Peter Mangelschots

De uitschakeling van Spanje kon op geen slechter moment komen

Crisis, Catalonië, Felipe … de sterren staan slecht voor Spanje. Hoe moet het nu verder?

Zou het zo gepland geweest zijn? Felipe VI die de eed aflegt na de tweede groepswedstrijd van La Roja, op een moment dat Spanje – of toch alvast het grootste deel van Madrid – geel en rood zou kleuren om de kwalificatie voor de achtste finales te vieren. Niet alleen de monarchisten zouden op die dag trots in hun hart dragen. En dus kon het een feest zonder grenzen worden, want het is algemeen geweten: wanneer koning voetbal banket houdt, dan schuiven ook de paupers aan. Voetbal doet het volk even de crisis vergeten, versluiert het wantrouwen in de nationale instellingen en laat de man in de straat even over het hart strijken wanneer weer een geval van corruptie de media haalt. Maar wat een anticlimax! De voetbalhelden van 2008, 2010 en 2012 worden in die tweede wedstrijd tegen Chili roemloos uitgeschakeld. In Madrid – en dit keer ook in het ganse land – is de nationale trots weggeëbd, samen met de vergevingsgezindheid. Overal staan de gezichten wat strakker, behalve in regio’s als Catalonië en Spaans Baskenland, waar ze een nederlaag van La Roja al sinds eeuwen op gejuich onthalen. Waar de Spaanse glorie is uitgebloemd, schieten de regionale gevoelens nog gemakkelijker op.

Een stuk Afrika

Meer dan een halve eeuw heeft Spanje erover gedaan om aan te pikken bij de rest van Europa. Eind jaren dertig, tijdens de Spaanse Burgeroorlog, schreef de grote Engelse dichter W.H. Auden zijn omvangrijk gedicht ‘Spain‘. Daarin noemde hij Spanje ‘dat stuk dat van heet Afrika is afgebroken en ruwweg aan het moderne Europa gesoldeerd’. Spanje had een groots verleden maar miste de toekomst. Het deed er lang over om zich die toekomst te verwerven, maar die kwam er, het Franquismo werd afgeschud, de toetreding tot de EU werd een feit en – als belangrijkste bijzaak ter wereld – de nationale sportprestaties verblijdden de burger. Met het WK van 1982 en de Olympische Spelen van 1992 zette Spanje zich stevig op de sportkaart. En dan begon, in het eerste decennium van deze eeuw, de opmars van La Roja, met drie grote toernooien op rij, ongezien!

Die opmars is nu hardhandig gestuit. Een symbool van het trotse Spanje is ten onder gegaan. Ach, Spanje, hoe moet het nu verder?

Ronnie Hansen

Toen we een jaar of vijf geleden van Figueres naar Barcelona reden, maakten we een stevige omweg om Tossa de Mar te zien, het stadje aan de kust waar Ronnie Hansen soms naartoe trok om uit te blazen bij zijn Pablitos. Voor wie nu de wenkbrauwen fronst: Ronnie Hansen was de stervoetballer uit de gelijknamige stripverhalen van Raymond Reding, een vlasblonde Hollander die bij Barça speelde en in Tossa de Mar vriendschap sloot met een jonge fan, Pablito, en zijn vriendjes. Op die zomerse avond vijf jaar geleden was Tossa een prachtige baai, als een schelp uitgespoeld door de zee … met daarachter op de dijk het krioelen van uitgezakte toeristen op zoek naar avondeten, een gewemel van opgevouwen badlakens en parasols in een geur van zonnecrème. Blankenbergse treurigheid aan de Costa Brava. Daar lag het oude, ambitieloze Spanje, dat deinde op de gezapige golven van een bejaardentoerisme. La España de los ancianos, Spanje zoals het al een halve eeuw moet zijn geweest, verrimpeld en haast niet om aan te zien. Dat Tossa in Catalonië ligt, verandert daar niets aan. Het was weer dat heet stuk Afrika dat bij de Pyreneeën aan Europa was gelast.

Marcha Real

Ach, Spanje, hoe moet het nu verder? Hoe zwaar kan de uitschakeling van een voetbalploeg wegen op een hele natie? Zwaar, durven we te denken. Zeker op een moment dat de crisis nog niet is uitgewoed, dat in Catalonië en Baskenland aan de grenzen getornd wordt en de nieuwe koning onder een slecht gesternte de troon bestijgt. Menig Spanjaard pinkt vandaag een traan weg, maar de balkonscène is daar niet de oorzaak van. Opeens wekt die monarchale praal gemor op. Neen, voor het oude Spanje zijn het geen prettige tijden.

Alles kan natuurlijk snel omslaan, zoals een goal in blessuretijd een wedstrijd doet kantelen. Maar voor Spanje zal het even niet van het voetbal moeten komen. Misschien van andere sporten, tennis of wielrennen, als Rafael Nadal of Alberto Contador de Marcha Real, het Spaanse volkslied, doen weerklinken op Wimbledon of de Champs-Elysées. Maar ook dan zullen in het noorden en het noordoosten van het land mensen zwijgend staan toekijken – en niet alleen omdat de Marcha Real geen tekst heeft. De ondergang van de nationale voetbalelf zou weleens omineus kunnen zijn: niet alleen La Roja moet een rijk verleden afsluiten en op zoek gaan naar een nieuwe toekomst, Spanje als land staat voor dezelfde taak.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content