Jeroen Brouwers was graag Vlaamse uitgever geweest

© Belga

In het eerste nummer van Knack Wereldtijdschrift vertelt Brouwers dat hij ooit graag zelf een Vlaamse zelfstandige uitgeverij had geleid, en een Vlaamse literatuurgeschiedenis gemaakt.

Jeroen Brouwers vertelt dat hij maar al te graag een Vlaamse zelfstandige uitgeverij had geleid, of een Vlaamse literatuurgeschiedenis gemaakt. Maar voor het eerste had Jeroen Brouwers geen geld en voor het tweede werd hij nooit gevraagd in tegenstelling tot Hugo Brems die in opdacht van de Taalunie, en royaal betoelaagd, wel een twintigste-eeuwse literatuurgeschiedenis van de Nederlandse letteren (‘Altijd weer vogels die nesten beginnen’) mocht maken: ‘Dat boek van Brems is een prul en een vod. Maar wat Frits van Oostrom heeft gedaan in zijn middeleeuws verhaal (‘Stemmen op schrift’) is prachtig en ongemeen boeiend.’

Ben u nooit zelf een uitgeverij willen beginnen? Brouwers: Twintig jaar geleden had ik nog de ambitie om als Hollander een volbloed Vlaamse uitgeverij op te zetten. Met mijn knowhow uit mijn Manteau-jaren moest dat wel lukken. Toen ik met Theo Sontrop van De Arbeiderspers begon te praten, kreeg ik te horen hoe naïef ik wel was omdat de technische facetten van een uitgeverij helemaal veranderd waren. Wij deden bij Manteau een half jaar om een boek persklaar te maken: rustig redigeren, drukproeven screenen. Afijn, dat duurde en duurde, en dat was doodgewoon in de jaren zeventig. Nu maken ze een boek in een week als ze dat willen. Tja, ook van de zakelijke kant van het uitgeversvak ben ik eigenlijk niet meer op de hoogte. Wij maakten vroeger een calculatie en vermenigvuldigden die met factor 4 om de verkoopprijs te bepalen. Een dergelijke prijsbereking is nu volkomen uit de tijd. Ook de oplages waren vrij bescheiden. Een Ruyslinck brachten we op 5000 exemplaren terwijl nu … duizenden exemplaren: je hersenen gaan er van wemelen, zoveel!


Zou er dan plaats geweest zijn voor zo’n Vlaamse uitgeverij? Brouwers: Tuurlijk. De Vlamingen publiceren bij Nederlandse uitgevers maar die Nederlandse uitgevers worden zenuwachtig omdat die Vlamingen niet verkocht geraken in Nederland. ‘Wat moeten wij met al die Vlamingen in Holland?’ En eigenlijk hebben ze gelijk: waarom gaan de Brusselmansen, Lanoye’s en Pleysiers naar Holland om hun boeken uit te geven? Als er een Vlaamse uitgeverij was geweest, dan had die dat groot talent kunnen aantrekken.


Was dat niet de bedoeling geweest van Manteau toen ze aanvankelijk Hugo Claus en Louis Paul Boon in haar fonds had? Brouwers: Ach, Manteau was van 1880. Angèle was uit de tijd en pakte het verkeerd aan. Zij zat als een theemuts boven op de literatuur en dan vooral op de geldinbrengers: Ruyslinck en Vandeloo. Daardoor had de jongere generatie van Brusselmans en Lanoye geen zin meer om bij een Vlaamse uitgeverij te debuteren want ze wilden niet bij die ouwe troep horen. Weverbergh heeft het anders en beter aangepakt maar het lukte niet meer.


En De Bezige Bij Antwerpen nu: is dat dan geen voorbeeld van een eigen Vlaamse uitgeverij? Brouwers: Dat is toch geen echte, authentieke Vlaams uitgeverij want ze opereert onder een Nederlandse paraplu.

Lannoo misschien dat zich met Meulenhoff heeft versterkt? Brouwers: Lannoo heeft nog altijd datzelfde stempel als Angèle toen had: te bezadigd en bedaagd. Wie zou er nu bij Lannoo een nieuwe roman willen uitgegeven? Lannoo associeer je toch niet met literatuur. Ik had het toen gedurfd om die authentieke Vlaamse uitgever te zijn, omringd met kundige redacteuren, maar dat ideaal bleek niet realiseerbaar.

