Michel Louwagie: ‘We waren onszelf aan het voorbijlopen’

© KOEN BAUTERS

Een nieuwe mokerslag incasseerde AA Gent met het thuisverlies tegen SV Zulte Waregem. Het zal vermoedelijk nog even duren vooraleer de Buffalo’s uit de put kruipen. Algemeen manager Michel Louwagie tobt. ‘Soms moet je eerst je gedachten ordenen. Ook in mijn hoofd was het chaos.’

De grootste crisis bij AA Gent leek onder controle, tot SV Zulte Waregem passeerde in de Ghelamco Arena en nieuw defensief gestuntel afstrafte. De kortste weg naar Europees voetbal (de beker) blijft open, want de hoop op een PO1-ticket vervaagt. Na jaren van hosannageroep waren ze bij de Buffalo’s al een beetje vergeten dat het ook eens minder kan lopen.

Toch was het een goedgemutste en strijdbare Michel Louwagie die na de fotosessie ging zitten voor zijn eerste interview sinds lang.

De voorbije weken bleven de poorten van AA Gent gesloten. Atypisch, want doorgaans zijn jullie heel benaderbaar.

MICHEL LOUWAGIE: ‘Dat zal ook zo blijven. Alleen wilden we nu even nadenken voor we zouden praten. Je moet eerst en vooral je gedachten ordenen. Ook in mijn hoofd was het chaos. In die lange periode dat ik hier manager ben, heb ik nooit zo veel verschillende tegenvallende elementen tegelijk op me af weten komen.’

Was dit je moeilijkste periode in die 28 jaar AA Gent?

LOUWAGIE: ‘De meest onverwachte. Echt moeilijk was het seizoen 1996/97, met degradatiegevaar. Maar ook het seizoen 2012/13, na het ontslag van Trond Sollied toen we hier volop bezig waren met de bouw van de Ghelamco Arena. Toen was het werkvolume heel groot. Nu kwam het vooral onverwacht voor iedereen hier. Zo plots, het leek wel op een draaikolk. Als je dan meteen praat, riskeren die uitspraken als een boemerang terug te komen. Maar we zien toch al wat meer licht in de duisternis. Er komen stilaan spelers terug.’

Waarom praten jullie nu opnieuw?

LOUWAGIE: ‘Door het onverwachte moesten we alles plaatsen. Je moet jezelf ook terug wat moed geven en opladen. De afgelopen drie jaren heerste er een hosannastemming rond AA Gent. Dat kon ook niet blijven duren. Vergeet niet hoe wij als club evolueerden sedert 2013. Op amper vier jaar tijd bouwden wij een nieuw stadion, verbouwden we het jeugdoefencomplex aan de Waarmoezeniersweg en pakten we deze zomer de Wolfputsite aan, met een compleet nieuwe infrastructuur voor de A-kern. Dat zijn geweldige stappen vooruit.

‘Wat ik niet wilde, was gaan klagen, de Calimero uithangen. Je moet er gewoon doorheen.’

Ook hier in de Ghelamco Arena fristen we de kleedkamer van onze spelers op, de Bistro werd vorig jaar vernieuwd, nu pakten we ook het toprestaurant van Horseele aan. Allemaal positieve zaken, maar de kranten schrijven alleen maar over het sportieve. Wat me moed gaf, was dat ik ons in de eerste zes wedstrijden bij momenten goed vond spelen. Alleen slaagden we er niet in om in die matchen het resultaat vast te houden. De laatste drie wedstrijden was het niveau echter weer minder.’

Blijft Hein?

LOUWAGIE: ‘Dat het toch allemaal zo vluchtig is in het moderne voetbal. Die analisten, dat gaat toch soms ver. ‘Ik vrees voor de positie van Hein’ wordt uit de mond van diezelfde persoon plots drie dagen later: ‘Hein zou naar Anderlecht moeten gaan’. Toen ik hier manager werd, had je nog geen analisten. Ze zijn soms ook nuttig, hoor, ze doen je nadenken. Alleen gaan ze ook weleens te ver. Hoe je het ook draait en keert, wanneer je iets leest in een krant, ben je geneigd te denken: het is misschien wel waar. Ik betrap er mezelf ook op. Terwijl ik weet dat het in het voetbal niet altijd zo is.’

