Waarom de Waalse derby geen spektakelstuk werd

© belgaimage

Als een echte scoringsmachine arriveert Standard op Charleroi. Alleen al in 2018 lieten de Rouches om de 31 minuten de netten trillen, goed voor gemiddeld drie gemaakte goals per wedstrijd. Sinds Standard zijn reputatie van defensief sterk blok van zich af heeft gegooid met dertien tegengoals in zeven matchen stapelde het de spektakelmatchen op. Hoe gekker het verloop van een match, des te liever Standard het heeft.

Het maakt het opzet van de Waalse derby erg eenvoudig. De Luikenaars willen sportieve geschiedenis schrijven, terwijl de trainer van de thuisploeg, Felice Mazzu, het liefst heeft dat er zo weinig mogelijk gebeurt op het veld.

Het elftal dat Ricardo Sá Pinto opstelt is er één waarvan je meteen ziet dat het gemaakt is om op de helft van de tegenstander te voetballen. De tomeloze inzet van de twee spitsen Renaud Emond en Duje Cop moeten beletten dat de Zebra’s af en toe op adem komen en ervoor zorgen dat de tweede bal, gerecupereerd na de pressing van de spitsen, in de voeten belandt van Junior Edmilson of Mehdi Carcela, de aanstokers van de Luikse furie.

Maar Mazzu heeft de aanvallende impulsen van de Rouches tot in de details bestudeerd en een tegenplan uitgewerkt. Zijn antwoord is een 4-4-2 die moet verhinderen dat de offensieve sterkhouders van Standard hun acties kunnen maken.

Alomtegenwoordig en mee verantwoordelijk voor de Luikse remonte van dit jaar is Razvan Marin. De Roemeense middenvelder schittert al weken door naar het voorbeeld van Ruud Vormer voortdurend de bal te vragen in de rug van de linksachter van de tegenstander. Om hem te helpen zet Sá Pinto de linksvoetige Carcela op rechts, in plaats van de rechtsvoetigen Paul-José Mpoku en Edmilson. Dus schuift de Marokkaan van Belgische origine vanaf de rechterflank naar het midden, en probeert Francis N’Ganga met zich mee te lokken, waardoor er ruimte komt voor Marin.

Mazzu heeft dat snel door, en vraagt N’Ganga in zijn eigen zone te blijven. Amara Baby moet Carcela beletten tussen de linies te snijden, geholpen door Gaëtan Hendrickx die Marin van geen vin lost tot die uit zijn zone komt. Kortom, elke zet wordt gevolgd door een goeie tegenzet.

Mazzu heeft ook een plan. Cristian Benavente moet van op rechts tussen de lijnen glippen en op zijn beurt proberen in de rug van de Luikse linksachter te geraken. Helaas voor de Peruviaan toont Collins Fai zich minder avontuurlijk dan Sébastien Pocognoli. Fai blokt de weg af voor de dribbelaar, en zo zit het spel dicht. Beide ploegen proberen nog openingen te zoeken via de flankspelers die met een individuele actie het verschil mogen maken, maar daar niet in slagen omdat er een fout op hen gemaakt wordt, of door de slechte kwaliteit van de grasmat waardoor de verdedigers makkelijk baas blijven over de aanvallers.

Met zo’n patstelling komen er alleen goals als er individuele fouten worden begaan. Zoals die van Konstantinos Laifis die eerst aarzelt om een bal terug te koppen naar zijn keeper en dan maar Chris Bédia neerhaalt in het strafschopgebied. Later bedenkt Stergos Marinos dat hij al geel heeft en dus beter Edmilson niet te hard aanpakt, hopend dat de terugkeer van Benavente de zaak oplost. Maar ook die beseft dat hij al geel heeft, waardoor hij het contact vermijdt en Orlando Sá de eindstand vastlegt in een wedstrijd die in het teken stond van te veel voorzichtigheid.

guillaume gautier

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content