Zonen van de tsaar

© BELGAIMAGE

Niemand die voor de start van dit WK één roebel durfde in te zetten op de kansen van Rusland, maar de gastheren stonden tot hun eigen verbazing bijna in de halve finales.

Wéér zat Vladimir Poetin zaterdag voor de kwartfinale tegen Kroatië niet in het stadion voor een wedstrijd van ‘zijn’ Rusland. Dat komt in de eerste plaats omdat Poetin geen voetbalfan is, maar vooral omdat hij niet graag gezien wordt in het gezelschap van verliezers. Voor de openingswedstrijd was hij er, als organiserend staatshoofd wel. En voor de finale zal hij ook aanwezig zijn, ongeacht wie die match betwist. Dat ook de hoogste gezagsdrager geen goed oog had in de prestaties van de thuisploeg, zegt alles over het wonderbaarlijke parcours dat de Russen hebben afgelegd. Waarbij de vraag was: waren zij zo goed of viel de tegenstand slapper uit dan gedacht?

Wat Golovin dit nationale team bijbracht, viel pas op toen hij er niet bij was.

Beide, menen de analisten uit het organiserend land die voor het toernooi voorspelden dat Rusland niet eens de tweede ronde zou halen. Maar dan kom je in de openingsmatch uit tegen een ontzettend zwak Saudi-Arabië, en stop je met drie punten de immense druk die op de thuisploeg rustte, al in de la. Vervolgens speelt Rusland een slappe eerste helft tegen Egypte, maar gaan de Farao’s meteen na de rust een kwartier zo knoeien dat de Russen drie keer kunnen scoren, waardoor ze meteen geplaatst zijn voor de tweede ronde. Gelukkig, want in de derde match bleek Rusland geen partij voor Uruguay.

Waar het thuisland echt verraste, was in de 1/8 finale tegen Spanje, toen bondscoach Stanislav Tsjertsjesov tegen zijn gewoonte in opteerde voor vijf verdedigers en de bus parkeerde voor eigen doel. Naderhand excuseerde hij zich voor die aanpak, de enige tactiek waarmee hij Spanje tegemoet kon treden. Het is iets waar de Russen evenmin op voorbereid waren als op goeie resultaten op dit toernooi, op een ontspannen bondscoach die grapjes maakt en niet de confrontatie zoekt. Ook Tsjertsjesov is meer dan tevreden met wat hij uit zijn team gehaald heeft, en wat hij brengt. Een nationale held is hij nog net niet, maar voor een verplichte vakantie in Siberië moet hij niet meer vrezen na het bereiken van de kwartfinale.

Artem Dzjoeba

Dat doelman Igor Akinfejev de sterkhouder in dit team zou zijn, was te verwachten. Dat de bijna 39-jarige verdediger Sergej Ignasjevitsj die een jaar geleden afscheid genomen had van de nationale ploeg maar nu gesmeekt werd om terug te keren op die beslissing, het zo goed zou doen, had niemand verwacht.

De grootste verrassing loopt echter voorin. Meestal blijft in de nationale ploeg de rol van Artem Dzjoeba beperkt tot een invalbeurt in de tweede helft om met zijn gestalte en inzet een resultaat te forceren als tweede spits. Op dit WK heeft hij alle verwachtingen overtroffen met sterke prestaties. Nooit was Dzjoeba zo goed als nu, alsof hij uit de basisplaats die hij vanaf de tweede groepswedstrijd in plaats van Fjodor Smolov, dé vaste waarde voorin, een extra dosis zelfvertrouwen heeft gepuurd.

Misschien opent dat straks deuren voor Dzjoeba in het westen. Met zijn profiel zou hij wel passen in het Engelse voetbal. De vraag is of de spits, die vorig jaar niet paste in de plannen van toenmalig Zenittrainer Roberto Mancini en daarom een half jaar uitgeleend werd aan Arsenal Toela, zin heeft om zijn riant leventje en dito contract bij Zenit in te ruilen voor de fish-and-chips van pakweg Wolverhampton Wanderers.

De goeie prestaties op dit WK zullen amper iets veranderen voor het Russische voetbal en niet leiden tot een massale uittocht van de betere Russische spelers. Voetbal blijft een marginale sport in het immense land, en sport blijft bijkomstig in een natie waar overleven vooropstaat. Gezond is het Russische clubvoetbal niet, met zijn afhankelijkheid van publieke middelen. Omdat overheidsgeld steeds schaarser wordt, gaan de laatste jaren in eerste en tweede klasse steeds meer clubs failliet. Het zou daarom ook zeer verbazen mocht de komende jaren een nieuwe opkomende Russische voetbalmacht de bestaande hiërarchie verstoren. Het blijft dus draaien rond het kringetje Moskouse clubs, FC Zenit en Krasnodar. De topspelers van die ploegen hoeven helemaal niet naar het buitenland, wetende dat ze in eigen land, waar elke club een minimum aantal Russische spelers moet opstellen, goed geld kunnen verdienen. Dat lukt het best in de rijkste club van het land, Zenit, waar de betere voetballers makkelijk drie tot vier miljoen euro per jaar opstrijken, dankzij de financiële injectie van Gazprom. Spartak Moskou wordt dan weer gesponsord door een andere gigant, Lukoil, en de mogelijkheden van de structurele sponsor van Lokomotiv Moskou, de nationale spoorwegen, vallen te vergelijken met die van Gazprom. Maar ook bij de enige topclub die niet zo’n weldoener heeft, CSKA Moskou, verdienen de beste spelers makkelijk één tot twee miljoen euro per jaar, terwijl Rusland een belachelijk lage belastingvoet hanteert voor profvoetballers: amper 13 procent.

Aleksandr Golovin

Verwacht wordt dus dat straks hooguit één of twee internationals naar het westen trekken. Met stip genoteerd staat smaakmaker Aleksandr Golovin. Die moet op zijn leeftijd (22) absoluut de stap zetten. Golovin werd al voor dit WK getipt als een mogelijke vertrekker naar een grote competitie. Vorig jaar toonde Arsenal belangstelling, maar dat gebeurde op het einde van de mercato, en toen wilde CSKA hem niet meer laten gaan. De jonge middenvelder toonde ook op dit WK zijn kwaliteiten: hij kan overal op het middenveld uit de voeten, heeft een groot loopvermogen, spelinzicht, een goed schot, verdedigt én valt aan. En, misschien wel het belangrijkst: hij denkt snel. Een zeldzame kwaliteit in deze nationale selectie. Wat Golovin dit nationale team bijbracht, viel pas op toen hij er niet bij was, met name tegen Uruguay. Toen was alle creativiteit zoek. In eigen land wordt Golovin vanwege zijn speelstijl, speldoorzicht en fysieke mogelijkheden al eens de jonge Luka Modric genoemd. Ook zijn club, CSKA, zou niet afkerig staan van een riante uitgaande transfer. Het moet een zware lening afbetalen die het afsloot om zijn stadion te vernieuwen, en daar gaat al het geld van de inkomsten naartoe. Daarom ook kochten ze de afgelopen jaren geen dure spelers. Ook Roman Zobnin, het andere jonge talent op het middenveld, zou door zijn leeftijd en veelzijdigheid die stap kunnen zetten. Als hij dat tenminste wil. De tot Rus genaturaliseerde Braziliaanse rechtsback Mário Fernandes, die nooit interviews geeft in het Russisch, maar het wel begrijpt en redelijk spreekt, zou dan weer in de belangstelling staan van Valencia. Daar moet hij in ieder geval geen interviews in het Russisch geven…

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content