Zonder autonome Vlaamse uitgeverij is het vandaag nochtans nooit beter gegaan met de Vlaamse schrijver? Brouwers: Allemaal waar, maar de Vlaamse schrijvers zitten desondanks bij Nederlandse uitgevers. Maar stel dat dat niet zo zou geweest zijn en ze dus bij een Vlaamse uitgever onder dak waren geweest, dan had die Vlaamse uitgeverij ook gefloreerd.

Is de Vlaamse literatuur zo verschillend van de Nederlandse? Brouwers: Natuurlijk zijn dat aparte werelden want u spreekt met mij als een buitenlander, en omgekeerd. Wij begrijpen elkaar niet meer. Kijk maar naar de onderschriften van Nederlandse en Vlaamse tv-programma’s. Uiteraard is er een groot verschil tussen de Vlaamse en Nederlanse literatuur. Ik ben de uitzondering die op de hoogte is van beide. Vraag eens aan een Vlaming wie Kluun is of Nicolaas Matsier, of wat De Gids is en wie Willem Bilderdijk en Potgieter waren? Of stel een Hollander de vraag wat Van Nu en Straks was, of wie Maurits Sabbe. Ze hebben met elkaar niets te maken. Er is een bijl geslagen tussen beide landen. Men moet bij mij dus niet aankomen met dat gelul over culturele integratie. Iemand van Delft die in Aalst terecht komt, waant zich op de maan.

Tijdens het interbellum was er toch een gemeenschappelijke Vlaams-Nederlandse literaire scène rond het Brusselse café ‘Taverne du Passage’ en ook bij Jan Greshoff aan de Reyerslaan thuis waar Nederlandse en Vlaamse schrijvers, zoals Menno Ter Braak,Eddy du Perron, Willem Elsschot en Gerard Walschap elkaar troffen en samenwerkten in tijdschriften? Brouwers: Schei toch uit! Je weet hoe het met die toenaderingspogingen via Forum is afgelopen. Ze zijn verzopen in het katholieke wijwatervat van Marnix Gijsen en Gerard Walschap. Ze waren allebei hyperkatholiek en waren het niet eens met een libertijns verhaaltje dat de Nederlandse redacteuren aandroegen. Het waren een paar vrienden maar meer ook niet want ze kwamen niet eens overeen om een tijdschrift te maken.

De Vlaamse literatuur is dus totaal anders dan de Nederlandse? Brouwers: Natuurlijk. Neem nu Dimitri Verhulst, de volksschrijver, die schrijft verhalen over een folklorevolkje dat in Amsterdam totaal onbekend is. In Vlaanderen kent men dan weer de literaire adem van Nederland niet.

Hugo Claus was in Nederland toch een begrip? Brouwers: Claus kreeg in Nederland een grote naam omdat hij destijds werd ingelijfd bij De Bezige Bij en door Mulisch, Remco Campert en die kringen werd opgepikt. Geloof maar niet dat Claus in Nederland een klapper was die veel werd gelezen.

U schrijft dat Claus het handig speelde: in Vlaanderen gaf hij af op de Hollanders en in Nederland op de Vlamingen? Brouwers: ‘Vlaanderen is een apenland, ik weet niet wat ik daar ga doen’: ja, dat was Claus, hé. Ik doe mijn hoed af voor de literaire prestatie van ‘Het verdriet van België’, maar in Holland is er geen hond die daar iets van heeft begrepen. Niemand weet raad met die Vlaamse oorlogs- en colloboratietoestanden, maar ja, dit is toch een boek van Claus en dus moet het wel iets hebben. Wisten ze hier veel wat Rex of Verdinaso waren.

Toch spijtig dat u uw grote kennis van de Vlaamse literatuur niet hebt samengebracht in een Vlaamse literatuurgeschiedenis? Brouwers: Ze hoefden het mij maar te vragen en ik had het gedaan: van Van Nu en Straks tot heden. Graag, heel graag. Nu kan ik het waarschijnlijk niet meer, alhoewel ik de documentatie hier om me heen heb staan. (kijkt rond naar de boekenrekken) Schatten. Maar men vraagt het mij niet omdat ik niet academisch geschoold ben. Je moet toch op zijn minst drs. of dr. voor je naam hebben staan (spreekt de afkortingen uit zoals ze gespeld worden). En ik ben maar een autodidact. In de hemelse gedachtegangen van die prelaten kom ik dus niet in aanmerking.

Frank Hellemans

Knack Wereldtijdschrift, een nieuw driemaandelijks magazine, ligt vanaf 24 maart te koop in de krantenwinkel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content