Met de terugkeer van Trond Sollied nam AA Gent een vliegende start. Hoe kijkt de altijd kritische Gentse voetbalpers tegen de Noor én de club aan ?

1. Gent is vlot gestart

Hendrik De Groeve : “Dat verbaast me niet want de ploeg is amper gewijzigd. Het enige euvel ligt centraal achterin. Normaal zou Lombaerts daar gaan spelen, maar met zijn vertrek en het uitvallen van Smoje is het een beetje zoeken. Voor het overige durf ik zeggen dat Gent versterkt is, zeker in de breedte. Elke positie is dubbel bezet en dat was vorig jaar niet het geval. Het zijn wel bijna allemaal buitenlanders. Voor Trond Sollied maakt de nationaliteit van een speler niets uit. Acht jaar geleden haalde hij met een allegaartje van derderangsbuitenlanders het beste resultaat sinds lang. Deze spelers zijn een stuk beter. Grondin is voor mij tot dusver de beste transfer van Gent gebleken. Hij bezit een enorme présence, een grote actieradius, vista en een goeie pass. Hij is bovendien sterk in de duels. Kortom, een moderne middenvelder.

Marc Reunes : “Ik zag ze in de Intertotomatch op Aalborg. Dat was echt niet goed. Een week later, uit bij Moeskroen, klikte het plots wel in elkaar. Het sleutelmoment was toen Gent 1-2 voor kwam op Le Canonnier. Op dat ogenblik gaf Sollied aan : doorgaan ! Dat zie ik weinig trainers doen in zo’n situatie. Ze bleven ervoor gaan, hoewel iedereen wist dat ze kwetsbaar waren centraal achterin.

“Plots draait de machine en maakt het niet uit wie daar staat. Zeven jaar geleden gebeurde dat in een wedstrijd voor de Beker van Vlaanderen op KV Oostende, met een bende testspelers. Gent werd toen in de voorbereiding bijna afgeschilderd als een degradatiekandidaat, maar Sollied haalde met dat groepje zondagsvoetballers wel een derde plaats. Tegen Aalst hoorden we dat ze er nog één gekocht hadden : Sasö Gajser uit Slovenië. Iemand nog iets van hem gehoord ?”

Pierre Hellebaut : “Sportief moeten ze met zo’n brede en kwalitatief evenwichtige kern kunnen meedoen voor de tweede plaats. Het beste Gent hebben we nog niet gezien. Sollied zelf zegt dat het nog beter moet. Topafwerkers heeft Gent niet. Om aan meer en zuiverder kansen te geraken moet het leer sneller rondgaan. Stoica loopt soms nog te lang met de bal. Om het systeem-Sollied optimaal te doen werken, is een snelle balcirculatie nodig. Pas dan komt er ruimte.”

Marc Reunes : “De spelers weten heel goed wat er van hen verwacht wordt. Sollied is sterk als docent, hij kan dingen overbrengen en straalt positivisme uit. Dat zet zich over op de spelers : ‘Wij zijn AA Gent, probeer maar eens van ons te winnen !’ Toen Leekens kwam, was de sfeer anders. Toen zat Gent in een dal. Als je in een dal zit, moet je Leekens halen. Alleen is zijn recept na een tijdje uitgewerkt.”

Pierre Hellebaut : “Sollied heeft al vaker bewezen dat hij heel snel een team naar zijn hand kan zetten, al dan niet met vedetten. Onderschat zijn didactisch vermogen niet : hij weet heel goed hoe je zaken moet overbrengen en aanleren. Sollied kan perfect om met de jongere, mondige generatie. Hij laat ze met de neus tegen de muur lopen en gaat ervan uit dat men dan zichzelf corrigeert. Trond kent geen boetesysteem. Het klopt dat hij niet naar de jeugd gaat kijken, maar hij laat wel de besten spelen, ongeacht hun nationaliteit.”

