaardere agenda. De enige mogelijkheid om je in te dekken tegen ernstige blessures is – naast een goede gezonde voeding en een voldoende herstel – efficiënte training in de weinige speelvrije momenten gedurende de zomer- en winterbreak. Mijn focus lag in Azië daarom ook helemaal op training. Al die oefenduels helpen me niet als ik in december, drie dagen na een CL-duel tegen Real Madrid, in de sneeuwregen naar een match tegen Freiburg moet rijden.’

Omdat je daarvoor dan niet de motivatie hebt?

LEWANDOWSKI: ‘Freiburg is maar een voorbeeld. Je kan ook een ander team nemen dat niet echt als titelkandidaat geldt. Ze spelen tegen ons met tien spelers voor de eigen zestien meter, met vijf verdedigers in mijn buurt, waardoor ik geen ruimte krijg. Als ik dan nog altijd vermoeid ben van die Europese match en als het stadion klein is maar de lokale supporters er niets beter op vinden dan het grote Bayern uit te fluiten, dan moet ik vooraf echt hard hebben gewerkt om op dat moment een topprestatie af te leveren.’

Hoe moet je je dan op dergelijke partijen voorbereiden?

LEWANDOWSKI: ‘Sinds jaren geldt voor mij het volgende: zelfs als mijn hoofd moe is, moet mijn lichaam toch voor honderd procent functioneren, om me niet te blesseren. Wanneer ik volledig fit ben, dan heeft mijn lijf automatismen waar ik op kan vertrouwen.’

Beschik je ook over bepaalde motivatietrucjes?

LEWANDOWSKI: ‘Soms zeg ik voor een match tegen mezelf dat ik absoluut moet scoren met een bal in de winkelhaak. Of ik houd mezelf voor dat ik in een duel een bepaald trucje moet doen, of dat ik een aparte looplijn perfect uitvoer of een pass – waarop ik al jaren oefen – heel zuiver speel. Het zijn kleine doelen, die ik in mijn hoofd telkens verleg.’

Zo klinkt het alsof sommige Bundesligaduels voor jou meer trainingen zijn. Wat zegt dat over de kwaliteit van de Duitse competitie?

LEWANDOWSKI: ‘Ik weet dat dit niet iedereen zal bevallen, maar de Bundesliga heeft nood aan meer teams zoals RB Leipzig. Sterke ploegen dwingen ons om nog meer te investeren. De Bundesliga mag niet door één elftal worden gedomineerd. Zelfs een duel tussen twee clubs aan de top van het klassement is te weinig. Er zijn vier tot vijf teams nodig die permanent op hoog niveau spelen. Die concurrentiestrijd zou ons ook bij FC Bayern helpen, om tot het einde van het seizoen de concentratie te behouden. En een sterke competitie zou ook de commercialisering aanzwengelen.’

De commercialisering?

LEWANDOWSKI: ‘Hoe meer teams van hoog niveau, hoe meer spektakel. De tv kan dan meer matchen uitzenden over de hele wereld. De supporters willen toch de beste duels zien, de sterren van de competitie, de kampen voor het kampioenschap. Dat zou de Bundesliga nog aantrekkelijker maken voor het buitenland. Misschien zelfs meer dan de vele reizen naar Azië of de Verenigde Staten.’

De Bundesligaverantwoordelijken zijn eerder voorstander van die trips.

LEWANDOWSKI: ‘Ik sta daar toch eerder sceptisch tegenover. Niet alleen door de extreem hoge belasting in die belangrijke trainingsopbouwfase, maar ook omdat ik er niet van overtuigd ben dat ze voor de commercialisering veel nut hebben. En wel om volgende reden: de taal.’

Is Duits een nadeel?

LEWANDOWSKI: ‘Ja. Met name tegenover de Premier League en de Primera División. Engels en Spaans worden in veel landen gesproken, Duits niet. Grote delen van de bevolking hebben alleen al daardoor een grotere ontvankelijkheid voor de Engelse en Spaanse competitie. De tv-zenders reageren natuurlijk op de wensen van hun kijkers en bedienen hen hoofdzakelijk met de competities waarvan ze de taal verstaan.’

Hoe kan de Bundesliga zich dan tegenover die markt staande houden?

LEWANDOWSKI: ‘Dat zal veel werk vragen voor de verantwoordelijken, maar uiteindelijk praat men alleen over internationale successen en de aankoop van topvoetballers. De fans willen alleen maar het allerbeste zien. Daarvoor geven ze hun geld nog uit.’

Hiaten in de regelgeving

Ondertussen verhuizen de supersterren vooral naar Engeland en Spanje.

LEWANDOWSKI: ‘Tot op vandaag gaf Bayern München nooit meer dan ongeveer 40 miljoen euro uit voor een speler. Op de internationale voetbalscène is dat al enige tijd eerder een gemiddelde som dan een echt topbedrag. De afgelopen jaren is Bayern niet meegegroeid met de markt zoals Real Madrid of Manchester United. En nu wordt de afstand met de hoogste bedragen echt aanzienlijk.’

