Vrije Tribune

Al-Qaeda na Osama bin Laden (Chams Eddine Zaougui)

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Het moest er ooit van komen.

Zestien jaar nadat Osama bin Laden de oorlog verklaarde aan de Verenigde Staten, en ongeveer tien jaar na de iconische aanslagen van 11 september is het zover: Amerikaanse elitetroepen hebben samen met de CIA de beruchtste en meest gezochte terrorist ter wereld te pakken.

Jarenlang waren ze het spoor bijster, tot grote verlegenheid van het Witte Huis dat had gezworen had om hem te vangen, dood of levend. Van die gêne is president Barack Obama in ieder geval verlost. Maar is al-Qaeda nu ook echt verzwakt?

Eerst het goede nieuws. Door Osama bin Laden – die dit jaar 54 werd – uit te schakelen, realiseren de Verenigde Staten drie belangrijke doelstellingen. Eerst en vooral hebben ze zich eindelijk kunnen wreken voor de bijna 3000 dodelijke slachtoffers van de aanslagen in New York in 2001. Ten tweede versterkt de succesvolle bestorming van bin Ladens verblijfplaats in Pakistan het militaire prestige van de Verenigde Staten; gedaan met de lacherige en vervelende opmerkingen dat bin Laden, met zijn relatief beperkte middelen, de grootste wereldmacht telkens te slim af is. En last but not least: al-Qaeda verliest niet alleen zijn absolute leider, maar ook zijn grootste rekruteerder voor de globale jihad.

Nu het slechte nieuws. De dood van bin Laden is voor de leden van al-Qaeda en verwante salafistische jihadi’s weliswaar een enorme schok, maar zeker geen verrassing. Dit behoorde tot de verwachtingen. Met andere woorden: hier liggen plannen voor klaar.

De kans dat al-Qaeda nu, zoals sommige analisten beweren, paniekvoetbal zal spelen of zal desintegreren is klein. Er is een reden waarom de organisatie, ondanks de niet-aflatende inspanningen van verschillende veiligheidsdiensten en constante internationale druk, al 25 jaar bestaat: veel tijd en energie gaat naar opvolging. Dit om ervoor te zorgen dat al-Qaeda zijn missie – zuiver islamitische regimes vestigen en de VS uit de islamwereld verdrijven – ononderbroken kan verderzetten.

Hoe groot bin Laden ook uittorende boven de rest van zijn organisatie, al-Qaeda valt niet samen met zijn persoon. Het was bin Laden absoluut niet te doen om persoonlijke roem. Nee, bin Laden geloofde oprecht in zijn plicht om jihad te voeren – in de enge betekenis van heilige oorlog – tegen de vijanden van de islamwereld, en ervoor te zorgen dat nominale islamitische regimes echte islamitische regimes worden. Dit zijn nog altijd de strategische doelstellingen van al-Qaeda. Zijn dood verandert daar niets aan.

Sterker nog, doordat bin Laden is omgekomen in een vuurgevecht tegen Amerikaanse militairen, en niet door ziekte of ouderdom, is zijn martelaarsstatus verzekerd. Zoals Michael Scheuer, die in de jaren negentig het bin Laden-team van de CIA leidde, eerder aan Knack vertelde: “Voor de organisatie is het zelfs beter dat hij overlijdt. Beter een dode martelaar dan een slimme leider die de organisatie blijft beheersen”.

De grootste achilleshiel voor al-Qaeda is dus niet het verdwijnen van bin Laden, maar wel de mogelijke opvolging door de nummer twee, de Egyptenaar Ayman al-Zawahiri. In de media wordt hij vaak voorgesteld als het tactische brein van al-Qaeda, terwijl bin Laden in die voorstelling van zaken de netwerker is, de financiële fixer. Maar dat beeld is te simpel. In werkelijkheid was het bin Laden die de lakens uitdeelde, ook op strategisch vlak. Zo koos hij heel bewust voor een heterogene organisatie waar allerlei etnisch en ideologisch verschillende moslims bij betrokken werden – met de sjiieten als grote uitzondering. Met al-Zawahiri aan het roer zal dat vermoedelijk veranderen.

Al-Zawahiri is veel intoleranter naar moslims die anders denken dan hem. Bovendien heeft hij de reputatie een meedogenloos iemand te zijn. Zo liet hij in 1995 in Soedan, ondanks duidelijk protest van zijn medestanders, twee doodsbange pubers executeren omdat ze voor de Egyptische inlichtingendienst spioneerden (de jongens werden door de veiligheidsdienst gedwongen om die risicovolle opdracht uit te voeren). Kortom: als al-Zawahiri inderdaad de plaats inneemt van bin Laden, bestaat de kans dat al-Qaeda zal verharden en nog gewelddadiger zal worden. Wat op zijn beurt de bestaande spanningen en onenigheden binnen de organisatie zal versterken.

Maar wie de mantel van de macht ook erft, al-Qaeda zal aanslagen blijven plegen en de Verenigde Staten zullen hun war on terror gewoon verderzetten. Dat president Barack Obama een belangrijke slag heeft thuisgehaald, staat vast. Maar hij mag niet overmoedig worden. Prominente al-Qaedaleden uitschakelen is een ding, het is een ander paar mouwen om de passieve steun voor de organisatie stop te zetten. Die steun – die zeker niet moet overschat worden, maar ook niet mag onderschat worden – is onlosmakelijk verbonden met het fel bekritiseerde Amerikaanse buitenlandbeleid van de afgelopen decennia. Ook de talrijke brandhaarden waar moslims bij betrokken zijn, vormen een tere plek in het islamitische bewustzijn: Kashmir, Afghanistan, Irak, Tsjetsjenië en natuurlijk Palestina. Die zaken geven al-Qaeda het symbolische kapitaal dat nodig is om nieuwe leden te blijven rekruteren.

Zolang daar weinig aan verandert, blijven groeperingen als al-Qaeda gevaarlijk, ook al worden ze in een hoek geduwd. Evenmin heeft het zin om bin Laden en zijn volgelingen te blijven afschilderen als irrationele massamoordenaars die het Westen willen platbranden. Die omschrijving klopt niet. Maar wat meer is: ze ontslaat ons, het Westen, van de verantwoordelijkheid om de grieven van de moslims ernstig te nemen. Alleen als we dat doen, in combinatie met doelgerichte acties, maken we het meest kans om een echte, duurzame overwinning te behalen op al-Qaeda.

Chams Eddine Zaougui is arabist en filosoof

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content