Hendrik De Groeve : “Hij had weinig inspraak in de transfers, in tegenstelling tot Leekens die altijd nieuwe spelers wou. Acht jaar geleden werkte Trond ook met de spelers die er waren binnen een heel beperkt budget. Hij werd er derde mee, een onwaarschijnlijk resultaat. Voor hem is dit een stap terug, maar dat zie je niet aan zijn motivatie. Integendeel, hij klaagt niet. De transfers die Gent deed, zijn door de scouting aangebracht.”

Marc Reunes : “Centraal achterin was er een probleem. Sollied wilde een ervaren verdediger. De club verkoos een jonge speler, die Sollied beter kan maken. Sollied protesteert niet. In feite is het een gemakkelijke trainer voor een bestuur. Hij vraagt nooit nieuwe spelers, tenminste niet naar buiten uit. Dat is heel slim bekeken, want als je constant nieuwe spelers vraagt, geef je in feite aan dat je die van jou niet goed genoeg vindt. Iedereen wijst naar Sollieds systeem als verklaring voor het succes, maar ik denk dat hij vooral een goed psycholoog is. Hij weet alles wat er in zijn groep gebeurt. Hij heeft een koel imago, maar hij kan heel goed luisteren en goed netwerken. Leekens was heel dominant, dat is Trond niet.”

3. Is Sollied veranderd ?

Hendrik De Groeve : “Neen. Hij zegt waar het op staat. Men beweert wel eens dat hij geen discipline heeft, maar hij schept orde in zijn wanorde. Trond is rechtlijning. Hij houdt niet iedereen aan het handje vast zoals Leekens, hij laat iedereen zichzelf zijn. Bij hem geen boetereglement. Hij gaat ervan uit dat als iemand iets fout doet, daar een reden voor is. Hij staat niet met het vingertje te zwaaien.”

Marc Reunes : “Trond kan met iedereen om. Die kan een pint drinken met een gewone supporter. Ik heb dat al gezien. Sollied is een gewone mens, hij blijft zichzelf. Die komt zich hier amuseren, voelt zich goed hier. Hij heeft ook lak aan alles. Zeven jaar geleden maakte Chelsea ophef door met elf buitenlanders aan te treden. Een paar weken later deed hij dat met Gent op Geel. Na een winterstage in het zonnige Tunesië kwam de ploeg terug naar België waar de velden hard bevroren waren. Dat ze maar één dag voordien terugkeerden, vond iedereen bij Gent erg, behalve Trond. Die zei na de wedstrijd : we waren beter de dag van de match geland en meteen naar het stadion gereden.”

Pierre Hellebaut : “Toen Sollied in 2000 wegging, hing die strop van de schulden nog rond de nek van AA Gent. Boskamp had bekendgemaakt dat de club bijna 800 miljoen frank schuld had. Achteraf bleek dat het ongeveer een miljard was. Sollied wist dat hij met zijn ambities bij Gent geen toekomst had. Nu is die schuld weg. De voorzitter zegt : we gaan deze opportuniteit ten volle benutten en hem geven wat hij vraagt.”

4. Wat is het verschil tussen Sollied en Leekens ?

Hendrik De Groeve : “Een compleet andere manier van werken. Het strakke, het keurslijf is weggevallen. De arbeidsvreugde is er weer, er is veel meer initiatief van de spelers zelf. De versmachtende sfeer die vorig jaar de kop begon op te steken, is weg. Dat geven zelfs de adepten van Leekens toe. Georges Leekens heeft hier prachtig werk geleverd, maar vorig jaar was de chemie weg. Niet alleen met de directie, ook met de spelers, zoals nu off the record naar boven komt. Leekens is een controlefreak, wil alles zelf doen, liet weinig ruimte aan andere mensen. Dat werkt verstikkend. Niet het eerste of het tweede, maar zeker het derde jaar. Het is misschien een godsgeschenk voor Gent dat Leekens zelf vertrok, want het had wel eens het jaar te veel kunnen zijn.

