Rik Van Cauwelaert

In naam van Europa

Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Het wordt uitkijken met dat Europa van Karel De Gucht.

’t Is de schuld van N-VA-voorzitter Bart De Wever. Hij schreef in De Standaard dat sommige kunstenaars met hun klaagzangen tegen hem en zijn partij aantonen ‘hoezeer ze het gevecht tegen hun eigen kleinburgerlijkheid hebben verloren’. Dat had De Wever niet moeten doen. Want elke zelfbenoemde intellectueel voelt zich nu geroepen om hem in eindeloze denkstukken van antwoord te dienen.

Alles begon met de Niet in onze naam-avond in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel, waar kunstenaars zich om ter pittigst kwamen uitspreken tegen de splitsing van België – al is die splitsing niet aan de orde. Het werd daar in de KVS een vrolijke avond die deed denken aan het vers van Heinrich Heine voor de politieke dichter:

Zijn vrijheidslied zingt de lakei / Graag in de slijtersnering;/ Het geeft de dranken extra pit / En ’t helpt de spijsvertering.

Ook Europees Commissaris Karel De Gucht trad in het krijt met een doorwrocht essay in De Standaard waarin hij het Vlaams-nationalisme kraakte en tegelijk de door De Wever belaagde intellectuelen in bescherming nam.

Nee, schrijft De Gucht reflecterend op een tekst van de liberale aartsvader John Stuart Mill, ‘voor het afboorden van de democratie op basis van nationale identiteit zal je bij liberalen niet snel steun vinden. Toen niet, nu niet, en terecht.’

Klopt, bij de liberalen is daarvoor niet snel steun te vinden. Maar soms wel. Zoals die keer dat het stemrecht voor niet-Europeanen moest worden afgeblokt.

De Gucht vergeet overigens andere liberale denkers, zoals Guy Verhofstadt, voor wie het nationalisme ‘geen duistere of irrationele kracht is’. Sterker nog: wanneer gekoppeld aan de beginselen van de liberale democratie levert dat nationalisme, volgens Verhofstadt, zelfs ‘een bevrijdende energie’.

Heel handig gebruikt De Gucht de geschriften van Edmund Burke, de 18e-eeuwse conservatieve maître à penser van De Wever, om het nationalisme te bestrijden. Maar hij maakt daarvoor wel een omweg langs diens biograaf, de Ierse diplomaat-journalist-politicus Conor Cruise O’Brien die als een anti-nationalist uit de schors kwam en moedig de strijd aanbond tegen de gewapende IRA – wat in het Ierland van die tijd erg kwalijke gevolgen kon hebben.

Maar De Gucht citeert wat selectief. Conor Cruise O’Brien had het vooral gemunt op het mengsel van religie en nationalisme dat in Ierland en vooral Noord-Ierland voor dood en verderf zorgde. Over het Poolse nationalisme schreef Conor Cruise O’Brien dan weer dat het, door het aanreiken van een basis voor consensus, tot democratische stabiliteit zou leiden.

Toch besluit De Gucht: ‘Vanuit een nationalistisch politiek concept […] kom je nooit tot het uitbouwen van een Europese politieke ruimte.’ Dat is een bekende stelling. Alleen zegt De Gucht nergens hoe die Europese democratie er moet uitzien.

Dat is jammer. Want steeds vaker wekt de Europese Unie de indruk een hefboom te zijn in handen, niet van haar burgers maar van een heel aparte politieke klasse en van superrijken. Het reddingsfonds voor het omvallende Griekenland werd niet in leven geroepen uit solidariteit met de Griekse bevolking, maar om de Duitse en Franse banken die al te gulzig Grieks schuldpapier insloegen en de rijke Grieken te beschutten. Dat is geen vaststelling van een kleinlinkse agitprop maar van Karl Otto Pöhl, de gewezen voorzitter van de Bundesbank.

Constructies, opgezet door de Belgische overheid om oliemogol Total en zijn aandeelhouders zoals Albert Frère de komende vijf jaar fiscaal uit de wind te zetten, passen helemaal in de Europese politiek van de dag. Net als de handel in emissierechten en het afschermen van de Londense City dat een heus offshoregebied is geworden, met kanalen naar belastingparadijzen als Bermuda en de Kaaimaneilanden. Driekwart van de hefboomfondsen die samen nagenoeg 1,2 quadriljoen dollar aan beurswaarden beheren, opereert van op die Kaaimaneilanden, belastingvrij en ongemoeid door de EU.

Intussen tast Europa steeds dieper in de buidel van zijn gewone burgers. Want zij betalen de Griekse en andere facturen, worden met de werkloosheid geconfronteerd, moeten inleveren op hun pensioenen en betalen een steeds hogere rekening voor hun gezondheidszorg. In Ierland kwam al een emigratiegolf op gang. In Spanje is de werkloosheid naar 20 procent gestegen. In Amsterdam leeft een vijfde van de bevolking op of onder de armoedegrens – en Nederland is een voorbeeldige Europese leerling.

Het wordt uitkijken met dat Europa van Karel De Gucht. De Europese Unie zou allengs wel eens de sterkste motor kunnen blijken voor een forse heropleving van het nationalisme.

Rik Van Cauwelaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content