Leo Neels

Vrije meningsuiting in de patatten

Leo Neels Advocaat en Prof. (em.) Mediarecht KULeuven en UAntwerpen

Er is een ontslag gevallen wegens een meningsuiting: vertrouwensbreuk van een wetenschapster ten opzichte van haar universiteit.

Er is een ontslag gevallen wegens een meningsuiting: vertrouwensbreuk van een wetenschapster ten opzichte van haar universiteit. Het heeft een tijd geduurd, maar inmiddels kwam haar opinie breed aan bod (De Standaard en De Morgen, 10 juni 2011). Daarvan deelde ik de mening dat “sociale vooruitgang ook dissidente stemmen vergt die zich durven te verzetten tegen de gevestigde orde”. Wat ze verder voorhield leek mij evenwel geen “dissidente stem”, doch de grootste gemene deler van het politiek correct denken dat opgeld maakt in de kringen van de niet-gouvernementele goegemeente. Het is de moeite om er enkele onderdelen van te benoemen.

Het eerste betreft de stellingname dat “zonder de aardappelveldslag het debat over genetisch gemanipuleerd voedsel nooit was opengebroken”. Een vrije en dus eerbare stelling, maar wél een mening die élke feitelijke grondslag mist. Er wordt vergeten dat dit wetenschappelijk experiment – een kleine open veld-plantage – al verliep achter hekken en onder een kapitaalsintensief voltijds bewakingsregime… omwille van … niet alléén het openbare debat daarover, maar ook daarmee verbonden dreigementen met geweld.

Hele bibliotheken zijn gevuld met rapporten en verslagen van publieke debatten over de wetenschappelijke, ethische en maatschappelijke aspecten van genetische manipulatie in de landbouw. Vlaanderen is er – zoals vaak – wetenschappelijk pionier in en excelleert internationaal; maar evengoed blokkeren we gecontroleerde experimenten – omwille van weerstand en oppositie die voornamelijk rusten op de voldoende intensieve herhaling van de contra-argumenten, zonder veel tegengewicht in de media. Wallonië hinderde eerder al een Vlaams populierenexperiment, Frankrijk heeft een lange, helaas ook quasi-gewelddadige traditie om dit debat te voeren. Het zgn. “kritisch” geluid in zulke debatten ontmoet in de media overigens maar weinig kritische analyse.

Op Europees vlak doen we hetzelfde, en het effect is dat we onze wetenschappelijke excellentie niet omzetten in maatschappelijke vooruitgang. We beschikken in Straatsburg zelfs over een opiniecircus, de Raad van Europa, die wel vaker onnozelheden met commissies, rapporteurs en verslagen van een schijn van ernst voorziet en in leven houdt. Er is dus niet te weinig debat, maar zo veel debat dat het voortgang en innovatie belet. Zou dat een legitiem oogmerk zijn van ruime expressievrijheid?

Het tweede onderdeel waarop ik even wil ingaan is de stelling dat “kennis werd geproduceerd in het belang van private winsten, terwijl ze hoort te worden geproduceerd in het belang van de maatschappij”. Dit is een klassieker uit de bibliotheek van veralgemeningen. Er bestaat overvloedige literatuur over de vermeende tegenstelling tussen maatschappij en industrie, zovéél dat industriële kringen eerder vrezen dat hùn argument ondersneeuwt. Om zulke “kritische beschouwing” – het is helaas eerder een gemeenplaats – te valoriseren, was geen overvalletje op patatten van doen. Het is een kunstmatige antithese waarover honderden wetenschappelijke bijdragen en rapporten bestaan, en die het kader vormt van veel journalistieke bijdragen.

Tenslotte beroept de onderzoekster zich op het voorzorgsbeginsel. Dat betekent dat bij onvoldoende inzicht en zekerheid over alle theoretisch mogelijke schadelijke gevolgen van een experiment op lange termijn, zulk experiment niet wordt ondernomen. Een wijs beginsel, maar, zoals vaak, leidt doctrinaire toepassing ervan tot het tegendeel van wat wordt beoogd: geen voorzichtigheid bij ondernomen actie, doch totale inertie. Wetenschap wordt onmogelijk, innovatie valt stil. Tot waar wil je een redelijke geruststelling, en waar start onredelijke angst (Frank FUREDI, The Culture of Fear, 1997)?

Toch klemt het zeer dat een universiteit een wetenschapster op staande voet ontslaat naar aanleiding van een meningsuiting. Haar mening was misschien onverstandig of inopportuun; de symbolische actie ging zeker gepaard met te veel baldadigheid en geweld; men kan het er fundamenteel mee oneens zijn geweest. Maar ontslag van een academica, door haar universiteit, omdat ze haar mening uitte, zelfs al was die mening een uitleg, of zelfs rechtvaardiging van misplaatste en te vergaande acties van symbolic speech? De patattenactie lijkt me volkomen misplaatst en de rechtvaardiging die de woordvoerster eraan trachtte te geven weegt licht. Maar de ontslagmaatregel verdient dezelfde kwalifikaties.

Natuurlijk kan een universiteit-werkgever loyauteit en collegialiteit vergen van haar onderzoekers. Maar ontslag wegens een desgevallend verkeerde, misplaatste of ongelukkige meningsuiting is strijdig met de beginselen inzake expressievrijheid. Juist academische kringen kunnen en moeten de vrijemeningszone zéér ruim bewaken Daartoe had mijn Alma Mater een fenomenale kans, ook al had ze mijn gewezen collega met een vranke bestuursopinie op haar plaats kunnen zetten. Misschien kan de Universiteit haar eigen mening, en de buitenproportionele maatregel kritisch her-evalueren en ze kaderen in de geldende beginselen, die ook aan diezelfde Universiteit worden onderzocht en onderwezen. Dan zal het ontslag moeten worden herzien.

Leo NEELS
Mediarecht Uleuven en UAntwerpen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content