“Misschien had Georges ook begrepen dat hij niet méér uit die groep kon halen. Hier zag hij volgens mij geen uitdaging meer. De aanvaringen met de bestuurstop kwamen naar buiten, de wrijvingen met de spelers niet. Hij was wel baas over zijn groep, maar spelers hadden genoeg van het belerende. Olufade zei : ‘Leekens is mijn papa.’ Dat is het net : hij houdt veel spelers aan het handje zoals een vader dat doet. Hij maakt sommige spelers belangrijk waardoor ze zich achter hem scharen en anderen zich verwaarloosd voelen. Het groepsgevoel is nu meer aanwezig dan vorig jaar, ondanks het grote aantal buitenlanders. Beroepsernst is er onder Leekens altijd, maar nu is er meer spelvreugde. Sollieds oefenstof is niet veranderd. Hij kan spelers beter maken, hij durft ook risico’s nemen. Dat ziet het Gentse publiek graag. Het was een schitterende geste van Ivan De Witte om Sollied terug te halen.”

5. Hoe reageerde het publiek op de trainerswissel ?

Marc Reunes : “Gent heeft dit jaar voor het eerst de kaap van 7000 abonnementen overschreden. Dat heeft te maken met het positief denken dat Sollied uitstraalt.”

Hendrik De Groeve : “Het publiek is enthousiast. De supporters waren kwaad op Leekens omdat hij voor het kleinere Lokeren koos. Velen voelden dat aan als faalangst. Op cruciale momenten heeft hij ook gefaald : in de bekermatchen tegen Club Brugge bijvoorbeeld. Op alle mogelijke manieren probeerde hij de druk af te houden. Terwijl Sollied zegt : ‘Bij Gent heb je geen druk.’ Bij 2-0 tegen Genk laat Sollied zijn ploeg doorgaan. Bij Leekens was het dan : geen risico’s meer.”

Pierre Hellebaut : “Als Gent onder Leekens op voorsprong kwam, gingen de boeken toe en was het loeren op de counter. De manier waarop Gent vorig jaar op Club uit de beker ging, is Leekens kwalijk genomen. Het afwachtende is hem zuur opgebroken. Sollied gaat altijd van eigen kracht uit, houdt zich niet bezig met details die hij niet in de hand heeft. Leekens was geliefd zolang hij resultaten haalde. Sollied komt ‘echter’ over. Iedereen weet dat Sollied graag een pint drinkt. Waarom weet iedereen dat ? Omdat Sollied dat niet wegstopt. Sollied toont zich zoals hij is, terwijl je je na drie jaar Leekens nog altijd afvraagt wie de mens Leekens is. Vorig jaar publiceerde een krant een lijst van Gentse spelers die hier enkel voor Georges Leekens waren : die zouden weggaan als hij ging. Welnu : ze zijn hier nog allemaal en ik hoor van hen ook geen negatieve commentaren op Sollieds aanpak.”

6. Wat was de reden voor Leekens’ vertrek ?

Hendrik De Groeve : “Volgens mij zag hij hier geen uitdaging meer. Om beter te worden wilde hij topspelers en die kreeg hij niet. Bij Lokeren zal hij weer aanbeden worden omdat hij van niets iets kan maken. Van iets nog iets veel sterker maken, is moeilijker.”

Pierre Hellebaut : “Onderschat bij Leekens’ vertrek de factor faalangst niet. De Witte legt als voorzitter de lat altijd net iets hoger, die stopt zijn ambitie niet weg. Terwijl Leekens altijd de druk wil weghouden bij zijn spelers, maar ook bij zichzelf. Na twee vierde plaatsen dacht hij dat hij het onderste uit de kan had gehaald, maar toch wil de voorzitter meer.”

7. Waarom is Gent (nog) geen topclub ?

Hendrik De Groeve : “Gent heeft jaren verloren door het nakende faillissement van tien jaar geleden. In de periode onder Van Milders is geld verkwist. Toen was de ambitie zo groot en de voetbalkennis zo klein dat de dirigenten dikwijls gerold zijn door veel geld uit te geven voor weinig rendement. Men heeft zich laten meeslepen door de concurrentiestrijd met Brugge, in de strijd der Vlaamse zustersteden. Gent heeft in de jaren zeventig enorm veel supporters verloren aan Club. Dat wou men te vlug ophalen met aankopen die weinig loonden en de vereniging aan de rand van de afgrond brachten.”

