‘We zijn waardige ambassadeurs van ons land’

© BELGAIMAGE

Australië is de laatste horde op weg naar een tweede Daviscupfinale in drie jaar. Een gesprek met Johan Van Herck, de Belgische Daviscupkapitein.

Aan de muur van het Topsportcentrum in Wilrijk, HQ van Tennis Vlaanderen, heeft Johan Van Herck nog altijd zijn plaatsje, naast alle andere Belgen die ooit in de top 100 stonden. De zwart-witfoto van de blonde jongeman – 23 jaar jong – dateert uit 1997, toen hij zijn hoogste ranking (65) ooit bereikte. Exact twintig jaar later blikt de Kempenaar vooruit op de ontmoeting met Australië, waarin België zich bij winst voor de tweede keer in drie jaar voor de finale kan plaatsen.

In 2015 pakte een superieure Andy Murray in Gent de drie punten voor Groot-Brittannië. Een harde klap. Toen kapitein Van Herck in de coulissen bij het Belgische koningspaar op bezoek mocht, vloeiden er zelfs tranen. ‘Emotioneel helemaal ingestort. Ik ben nog altijd trots op wat we toen hebben bereikt, maar in topsport kan je alleen met winst tevreden zijn. Ik ben die finale ingegaan met de overtuiging dat we konden winnen. Iets waar ik als kind, speler en coach van droomde, maar waarvan ik tegelijk dacht dat het nooit zou gebeuren.’

Hij houdt van de Daviscup. Als speler (1995-1999) won hij zeven van zijn tien enkelwedstrijden, toen België een meeloper in de wereldgroep was. Door een zware rugblessure ging hij op zijn 27e met pensioen, maar de jonge tenniscoach was ambitieus. ‘Ik wil ooit de Daviscup winnen’, zei hij in 2008 tegen zijn moeder, toen ze hem kort voor haar overlijden vroeg wat hij nog wilde bereiken. Drie jaar erna, in mei 2011, mocht hij na het vertrek van kapitein Reginald Willems zijn droom zelf proberen te realiseren.

In 2014, toen hij de finale tussen Frankrijk en Zwitserland bijwoonde, poseerde hij naast de Daviscup, nam hij een foto van de beker en stuurde die naar zijn spelers, met de boodschap: volgend jaar is die van ons? ‘Een beetje triggeren. (lacht) Die groep is daar gevoelig voor. In het verleden was de Daviscup voor de meeste Belgische spelers ook een prioriteit, maar we behaalden geen resultaten. Een halve finale in Pau, in 1999 tegen Frankrijk, maar daarna moesten we altijd vechten om niet uit de wereldgroep te zakken. Toen ik begon, klaagden de spelers over de gebrekkige belangstelling, maar ik vond dat we vooral bezig moesten zijn met zaken waar we wél invloed op hadden. Hoe presenteren we ons als ploeg? Hoe gaan we om met supporters? Hoe staan we op het veld? Mensen willen spelers zien die ervoor gaan. Daar hebben we zwaar op ingezet. Door de goede resultaten, enkele beklijvende ontmoetingen en de vele thuiswedstrijden leeft de Daviscup meer dan vroeger. Ik denk dat we waardige ambassadeurs van ons land zijn.’

De ontmoeting tegen Israël in 2013, toen België nog maar eens voor het behoud in de wereldgroep vocht, was een kantel-punt. David Goffin was kort voor de eerste wedstrijd met een polsbreuk uitgevallen, de tere schouder van Steve Darcis speelde in de verloren dubbelmatch op en Ruben Bemelmans had in vijf sets verloren. 1-2 voor Israël, de vernedering dreigde. ‘Toen ben ik de confrontatie met de spelers aangegaan. Een moeilijke en harde discussie, maar we wonnen die ontmoeting nog. Een key moment.’

Een groep proberen te smeden en tegelijk toch hard zijn, dat lijkt niet vanzelfsprekend.

Johan Van Herck: ‘Je moet vooral eerlijk zijn. Een lijn uitstippelen en daar niet van afwijken, pas dan zullen spelers bepaalde keuzes accepteren. Natuurlijk moet ik mensen ontgoochelen, maar niemand is heiliger dan het team. Ik ben niet diegene die met ijzeren hand de ploeg leidt, maar ik zeg wel wat ik denk. Er zal een moment komen dat ik zelf stop of moet stoppen, maar ik wil dan wel het gevoel hebben dat ik het op mijn manier gedaan heb.’

Als speler noemde je jezelf onzeker, als kapitein maak je een totaal andere indruk.

