‘Geef topatleten vergoeding om hen op weg te helpen in hun leven na de sport’

© BELGA

Voor de bejaarde olympiërs die volgens ex-atletiekkampioen Roger Moens flirten met de armoedegrens, moet helaas niet veel steun meer verwacht worden. Maar intussen bestaan er heel wat initiatieven die moeten verhinderen dat de huidige generatie topsporters na hun sportieve loopbaan in een zwart gat vallen. Oud-judocoach Jean-Marie Dedecker pleit voor een premie om hun leven na de sport een duwtje in de rug te geven.

In Knack van deze week klaagt ex-atletiekkampioen Roger Moens (86) aan dat meerdere gepensioneerde olympiërs moeite hebben om financieel rond te komen en zelfs flirten met de armoedegrens. Voormalige topsporters die ooit hun studies en hun carrière opzij hebben gezet voor hun sport en veel voor ons land betekend hebben, zo hekelt de gewezen wereldrecordhouder op de 800 meter, zijn achteraf aan hun lot overgelaten.

Over ex-topsporters die nog werken of de beroepsleeftijd hebben, spreekt Moens zich niet uit, maar ook daar is het wellicht niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Er rust ook een zeker taboe op, voor sommigen is hun status als gewezen sportheld het enige dat ze nog hebben.

‘Niemand praat erover, maar ik vrees dat de olympische atleten van nu over vijf, tien of vijftig jaar nog een lelijke verrassing wacht,’ voorspelt Moens. (lees het volledige interview)

Collectebus

Voormalig judocoach Jean-Marie Dedecker geeft Moens voor een stuk gelijk, al kent hij zelf niemand uit zijn vroegere vakgebied die na zijn of haar carrière moeilijkheden ondervond om rond te komen. ‘Robert Van de Walle, Ingrid Berghmans, Ulla Werbrouck, …: allemaal stellen ze het goed. Dat betekent echter niet dat ze ook maar iets aan hun sportieve carrière hebben overgehouden. Een medaille brengt niets op’, zegt hij aan Knack.be.

Op de viering van Van Tichelt was niemand van het Belgisch Olympisch Comité (BOIC) noch van de Belgische judofederatie aanwezig en stond een collectebus. Dat zegt toch genoeg?

Jean-Marie Dedecker

Bij wijze van anekdote verwijst Dedecker naar de viering van judoka Dirk Van Tichelt, die een bronzen medaille veroverde op de voorbije Olympische Spelen in Rio de Janeiro. ‘Daar was niemand van het Belgisch Olympisch Comité (BOIC) noch van de Belgische judofederatie aanwezig, met uitzondering van zijn trainer Danny Belmans. Op een tafel stond een hoed als collectebus. Dat zegt toch genoeg?’

BOIC

Moens legde de ellende van zijn collega-gepensioneerde olympiërs ook op de tafel van het BOIC, maar daar kreeg zijn noodkreet voorlopig geen gevolg.

Tegenover Knack.be wilde woordvoerder Luc Rampaer wel kwijt: ‘Het BOIC is uiteraard op de hoogte van de problematiek en heeft dit reeds besproken tijdens de jongste raad van bestuur. Die had echter een zeer zware agenda, net voor de Spelen van Rio.’

Bij de volgende raad van bestuur zal het opnieuw een agendapunt zijn, belooft het BOIC, maar veel hoop dat er iets concreet voor de bejaarde olympiërs gedaan kan en zal worden is er niet.

Carrièreplanning

Een en ander betekent natuurlijk niet, zoals Moens voorspelt, dat de huidige generatie atleten zich meteen grote zorgen moet maken. Zo wijst het kabinet van Vlaams minister van Sport Philippe Muyters (N-VA) erop dat er het voorbije decennium al heel wat initiatieven zijn genomen om te vermijden dat topsporters van nu na hun sportieve loopbaan in een put belanden. Al benadrukt de minister wel dat ze ook zelf bewust met hun carrièreplanning moeten omgaan.

‘Het project rond carrièrebegeleiding van topsporters dat in 2007 door de Vrije Universiteit Brussel (VUB) werd gestart, is sinds 2011 opgenomen bij Sport Vlaanderen (het vroegere Bloso),’ legt zijn woordvoerder Thomas Pollet uit. ‘Wij hameren op het belang van de combinatie sporten-studeren en voor afgestudeerden is er actieve carrièrebegeleiding, met onder andere het systeem van de loopbaancheques en acht gespecialiseerde centra in Vlaanderen. Wat de jongste Spelen betreft, zaten 21 van de 71 Vlaamse topsporters die niet meer studeren, in dat project van carrièrebegeleiding. De overheid biedt dus mogelijkheden aan, maar sporters moeten daar ook zelf bewust mee omgaan.’

Er zijn bovendien voorbeelden genoeg van ex-topsporters die erin slagen een succesvolle carrière uit te bouwen

Kabinet-Muyters

Tia Hellebaut (R) en Wim Van de Ven
Tia Hellebaut (R) en Wim Van de Ven© Imageglobe/Philippe Buissin

Levenslange financiële steun voor gewezen kampioenen is voor de minister geen optie. ‘Om maar één tegenargument op te werpen: wat doe je dan met iemand die door een slechte dag net naast een medaille heeft gegrepen? Er zijn bovendien voorbeelden genoeg – Cedric Van Branteghem, Tia Hellebaut en Elodie Ouedraogo om er drie te noemen – van ex-topsporters die erin slagen een succesvolle carrière uit te bouwen’.

Verdienstenpremie

Ook Dedecker is er geen voorstander van dat ‘we het handje van ex-topsporters blijven vasthouden’. Wel pleit hij voor een soort eenmalige verdienstenpremie die ze na hun sportieve loopbaan mee krijgen om hen op weg te zetten in hun verdere leven. Hij hekelt daarbij de premie van 400.000 euro die de Rode Duivels kregen ‘om het EK te verliezen’.

‘Atleten in ploegsporten zoals voetbal en basket kunnen overigens een groot deel van hun loon onderbrengen in een soort groepsverzekering met een gunsttarief. Voetballers kunnen dat al vanaf hun 35e aanspreken. Voor individuele atleten bestaat die regeling niet. Ook dat zou een rechtvaardige oplossing kunnen zijn’.

Eddy Annys, ex-hoogspringer op de Olympische Spelen en momenteel topman van Randstand (58), is ook voorstander van een ‘redelijke’ financiële vergoeding. ‘Wie nu tien jaar op professioneel niveau zwemt en daardoor geen job kan uitoefenen, mag een vergoeding krijgen om die ‘verloren’ jaren te compenseren. Dat betekent niet dat ze daarna mogen gaan rentenieren.’

Ook hij hekelt de grote bedragen in het voetbal. ‘Als je 100.000 euro verdient, is het makkelijk om er 30.000 opzij te zetten. Als je maar 1.000 euro verdient, dan is 300 euro wegzetten veel.’ (KVDA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content