Pierre Hellebaut : “De grootste frustratie bij al wat AA Gent is, heet Club Brugge. Dát is de grote vijand, niet Anderlecht.

“Ik volg Gent sinds 1985 en dit is de eerste keer in al die tijd dat ze geen schulden meer hebben. Bij de overgang naar het moderne bestuur onder Van Milders zijn ze veel te vlug naar sportieve successen gaan zoeken ten koste van heel veel geld. Ivan De Witte wordt nu wel als voorzitter geassocieerd met het schuldenvrij maken van de club, maar voorheen was hij samen met Ronny De Baere als verantwoordelijke van het transfercomité mee verantwoordelijk voor het ontstaan van die grote put in de periode van Vandereycken. Een mooi voorbeeld was Frank Dauwen. Kostte meer dan één miljoen euro. Toen was dat heel duur, ik denk dat Anderlecht en Standard moesten passen. Gent is daar diep gegaan.”

“Het gevolg was de periode- Clijsters toen Frank Dauwen in het busje op weg naar de trainingsvelden plat op zijn buik moest om de kapotte versnellingspook te bedienen. Dat seizoen moesten ze een belangrijke degradatiematch winnen tegen RWDM om er in te blijven. Een jaar later kwam Camus als belangrijkste transfer van RWDM naar Gent. Toen heeft VDK Gent gered door aan de alarmbel te trekken : schulden afbouwen of wij zijn weg. Vanaf Boskamp zijn ze beginnen inzien dat je door spelers te verkopen je schulden versneld kon afbouwen. Lombaerts was niet de eerste uitgaande transfer die veel geld opbracht. Het was geen toeval dat Louwagie op de laatste persconferentie de makelaars bedankte voor hun steun bij het afbouwen van de schulden. Zijn persoonlijke banden met een aantal managers hebben wat opgeleverd. Mido is niet gescout geweest door Gent, dat was een cadeau van Roger Henrotay aan Louwagie. Mirvic moest voor Nieuwjaar weg, ineens mocht die toch blijven. Was dat omdat zijn manager Brochetta plots Pavlovic aanbracht ? Zo geraak je wel aan een grote kern, want je moet die mannen ooit ook weer kwijt geraken.”

Marc Reunes : “Zonder spaarbank VDK bestond Gent niet meer. Daarnaast waren er ook de uitgaande transfers. Ik heb het eens uitgerekend : sinds de komst van Boskamp heeft Gent voor 40 miljoen euro uitgaande transfers gedaan. Boskamp is de man die aan de alarmbel heeft getrokken, al was hij ook degene die niet geloofde in Dragutinovic en hem naar de B-kern stuurde. Zeker tot het nieuwe stadion in gebruik wordt genomen, zal Gent een club van import-export blijven. Waarom zit Gillet, die bij verschillende clubs terechtkon, bij Gent ? Via Yves Baré, die een goede band heeft met Louwagie.”

8. Welke verdienste heeft Ivan De Witte ?

Pierre Hellebaut : “In de jaren negentig was Gent zijn imago van sympathieke club kwijt. Dat had te maken met de manier van leiden van Van Milders. Die gaf net te dikwijls kritiek op de Gentse aard. Een Gentenaar wordt niet graag op de vingers getikt door iemand uit een andere regio.”

Hendrik De Groeve : “Door het eigengereide optreden van sommige dirigenten had Gent vroeger geen goeie naam. Het lag constant in ruzie met zijn eigen stadsbestuur. Uit financiële noodzaak heeft de club de hand gereikt aan de stad. Ivan De Witte heeft de erbarmelijke relatie met de stad Gent omgebogen tot een warme band. Ook de relatie met de hoofdsponsor, bank VDK, was heel slecht.”