Van Herck: ‘Ik denk wel dat ik daarin ben gegroeid, ook door het vertrouwen dat ik van het team – spelers, staf, entourage en federatie – krijg. Dat geeft sowieso meer zekerheid. Groepsgevoel, duidelijkheid, betrokkenheid en goede communicatie, ook met de entourage van de spelers, want uiteindelijk werken zij dag in dag uit met die gasten. Allemaal samen voor dat ene doel: de ontmoeting winnen.’

Dat verklaart ook waarom er amper spelers afzeggen?

Van Herck: ‘Ja. Die jongens zijn een heel jaar alleen of met een trainer op pad en spelen voor zichzelf, terwijl de Daviscup een groepsactiviteit is. Ze voelen dat er een ploeg achter hen staat en dat ze elkaar motiveren. Vrienden onder elkaar, met een omkadering die privé bijna niet te betalen is. Kinesist, osteopaat, trainer, kapitein, besnaarder… Vorig jaar speelde David tegen Kroatië twee goede wedstrijden, waarna hij in Miami en Indian Wells twee keer de halve finale speelde. En in april van dit jaar, een week na de ontmoeting met Italië, ging hij ook in Monte Carlo naar de halve finales. De meeste spelers komen met een goed gevoel en vaak sterker dan ervoor uit de Daviscup.’

Speel je dat uit?

Van Herck: ‘Dat is niet nodig, want ze komen sowieso graag. Ook David, rond wie er veel commotie was toen hij voor de match in Duitsland afzegde. Als kapitein wil je altijd je beste spelers opstellen, maar ik wist het al van in december. ‘Als ik kwart- of halve finale op de Australian Open speel, dan is de kans groot dat ik tegen Duitsland niet zal spelen.’ David heeft zich in het verleden al heel vaak voor het team opgeofferd. Je mag de Daviscup ook niet onderschatten. Een hele week stress, drie dagen, vijfsetters… In toernooien ga je na je match meteen naar het hotel, terwijl je in de Daviscup nog voor je ploegmaats supportert.’

Maar is een grand slam zo belastend dat je twee weken erna geen Daviscup kan spelen?

Van Herck: ‘De vraag is: kan je dat drie jaar na elkaar? Als je ziet hoeveel spelers voor de US Open hebben afgezegd. Murray, Djokovic, Wawrinka, Nishikori, Raonic… Murray heeft de voorbije jaren alles gespeeld voor Groot-Brittannië, misschien betaalt hij daar nu de prijs voor. Mentaal en fysiek worden spelers zó ver gepusht, dat ze niet over één, maar over drie of vier jaar moeten plannen. De seizoenen worden ook steeds langer. De World Tour Finals in Londen tot 19 november en het weekend daarop – voor sommige jongens – de finale van de Daviscup, waardoor ze slechts een handvol weken hebben om te rusten en zich op het nieuwe seizoen voor te bereiden.’

In welke mate volg je de Belgische spelers tijdens het seizoen op?

Van Herck: ‘Ik heb wekelijks contact met de spelers en coaches, volg de resultaten op en probeer ook wedstrijden te zien. Ik ga elk jaar naar Roland Garros, een traditie. In veel landen is de Daviscupkapitein aanwezig op alle grand slams, maar België heeft de middelen niet om mij acht weken per jaar weg te sturen. Het zou een meerwaarde kunnen zijn, maar daar doe ik niet moeilijk over omdat ik weet hoeveel moeite de federatie doet om de Daviscupontmoetingen te organiseren. De middelen die er nu zijn, worden op een goede en efficiënte manier gespendeerd. Zouden er meer middelen moeten zijn? Ja.’

Alles kan beter

In de top 300 staan zeven Belgen: David Goffin (14), Steve Darcis (66), Ruben Bemelmans (96), Arthur De Greef (144), Joris De Loore (198), Kimmer Coppejans (284) en Yannik Reuter (295). Mag België meer ambiëren?

Van Herck: ‘We hebben ook nog vier jongens in de top 400 (Yannick Mertens, 323, Julien Cagnina, 338, Maxim Authom, 362, en Yannick Vandenbulcke, 395, nvdr). Goed, maar we kunnen beter. In een klein land zou het mogelijk moeten zijn om spelers uit de top 400 meer samen – en met de beste omkadering – te laten trainen. Zowel Tennis Vlaanderen als de Association Francophone de Tenniswil in de toekomst nog meer samenwerken, maar zoiets realiseer je niet in enkele weken.’

Hoe verklaar je dat Steve Darcis, momenteel nummer 66, in de Daviscup keer op keer boven zichzelf uitstijgt?

Van Herck: ‘Omdat het ánders is. Op sommige toernooien speel je voor 20 man. In de Daviscup is hij bij zijn vrienden, voelt hij de steun van het team en speelt hij voor zijn land, een totaal andere beleving. In vier sets gewonnen van Alexander Zverev, een jongen die nu zesde op de wereldranglijst staat… (blaast) En hij weet: in de Daviscup kan ik altijd iets meer. Mentaal geeft dat een enorme boost. Motivatie, concentratie en de wil om elke bal nog beter en juister te slaan.