Voorzitter Uli Hoeness poneerde dat hij die ’transferwaanzin’ niet wil meemaken.

LEWANDOWSKI: ‘Om een topspeler binnen te halen, is geld een belangrijke factor, maar niet de enige. De sportieve vooruitzichten, de ploeg, de stad en de omgeving blijven natuurlijk ook van belang. Bayern moet dat onthouden en creatief zijn, als het verder wereldklassevoetballers naar München wil loodsen. Wil je bovenaan blijven meespelen, dan heb je nood aan de kwaliteit van die spelers, ook omdat ze hun medespelers beter maken. Een grote concurrentiestrijd helpt om die laatste een tot twee procent méér uit jezelf te halen.’

Het gaat Bayern München niet enkel om de transfersommen, maar vooral ook om de interne salarishygiëne. Wat zou er gebeurd zijn, mocht de club – zoals aanvankelijk gepland – Alexis Sánchez van Arsenal hebben gekocht en 25 miljoen euro aan jaarloon zou betalen?

LEWANDOWSKI: ‘Wellicht zouden we dan met een paar spelers naar het bestuur gaan en een loonsverhoging vragen. Omdat een dergelijk groot verschil met de bestaande salarisstructuur van een ploeg gevaarlijk kan zijn. Dat kan leiden tot jaloezie en afgunst.’

PSG breekt zijn hoofd daar niet over. Ze kochten Neymar Jr. voor

222 miljoen euro en maakten van de Braziliaan prompt de grootverdiener in de ploeg.

LEWANDOWSKI: ‘Een van de eerste woorden die ik als Pool in Duitsland leerde, was Ordnung, orde. Alles moet een structuur hebben. Vooral in de boekhouding en financiën. Vandaar dat ik niet geloof dat een transfer zoals die van Neymar in Duitsland zou werken.’

De hoogte van de transfersommen wordt tegenwoordig erg bekritiseerd. Wat is je persoonlijke mening daarover?

LEWANDOWSKI: ‘Ik ben wellicht te veel realist om me te storen aan zulke bedragen. Je hebt nu eenmaal een club die bereid blijkt die som te betalen. Dat is dus de nieuwe markt. Iedereen moet zich daarmee verzoenen en naar oplossingen zoeken. Doordat almaar meer personen steeds meer investeren in het voetbal, zullen we de komende jaren nog meer van die deals zien.’

De UEFA voerde daarom enkele jaren terug de Financial Fair Play in, zodat clubs niet veel meer uitgeven dan dat ze binnenkrijgen aan inkomsten. Deze poging om transferexcessen in te perken, lijkt echter amper iets uit te halen. Is topvoetbal dan niet in goede banen te leiden?

LEWANDOWSKI: ‘Het voetbal is puur kapitalisme. Iedereen wil in deze branche geld verdienen. Afkeurenswaardig is dat eigenlijk niet, want zo werkt onze westerse maatschappij nu eenmaal. Desondanks moeten de bonden regels vinden zodat de markt niet volledig escaleert. Als altijd dezelfde vier tot vijf ploegen alle trofeeën pakken omdat alle topspelers daar aan de slag zijn, dan zal vermoedelijk de interesse in voetbal ook bij de normale supporters afnemen. Dat zou de grootst mogelijke schade voor de sport betekenen.’

Geloof jij dat de voetbalbonden zulke reglementen kunnen doordrukken?

LEWANDOWSKI: ‘Dat lijkt inderdaad bijzonder moeilijk. Bij PSG, Chelsea, Manchester en vele andere investeringsclubs werken ze met zeer goede advocaten. Elke opening die zich aanbiedt, zullen ze benutten om hun club een voordeel te doen opleveren. De UEFA moet de toptransfers van afgelopen zomer accuraat onderzoeken en er samen met de FIFA aan werken om de hiaten in de regelgeving te dichten.’

Hollywoodfilm

In de poulefase van de Champions League treffen jullie PSG. Wordt die wedstrijd door de megatransfers van Neymar Jr. of Kylian Mbappé vervormd?

LEWANDOWSKI: ‘Als speler denk je zo niet. Je staat op het veld en wil je graag altijd met de beste spelers ter wereld meten. PSG kocht een wereldklassekern bij elkaar. Of het dan ook nog een wereldklasseteam is, moet je sowieso altijd afwachten. Bayern München is als ploeg veel beter op elkaar ingespeeld.

We beleefden al veel samen. Ik ben er zeker van dat we PSG kunnen afhouden. In het voetbal is het gelukkig niet zo dat diegene met het meeste geld altijd wint.’

Ousmane Dembélé, Philippe Coutinho, Kylian Mbappé: de transferzomer toonde aan dat loyaliteit ten overstaan van de eigen club in het voetbal geen rol meer speelt. Zijn contracten intussen waardeloos?

