‘Hij is simpelweg onstuitbaar’

HET WONDERKIND De zoon van F1-rijder Jos Verstappen groeide uit tot hét fenomeen van de racerij. © Reuters

Een Belgische Nederlander van 18 rijgt de stunts aan elkaar in de formule 1. Max Verstappen heeft amper een jaar zijn rijbewijs op zak, maar won al een grote prijs. Knack trok naar de kartingbaan van Genk, de bakermat van de racer.

In de kantoren van het Waals Gewest valt dezer dagen een ‘Ouf!’ te horen die het gebrul van een veld formule 1-wagens zou overstemmen, want de grote prijs van België is uitverkocht. Verlies zal er nog altijd zijn – dat is haast traditie – maar de rekeningen zullen minder diep-rood kleuren. Dat dankt de organisatie aan een piepjonge, pijlsnelle Maaseikenaar. Vorig jaar lokte Max Verstappen al tienduizenden extra toeschouwers naar Spa-Francorchamps. Nu hij met een Red Bull rondrijdt, een wagen waarmee je races kunt winnen, is de Max Mania ontploft. Talkshows, sportjournaals, reclameblokken: boven de Moerdijk tref je de tiener overal. Hoeveel goud de Nederlandse olympiërs ook zullen meebrengen uit Rio, de titel van Sportman van het Jaar kan hem niet meer ontsnappen. Of waarom de groene heuvels rond Spa komend weekend oranje zullen uitslaan.

Geen F1-coureur of hij verdiende zijn sporen achter het stuur van karts, supersnelle vierwielige motorwagentjes. En haast allemaal kennen die grootheden de Limburger Paul Lemmens – bijnaam: Koning van de Karting. Lemmens is de eigenaar van Karting Genk, het grootste outdoorcircuit voor karts ter wereld. ‘Op de Zuid-Amerikanen na zijn alle huidige F1-toppers bij mij gepasseerd’, zegt hij. Fernando Alonso en Kimi Räikkönen waren kind aan huis in Genk. Jenson Button woonde zelfs drie jaar in bij Lemmens, om zijn racetechniek bij te vijlen. In 2010 stond Michael Schumacher plots aan de deur: of hij eens mocht sparren met Sebastian Vettel. Daarmee hebben we de meeste wereldkampioenen van de afgelopen twee decennia gehad.

Volgens Lemmens overklaste Max Verstappen ze allemaal. Op zijn vierde (!) reed hij zijn eerste rondjes in Genk. Lemmens: ‘Had hij één seconde vrije tijd, dan was hij hier. Elke woensdagnamiddag, elke zaterdag, elke zondag. Toen al kon je het zien: hij is een talent zoals er maar één keer in de twintig jaar één opduikt.’

Racen was Max met de paplepel ingegoten. Hij is de zoon van Jos Verstappen en Sophie Kumpen. Jos – bijnaam: The Boss – behoeft weinig introductie: tot 2003 nam hij deel aan 107 formule 1-races, later gooide hij hoge ogen in de 24 uur van Le Mans. Sophie is meervoudig Belgisch kampioene in het karting. In die discipline staan, voor de duidelijkheid, mannen én vrouwen samen aan de start. Als tiener klopte Kumpen meermaals latere F1-rijders, maar na haar huwelijk met Jos zette ze haar carrière on hold. Kumpen is een naam als een klok in de Limburgse sportwereld: Max’ grootvader is Robert Kumpen, oud-voorzitter van Racing Genk en bestuurder bij de familiale bouwgroep; diens broer Paul Kumpen was rallykampioen en leidt vandaag werkgeversorganisatie Voka; en Pauls zoon Anthony houdt het record van de meeste overwinningen in de 24 uur van Zolder: hij zegevierde zes keer.