‘Steve stond ooit 38e op de wereldranglijst. Fysiek sterk en een goede forehand, maar niet de gast met de zwaarste opslag of beste backhand. Daardoor heeft hij altijd goed moeten nadenken over een manier om tóch te kunnen winnen van spelers die meer intrinsieke kwaliteiten hadden. Steve voelt een match tactisch heel goed aan en beschikt met zijn geslicete backhand over een atypisch wapen.’

Maar: 33 jaar.

Van Herck: ‘Niet jong, maar ook nog niet oud. Steve heeft veel blessures gehad, maar is nu fysiek beter dan ooit. Toen ik hem in november 2013 na zijn schouderoperatie bezocht, heb ik zelden iemand gezien die zó veel pijn had, maar hij is er op een ongelofelijk manier uitgekomen en dat heeft hem gesterkt. ‘Alles wat nu komt, is bonus.’ Hij kan nog wel een paar jaar mee, maar hij zal geen tien jaar – samen met David – de vaandeldrager van onze Daviscupploeg zijn.’

Twee jaar geleden zei je dat Bemelmans en Coppejans, toen nummer 96 en 98, het potentieel hadden om naar de top 70 door te stoten. Dat is niet gebeurd.

Van Herck: ‘Neen. Ruben heeft zeker nog marge. Over Kimmer, die vorig jaar bij Tennis Vlaanderen is vertrokken en nu door Xavier Malisse wordt begeleid, kan ik moeilijker oordelen, maar hij heeft voldoende kwaliteiten om na een minder jaar terug te keren richting top 100.’

Toen je in 2011 als kapitein begon, was het dubbelspel een pijnpunt. Met de ‘ontdekking’ van het duo Bemelmans-De Loore is België daarin niet langer kansloos, een extra troef.

Van Herck: ‘We kennen de kwaliteiten van Ruben en Joris. Alle twee een heel goede service én goede vrienden. Niet onbelangrijk: van een vriend kan je altijd iets meer verdragen. Twee jongens die in de Daviscup ook net iets meer kunnen. Vorig jaar tegen Brazilië in vijf sets gewonnen van Marcelo Melo en Bruno Soares (nummer 4 en 7 van de wereldranglijst in dubbel, nvdr), in Duitsland de betere van de broertjes Zvereven tegen Italië een matchpunt gehad. Drie goede matchen.’

Moet je die jongens niet stimuleren om ook tijdens het seizoen samen te dubbelen?

Van Herck: ‘Dat heb ik gedaan. De situatie was duidelijk, zei ik: ‘Als David en Steve fit zijn, dan spelen zij enkel. Maar als jullie zich als dubbelkoppel willen profileren, dan wil ik dat jullie twee toernooien op gravel spelen.’ Omdat Ruben de derde ronde in Wimbledon had bereikt, konden ze alleen in Scheveningen – halve finale – deelnemen. Ik heb ze wel nog drie keer op hoog niveau zien dubbelen met hun Duitse interclubploeg, waar we bepaalde accenten probeerden te leggen. Hoe gaan we op gravel spelen? Later op het seizoen speelden ze ook nog de halve finale van het hardcourttoernooi in Aptos.’

Negatieve emoties

Wat is jouw rol als kapitein tijdens een wedstrijd?

Van Herck: ‘Spelers bij de les houden, vertrouwen geven en bijsturen. Een kapitein hééft impact op het resultaat, al moet je ze wel benaderen op een manier die past bij hun persoonlijkheid. Het zou verkeerd zijn om te coachen op een manier dat ík het wil.’

Speel je ook in op negatieve emoties van de tegenstander?

Van Herck: ‘Soms wel, al probeer ik vooral mijn jongens sterker te maken. Mijn speler moet niet te veel bezig zijn met de gemoedstoestand van de tegenstander, maar hij moet focussen op zijn doel en plan van aanpak. Control your controllables. Ik kan niet bepalen wat Kyrgios zal doen.’

Neen, maar hij is mentaal vrij labiel en dat kan je uitspelen.

Van Herck: ‘Als ik iets doe, maakt dat hem dan zwakker of sterker? Telkens Murray in de finale tegen ons op zichzelf schreeuwde of tegen de arbiter begon te zagen, dan was hij het punt erna beter. Maar als je merkt dat iemand terneergeslagen is, dan zal ik wel iets proberen. Het kan dat dat mij een waarschuwing kost, ja, maar het doel heiligt de middelen.’ (lacht)

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Tegen Steve Darcis mag je veel praten en hard zijn, terwijl David Goffin eerder van kalmte en rust houdt.’ Johan Van Herck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content