Hoeveel onrust sluipt er dan weer in, als je de dagdagelijkse berichtgeving over jullie trainer leest?

LOUWAGIE: ‘We hebben dat niet zelf in de hand. Uiteindelijk is een coach ook een bediende. Wanneer die beslist weg te gaan, is dat zo.’

Hein blijft dé vedette van AA Gent, ondanks de tegenvallende resultaten.

LOUWAGIE: ‘In Hein we trust, was een spandoek bij de fans. Dat zegt veel over hoe zij tegen de trainer aankijken, in tegenstelling tot bij andere clubs. De trainer is en blijft de belangrijkste persoon. De coach is de voortrekker, de motor. Een goede trainer is alles voor een club.’

En als je die bezit, wil je die houden?

LOUWAGIE: ‘Voilà. De man kent zijn vak. Hij zal die ongelukkige situatie wel rechttrekken.’

Luistert Hein ook naar jullie mening? Soms heb je weleens de indruk dat hij alles beter weet.

LOUWAGIE: ‘Maar hij wéét ook heel wat zaken beter. Onze Wolfputinfrastructuur, de indeling van de ruimtes daar, hoe je van het terrein komt, en vanuit het schoenenhok naar de kleedkamer, die suggesties komen van Hein. Hij is geïnteresseerd in een aantal domeinen. Maar hij luistert wel. Misschien zal Hein niet meteen ja zeggen als je iets aanbrengt, maar hij denkt daar vervolgens wel over na. De laatste weken toonde hij echt de goede attitude.’

Hein is nog altijd een man van principes, niet?

LOUWAGIE: ‘Hij vertelde ons al een aantal keren benaderd te zijn geweest door andere clubs. Van binnenlandse weet ik niets, maar verschillende buitenlandse wees hij af.’

Stel: Gent verliest van Oostende, Weiler wordt een dag later doorgestuurd bij Anderlecht. Is Hein dan vandaag nog coach van Gent?

LOUWAGIE: ‘Honderd procent zeker. Twee dagen voor Oostende had de voorzitter dat ook in een communiqué bevestigd.’

We kennen dat, het bestuur dat benadrukt dat het achter de trainer blijft staan. Soms, wordt er dan gegrinnikt, is dat om hem beter te kunnen wegduwen.

LOUWAGIE: ‘Wanneer de voorzitter zegt ‘het is zo’, zal hij nooit, nooit zijn woord breken. In 28 jaar samenwerking deed hij dat geen enkele maal.’

Zijn jullie geschrokken van Heins uitlatingen, na de match tegen Zulte waregem, en veranderen die iets aan de situatie?

LOUWAGIE: ‘Ten eerste hebben we het verlies niet zien aankomen. Ik heb ook begrip voor emoties na een wedstrijd. vandaar dat we daar in alle sereniteit gaan over praten deze week, met de voorzitter en met Hein, om te zien hoe we hier uitkomen.’

Er zal dan ongetwijfeld ook gepraat worden met Mogi Bayat, Heins manager, die zowel met Gent als met Anderlecht een geprivilegieerde band heeft. Dat levert al eens moeilijke situaties op. Laat bijvoorbeeld de zaak-Trebel sporen na tussen jullie?

LOUWAGIE: ‘Ik zal het in het Frans zeggen zodat hij het begrijpt als hij dit leest: il m’a heurté. Verder wil ik daar niks meer over kwijt. Behalve dat makelaars soms in die situatie belanden, als ze zowel voor Anderlecht als voor Gent werken. Als topmakelaar kun je eigenlijk niet voor te veel topteams in één land deals regelen.’

Hij komt wel met originele voorstellen. Zoals: verkoop Kalinic en neem voor een seizoen Proto als titularis. Klopt dat?

LOUWAGIE: ‘Ja. Mogi heeft altijd speciale ideeën. Het is dan aan het bestuur om de goede voorstellen eruit te pikken.’

Dachten jullie na over die mogelijkheid?

LOUWAGIE: ‘Nee. We hebben met Lovre de afspraak dat hij hier zeker nog een seizoen blijft. Lovre is een van de hoekstenen van de nieuwe ploeg. We opteerden ervoor om de nieuwkomers van januari (Kalu, Gigot, Kubo, nvdr) te behouden, en aan te vullen met vier tot vijf doelgerichte transfers. Maar wat is dat, een mooi plan? Wie had gedacht dat we zouden starten met 6 op 21? Jullie ook niet.’