Straffe stoten

In 2005 gingen Jos Verstappen en Sophie Kumpen uit elkaar. Sophie ging aan de slag bij het OCMW in Maaseik. Hun dochter Victoria, twee jaar jonger dan Max en naar verluidt ook te duchten op de circuits, bleef bij haar wonen. Max trok bij Jos in. ‘Het was toen al duidelijk welk pad voor Max uitgestippeld was. Al op zijn zesde sprak de familie openlijk over de F1’, vertelt een intimus die liever niet met zijn naam wil verschijnen – om niet overstelpt te worden door de vele journalisten die het verhaal van het wonderkind willen optekenen. Die vroege ambities waren minder vreemd dan het klinkt: tussen 2006 en 2009 won Max 112 van zijn 118 kartraces en alle 9 kampioenschappen waarvoor hij zich inschreef. Bij Karting Genk herinneren ze zich een straffe stoot uit 2007. De toen negenjarige Verstappen vertrok, zoals gewoonlijk, vanuit polepositie. Bij de start blokkeerde zijn motor. Eer het ding weer aan de praat was, had de rest van het pak al anderhalve ronde voorsprong. Verstappen begon een onwaarschijnlijke inhaalrace en won. Na een spectaculair inhaalmanoeuvre in de laatste bocht.

Tegen een onverslaanbare concurrent strijden is een bitter lot. De ontgoocheling bij Max’ tegenstrevers staat Paul Lemmens nog helder voor de geest: ‘Wanneer hij aan de start kwam, wist iedereen hoe laat het was. Max maakte het verschil al in de eerste twee ronden, wanneer de banden en de motor nog koud zijn. Hij reed perfecte lijnen met een kart die nog niet helemaal ingereden was: dat is alleen de besten gegeven. De race was telkens voorbij nog voor hij goed en wel begonnen was. Die jongen zat kaarsrecht in zijn kart, kende geen angst en maakte nooit fouten. Maar echt onklopbaar was hij door zijn inzicht.’ Volgens Lemmens hebben supercoureurs maar 70 procent van hun hersencapaciteit nodig om snel te rijden – bij mindere goden is dat 95 procent. Toppers gebruiken de rest van hun denkvermogen om de race te analyseren. Ze weten instinctief wie waar zit en zelfs hoe hard de anderen gaan. Ze anticiperen volop en blijven zo iedereen te vlug af.

Vader Jos stippelde een route uit die Max naar de formule 1 moest leiden. Mensen die het gezin kennen, bevestigen dat Max niet gepusht werd: hij wilde zélf niets liever dan zo hard rijden als maar kon – en niets gaat harder dan de 750 paarden onder de kap van een F1-bolide. Jos schatte eens dat hij in totaal 600.000 euro heeft geïnvesteerd in de rijopleiding van zijn zoon. Dat lijkt veel, maar het is een peulenschil. Terwijl anderen miljoenen moeten neertellen voor een F1-zitje wordt Max betaald voor zijn diensten. Zijn contract bij het Red Bull-team is dit jaar naar verluidt 500.000 dollar waard, een naar F1-normen bescheiden bedrag. Maar the sky is the limit: eerder dit jaar voorspelde het Amerikaanse zakenblad Forbes dat hij een van ’s werelds waardevolste sporters zou worden.

Ook noeste fysieke arbeid heeft de jonge Verstappen geen windeieren gelegd, benadrukt zijn entourage. Hij zat vaker in de gym dan op café, vierde zijn overwinningen door nóg harder te trainen. Jos kon bikkelhard voor hem zijn. Verknalde zoonlief een race, dan sprak vader een week lang niet met hem. ‘Jos hield hem bij de les’, vertelt Paul Lemmens. ‘Maar ik had nooit het gevoel dat het té was. Hij deed het met liefde. Daar zou Max nooit aan getwijfeld hebben. Jos wou vooral dat hij de voeten op de grond hield, dat het succes hem niet verzadigde. Natuurlijk helpt het dat je de zoon van een F1-rijder bent. Maar dat Max doorbrak, ligt aan zijn talent, niet aan zijn afkomst. Hij is simpelweg onstuitbaar.’

Geheime rijles

Jos reed in de formule 1 tot Max zes was. Hij debuteerde in 1994 bij het grote Benetton, was hét aanstormende talent van zijn tijd, maar verloor het duel met teamgenoot Michael Schumacher. De wetten van de F1 zijn genadeloos: Verstappen raakte zijn aura van winnaar kwijt en belandde in almaar tragere wagens. Voor zo’n scenario wilde hij zijn zoon behoeden. Verscheidene formule 1-teams klopten aan, maar finaal draaide het uit op een tweestrijd tussen Mercedes en Red Bull, de huidige nummers één en twee in het WK voor constructeurs. Red Bull garandeerde Max vanaf 2015 een plek bij Toro Rosso, hun B-team. Het plan was om Max daar minstens drie jaar te laten rijpen. Maar hij maakte zo veel indruk dat hij midden 2016 al naar het moederteam werd gehaald. Anderhalve week later kroonde hij zich in Spanje tot jongste GP-winnaar uit de F1-geschiedenis. In de acht grote prijzen sinds zijn overstap haalde hij vier keer het podium.