“De Witte is een moderne zakenman, die pakt het op een compleet andere manier aan. Gents vijanden van vroeger zijn nu vrienden en collega’s. De Witte zalft meer, sluit meer compromissen, al heeft hij het soms nog moeilijk, zoals nu met Leekens. Hij voelde zich verraden door Leekens. Leekens heeft De Witte getackeld zoals hij vroeger op het veld zijn tegenstanders tackelde.”

9. Welke band hebben club en stad ?

Hendrik De Groeve : “Gent kent geen chauvinisme. De Gentenaar is kritisch en zelfkritisch. Het moet goed zijn, geen gezever. Nie neute, zegt men hier : zoek geen excuses, verberg je niet achter smoesjes. De Gentenaar is ook spontaan. Ze zeggen het in je gezicht, soms een beetje cru, maar je weet waar je aan toe bent. Dat was het probleem van Leekens. De supporters noemden hem wel eens de man van Gent, maar hij is nooit de man van Gent geweest. Sollied is dat wel. Leekens is meer gekunsteld, zijn opportunisme kan je niet vergelijken met de no-nonsensementaliteit van Sollied. Trond is ook getrouwd met een Gentse…”

Pierre Hellebaut : “Antwerpenaars zullen onderling kritiek hebben op wat er in Antwerpen gebeurt, maar zullen naar buiten toe Antwerpen altijd verdedigen. Een Gentenaar zal zijn kritiek op wat in de stad of bij de club slecht loopt niet naar buiten verbergen.”

10. Hoe ziet de toekomst van Gent eruit ?

Marc Reunes : “Vroeger was Gent het lachertje van de G5, de grote vijf. Nu horen ze daar echt bij. Maar als het om de prijzen gaat, is het voorlopig net niet.”

Hendrik De Groeve : “Gent heeft dringend nood aan een prijs. Zo’n grote stad die nog nooit kampioen werd, dat zorgt voor een Calimerogevoel. Het aantal toeschouwers stijgt van jaar tot jaar, maar 9.000 à 10.000 kijkers is voor een stad van 250.000 inwoners veel te weinig. Gent is een stadsgewest : mensen van twintig kilometer verder voelen zich niet met de stad verbonden.

“Jarenlang was de spektakelwaarde hier laag, door een gebrek aan centen. Alles was ondergeschikt aan de sanering. Dat is gelukt, met een beleid dat je op zijn zachtst gezegd als onpopulair kan omschrijven, en met een paar meevallers : de verkoop van Mido, Boussoufa, Lombaerts. Plus de jongeren van Boskamp. Eigenlijk is de sanering ingezet onder Boskamp. Die heeft Gent gered. De club moet hem eeuwig dankbaar zijn. In de wandelgangen geeft men dat ook toe. AA Gent heeft toen zijn sportieve toekomst verkocht om de financiële toekomst te vrijwaren. Daardoor is het wel een import-exportclub geworden. Dat zal niet veranderen onder Sollied. Op termijn wil Gent meer Belgisch ogen, maar dat is nog niet voor morgen.”

Pierre Hellebaut : “Ze moeten in het nieuwe stadion meteen de sprong kunnen maken naar 10.000 abonnees. De Witte weet goed dat in de kwaliteit op het veld geen breuk meer mag komen tot aan het debuut in hun nieuwe tempel. De Gentenaar wil trots kunnen zijn op het voetbal van zijn team. Op het spel dat Leekens bracht, waren ze niet echt trots. Ze waren alleen tevreden met de resultaten.

“De laatste keer dat het huidige stadion afgeladen vol zat, was in september 1980 toen Gent na de promotie zijn eerste thuismatch in eerste klasse speelde tegen Club Brugge. Toen waren er 27.000 toeschouwers. Dat was de laatste keer dat ze tot in de lichtmasten kropen. Veel Gentenaars gaan nog altijd naar Club Brugge. Wil Gent groeien, dan moet het vermijden dat de nieuwe generatie Gentenaars naar Club gaat. Dat kan alleen maar door zelf succesvol te zijn.” S

door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content