Transferperiode

Straks moeten jullie een zelfhulpgroep oprichten met de topclubs. Hoe verklaar je dat alle grote clubs, behalve Club Brugge, zo moeilijk gestart zijn?

‘Je moet soms een keer meer geld uitgeven, maar niet altijd.’

LOUWAGIE: ‘Voor mij speelt de transferperiode een rol. Zes jongens van je kampioenenploeg zijn weg. Nog twee mochten weg: Thomas Foket en Renato Neto. Maar daar zaten plots drie tot vier anderen zuur te kijken: en waarom wij niet? Nochtans was de uitleg eenvoudig: omdat er voor hen geen voorstel kwam. Maar ondertussen zitten die spelers wel mentaal vast en functioneren ze niet meer. Mentaliteit doet heel veel. Wij zaten dus, net als andere topclubs, opgescheept met profs die weg wilden. Als er dat te veel zijn, en je hebt dan nog de tegenslag van veel geblesseerden, dan beland je plots in een negatieve spiraal. Je moet hopen dat die drie tot vier nieuwe ervoor zorgen dat de trein weer op de rails komt.’

Dan zwijg je best tot de storm over is?

LOUWAGIE: ‘We wisten eerst niet zo goed wat er gebeurde. Wat ik niet wilde, was gaan klagen, de Calimero uithangen. Je moet er gewoon doorheen, je vasthouden aan de positieve zaken. We komen uit drie seizoenen van fantastische momenten, hé.’

Dat is het verschil met Anderlecht. Jullie mogen al eens een overgangsseizoen kennen?

LOUWAGIE: ‘Nee hoor. Met de investeringen die we deden afgelopen zomer mag dat niet. Ons doel moet toch play-off 1 blijven.’

Uiteindelijk heb je je transfervisie moeten bijsturen. Nooit zouden jullie dure spelers kopen, gaf je tijdens het Champions Leagueseizoen nog aan. Jullie doen dat nu wel.

LOUWAGIE: ‘We hebben meer betaald dan gepland, ja. Nu renderen die zomertransfers misschien nog niet, maar dat komt nog. Soms moet je ook wat geduld hebben. Zo konden we vorig seizoen na de winterstop ook een moeilijke situatie rechttrekken. Het tij kan snel keren. En: je bent nooit te oud om bij te leren. Soms gebeurt dat al doende.’

Is het alternatief terugkeren naar de zuinige uitgavepolitiek van vroeger?

LOUWAGIE: ‘De waarheid ligt waarschijnlijk ergens in het midden. Niet bij hetgeen ik vroeger vooropstelde, evenmin bij verderdoen op deze manier. Je moet soms een keer meer geld uitgeven, maar niet altijd.’

Binnenskamers

Toen Víctor Fernández vertrok eind september 2013 verklaarde je dat nooit nog een coach alle sportieve macht zou krijgen. Met de inspraak van Hein Vanhaezebrouck ligt dat toch anders?

LOUWAGIE: ‘Hein beslist niet alleen. Op dat vlak zitten we binnen onze club met bijzonder veel knowhow en expertise. Bij Fernández hadden we destijds gewoonweg geen tijd om daarmee bezig te zijn, door de bouw van het nieuw stadion. Dus gaven we hem de enveloppe en zeiden: ‘Doe maar.’ Terwijl nu bij de aanwerving van een speler voldoende analyses werden uitgevoerd door verschillende personen. Uiteindelijk moet Hein zijn fiat geven, nadat al heel wat mensen dat dossier bekeken.’

Hoe kwam de verbale uithaal van Hein aan na een van de eerste speeldagen bij een persmoment, waar hij het bestuur en het scoutingapparaat onderuit haalde?

LOUWAGIE: ‘Dat is nooit plezant, we hebben hem dat ook gezegd. Wanneer je elkaar iets te vertellen hebt, moet je dat binnenskamers doen. Mocht je geen kanalen hebben om je boodschap over te brengen, dan valt die zenuwachtigheid nog te verdedigen. Maar de voorzitter en ikzelf zien de trainer wekelijks. Dan moet je een paar dagen later niet je verhaal doen in de pers.’