LEWANDOWSKI: ‘Men moet ophouden om profvoetbal met zulke emoties te overladen. Loyaliteit is vooral een mooi begrip, een zeer romantische voorstelling en in het privéleven een belangrijke waarde. In topsport tellen gewoon andere parameters: succes en geld. En die beide componenten beslissen over een transfer, niets anders.’

Is het dan ook legitiem dat een speler, wanneer hij staakt, een transfer forceert?

LEWANDOWSKI: ‘Dat is het slechtste van alle middelen. En zoiets komt bij de echte topploegen eigenlijk niet echt voor. Een speler die zoiets doet, verraadt zijn vereniging. En die zal hem dat niet vergeven. Het is ook een enorm risico voor de speler, omdat hij die reputatie nooit meer wegkrijgt. Maar zulke stakingen zijn voor mij eigenlijk enkel symptomen, de oorzaak van het probleem ligt elders.’

Namelijk?

LEWANDOWSKI: ‘De machtsverhoudingen in het voetbal verschoven de afgelopen jaren enorm, weliswaar in het voordeel van de spelers. Een profvoetballer die echt van club wil veranderen, slaagt daar meestal in. Daarom zou ik het goed vinden, mochten de voetbalbonden de clubs verplichten om vaste transfersommen in een overeenkomst met de speler op te nemen. Daar kan je dan nog een paar varianten op bedenken: voor de rijkere ploegen kan er bovenop het vaste transferbedrag nog een fairplaysupplement van twintig procent bijkomen. En minder slagkrachtige teams zouden minder moeten betalen als een speler beslist naar daar te verhuizen.’

Denk je dat zo’n systeem rechtvaardiger is?

LEWANDOWSKI: ‘Op die manier laat je in het voetbal toch wat geld rondgaan. Een dergelijk model beschermt ploegen ook tegen spelersstakingen, en het beschermt voetballers ook tegen het gedrag van de clubs. Want we praten regelmatig over het wangedrag van spelers, maar ik heb in mijn loopbaan al vaak meegemaakt wat een club een speler kan aandoen als ze hem per se wil verkopen. Trainen met de invallers was dan vaak nog de meest nette vorm van opzijschuiven.’

Maar ook jouw model zal het voetbal er niet tegen beschermen dat het zich tot een zuivere businessbranche ontwikkelt.

LEWANDOWSKI: ‘In de toekomst zal er nog veel meer geld in het voetbal vloeien dan wat we ons vandaag kunnen voorstellen. Om het even waar ik in de wereld kom, kijken mensen naar voetbal. En precies die passie, die emotionele gevoelens van de supporters leidt ertoe dat er steeds meer investeerders op de markt zullen komen. Ze bereiken met onze sport jonge en oude mensen, mannen, vrouwen en kinderen, die hun liefde voor hun club willen uitdrukken. Zoals door merchandisingproducten en stadiontickets te kopen, tv-abonnementen af te sluiten of via aandelen en leningen. Het potentieel qua opbrengsten is nergens zo groot als in het voetbal.’

Onlangs waren er anticommercialiseringsdemonstraties door supporters. Ze betreuren dat het voetbal zich te ver van hen verwijderd.

LEWANDOWSKI: ‘Dat is de smalle lijn tussen regionalisering en globalisering. Als club en als competitie moet je groeien als je de buitenlandse ploegen en bonden wil bijbenen. Dat brengt ons bij een cruciale vraag: wie is eigenlijk nog de beoogde supporter van een club? Woont hij in München, Azië of de VS? Dat conflict oplossen is momenteel één van de grootste uitdagingen voor clubs. En dat dit tot frustratie kan leiden bij de mensen die hun club al tientallen jaren steunen en trouw zijn, is duidelijk. Die mensen mogen nooit het gevoel krijgen dat er van hen wordt geprofiteerd.’

Hoe moet het voetbal dan uit dit dilemma geraken?

LEWANDOWSKI: ‘De verantwoordelijken moeten leren voelen waar de grenzen liggen. Hebben we werkelijk nood aan kleine camera’s op onze bierglazen, zoals bij ons titelfeest na de wedstrijd tegen Freiburg? Gaan we nu ook onze douche met witbier commercialiseren? Een titelviering is een heel emotioneel moment. Dat zou altijd authentiek moeten zijn. Ik heb begrepen dat zoiets de supporters ergert. Moeten we een concert organiseren tijdens de rust van de Duitse bekerfinale? Misschien. Veel mensen kijken naar de Superbowl in Amerika ook voor de megashow.’

Zal het voetbal dan enkel nog een showgebeuren zijn?

LEWANDOWSKI: ‘Het spel op zich zal altijd het belangrijkste blijven. Maar de tijd rond de negentig minuten zal in de toekomst waarschijnlijk meer op een Hollywoodfilm gaan lijken. Die ontwikkeling kan je niet meer tegenhouden.’

DOOR RAFAEL BUSCHMANN – FOTO’S BELGAIMAGE

De cruciale vraag is: wie is eigenlijk nog de beoogde supporter van een club? Woont hij in München, Azië of de VS? – Robert Lewandowski

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content