De prille leeftijd van Verstappen is altijd en overal een thema. Toen hij als zeventienjarige voor het eerst in een F1-bolide stapte, noemde ex-wereldkampioen Jacques Villeneuve dat ‘een belediging voor de formule 1′. Jenson Button, die tegenwoordig vooral Verstappens achtervleugel te zien krijgt, zag er een bewijs in dat de sport ’te makkelijk’ werd. Twee jaar geleden was Verstappen zelfs nog te jong om een wettelijk bindend contract te tekenen: zijn ouders deden het in zijn plaats. De Internationale Automobielfederatie (FIA) legt sinds dit jaar een leeftijdsgrens voor F1-rijders op van achttien jaar. Niet omdat Verstappen roekeloos zou zijn, wel om een wedloop om de meest extravagante rijder te vermijden: Toro Rosso mag dan wel een staartteam zijn, maar vorig jaar zat het in de top drie qua mediabereik – met dank aan Max.

‘Het laat me koud dat ik de jongste van het veld ben’, vertelde Max Verstappen aan The Telegraph. ‘Dat record interesseert me niet, alle andere wel. Ik wil de meeste GP-zeges aller tijden behalen, en vaker dan wie ook kampioen worden. Ik wil de beste van de wereld zijn.’ Aan zelfvertrouwen ontbreekt het hem niet. In Genk merken ze op dat hij nog maar één keer zenuwachtig was achter het stuur : bij zijn rijexamen. Dat legde hij af op 30 september 2015 – zijn achttiende verjaardag – op de openbare weg in Maaseik, in het stadswagentje van zijn moeder. De automobielpers was verkikkerd op een foto van de formule 1-held met een ‘L’ op zijn achterruit, maar dat was hun niet gegund: Verstappen haalde zijn rijbewijs amper twee dagen na zijn eerste, geheime praktijkles. Geen fait divers: sinds dit seizoen is een rijbewijs verplicht in de F1.

Spa-Francorchamps is Verstappens thuiscircuit, maar er is nóg een reden waarom de Maaseikenaar uitkijkt naar de GP van België: nergens ter wereld kun je de concurrentie eleganter voorbijsuizen dan in de Ardennen. Vorig jaar toonde Verstappen er al waarom hij inmiddels bekendstaat als de koning van het inhaalmanoeuvre. Met 300 per uur stoof hij Felipe Nasr voorbij in de gevaarlijke hogesnelheidsbocht Blanchimont. Vader Jos noemde de actie ‘waanzinnig’, de FIA verkoos ze tot inhaalmanoeuvre van het jaar.

Paul Lemmens was niet verbaasd. ‘Op de kartbaan had Max ook van die ingevingen, deed hij dingen waar anderen niet eens aan dáchten.’ Normaal verloopt inhalen in de F1 volgens ongeschreven regels: op plekken waar de snellere motor het haalt, of waar de racer met de nieuwste banden wat meer risico kan nemen. Verstappen lapt die regels aan zijn laars. Of beter: hij maakt zijn eigen regels. Kenners zeggen weleens dat hij nog altijd racet alsof hij een kart bestuurt. Lemmens: ‘Karting leunt dicht aan bij formule 1. Het is close racing, het echte sturen, zonder al te veel op hulpmiddelen te steunen. Rijders die daarin uitblinken zijn gewild in de koninginnenklasse van de autosport.’

Op zich is het niet gek dat Max Verstappen rijdt als een karter: drie jaar geleden wás hij het nog. In 2013 werd hij Europees kampioen bij de handgeschakelde karts. Zijn succes lokt veel aspiranten naar de sport. Het Max-effect is voelbaar in Genk, waar de track krioelt van de piepjonge knaapjes. Allemaal willen ze maar één ding: de nieuwe Verstappen worden.

DOOR JEF VAN BAELEN

‘Op zijn vierde kon je het al zien: hij is een talent zoals er maar één keer in de twintig jaar een opduikt.’

‘Ik wil de meeste GP-zeges aller tijden behalen, en vaker dan wie ook kampioen worden. Ik wil de beste van de wereld zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content