Anderlecht speelt nu Champions League. Mis je dat Europees voetbal?

LOUWAGIE: ‘Voor de hele club is het misschien eens niet slecht dat alles op zijn plooi kan vallen. We beleefden hier toch helse tijden, met die Europese campagnes in de Champions League en de Europa League. We komen uit een periode met verschillende bouwwerven, we liepen allemaal lang op de toppen van onze tenen. Het is daarom misschien goed om even terug te komen naar de bottom line. Ook voor mij. We waren onszelf aan het voorbijlopen.’

Heb je het dan, inzake dat vergalopperen, ook over de ambities?

LOUWAGIE: ‘Nee. AA Gent moet regelmatig voor de prijzen meespelen. Met die infrastructuur en die organisatie, dat stadion, de steun van de regio via de aanpak met communityproject Elk Talent Telt, de samenwerking met KRC Gent en die andere kleinere Gentse clubs.’

Ondertussen zitten jullie aan meer dan honderd vaste werknemers in dienstverband. Bewaar je nog een beetje het overzicht?

LOUWAGIE: ‘Het wordt moeilijk, maar we kunnen met deze accommodaties de concurrentie aangaan met het buitenland. Niet met Real Madrid en Barcelona, maar met veel Spaanse en andere buitenlandse clubs. Alleen kan je soms het gevoel hebben dat iets je even ontglipt. Een goede les, dat je altijd heel alert moet blijven op elk moment. Het zette alleszins iedereen met de voeten op de grond.’

Spaarpot

Blijft het steken dat jullie ondanks die nieuwe status Trebel en Kums niet konden lokken, dat de magie van Anderlecht groter is?

LOUWAGIE: ‘Persoonlijk heb ik daar geen probleem mee. Anderlecht, dat is Brussel, een centrale positie in België. Iedere club heeft zijn eigenheid. Waar ik persoonlijk fier op ben, blijft die groei. In 1989 van relatief kleine club naar een groter team in 2017 met een perfecte infrastructuur. Onderweg wonnen we nog de titel, de beker en speelden we twee fantastische Europese campagnes.

‘De vraag is: hebben die paar goeie Belgen voldoende niveau om Europees te presteren?’

‘We zijn al top qua infrastructuur, qua aantal personeelsleden. Als bedrijf – als je het voetbal loskoppelt – zijn we misschien de grootste sportonderneming van België. Maar als voetbalclub zeg ik niet dat wij top zijn. Er bestaat geen discussie over dat Anderlecht de nummer één is en Club Brugge de nummer twee. Op de ranglijst van de afgelopen vijf jaar staan we gedeeld met Standard op de derde plaats. Op een aantal gebieden hebben we misschien voorsprong op Anderlecht en Club Brugge, maar qua sportprestaties rijden zij nog ver voor ons uit.’

Koken kost geld. In hoeverre slonk jullie spaarpot, en moet je weer meer op de centen letten?

LOUWAGIE: ‘Maak je niet ongerust over onze financiële toestand. Die is nog altijd goed. We hebben links of rechts misschien wel iets te veel uitgegeven, maar we moeten niet plots supervoorzichtig zijn. Qua eigen vermogen zitten we goed.’

Je gelooft sterk in wintertransfers. Kan dat opnieuw een cruciaal uitgangspunt vormen?

LOUWAGIE: ‘Ik reken op de terugkeer van jongens uit eigen rangen, zoals Saief, Foket en Neto.’

Francky Dury gaat uit van 50 punten voor play-off 1- deelname. Dan moeten jullie wel voortmaken.

LOUWAGIE: ‘Dat geldt niet alleen voor ons, toch? Ook Genk en Standard doen mee aan de inhaalrace. Vorig seizoen moest je nog 49 punten halen. Omdat zoveel topploegen nu al zo veel punten kwijt zijn, denk ik dat 47 punten kan volstaan dit seizoen. Als we daar als grotere club alleen onderin hadden gestaan, was het een catastrofe geweest.’

DOOR GEERT FOUTRÉ EN FRÉDÉRIC VANHEULE – FOTO’S KOEN BAUTERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content