Facebookpoëzie van David Van Reybrouck

© Filip Van Zandycke

Het Antwerpse Felix Poetry Festival was dit jaar aan zijn derde editie toe. Knack ging cultureel verantwoord chillen op de slotavond.

Donderdag 16 juni was de laatste avond aan wal voor Felix Poetry festival . Daags daarop wordt koers gezet naar Rotterdam, voor de verbroedering met Poetry International. “Een onverbiddelijke avond” moet het worden, onder de gewelven van het Felixpakhuis. Een avond die, nog maar eens, opgedragen wordt aan Simon Vinkenoog. Een mens zou voor minder argwaan beginnen koesteren. Maar geen nood: eenmaal neergeploft in de leren sofa’s die als tribune dienstdoen, ben je vertrokken voor een avondje cultureel verantwoord chillen.

Er is wat gerammeld aan de programmatie. Niet David van Reybrouck trapt de avond op gang, maar Tsjebbe Hettinga. Hettinga draagt zijn verzen voor in het Fries, uit het hoofd en met de ogen gesloten. Je moet het hebben van de klank, de vermoedens van betekenis die Hettinga in zijn geweeklaag legt. Een vermoeden dat overigens bevestigd wordt door Benno Barnards hertaling, die op het projectiescherm achter ’s dichters rug wordt geprojecteerd.

Even later is het dan toch de beurt aan David Van Reybrouck. Zijn reputatie van publieke intellectueel 2.0 indachtig, brengt hij naast eigen werk twee facebookgedichten: teksten waarvan hij via facebook de voorzet gaf en die door zijn vrienden werden aangevuld. De gimmick ligt op de loer, maar Van Reybrouck is streng geweest: niet elk facebookbericht heeft de eindronde gehaald, zeker niet bij het tweede gedicht, waarbij de facebookers wisten dat de tekst voor publicatie bestem was. Aan die rigoureuze wiedarbeid ontleent van Reybrouck het recht om de gedichten als ‘zijn’ teksten te brengen.

Ni Hao Na een pauze is het tijd voor de Chinees Yan Jun, die ook op Poetry International te gast is. Met een welgemeend ‘ni hao’ (goeiedag, nvdr) trapt de Chinees af voor een reeks minimalistische gedichten. Het lijkt alsof Yun vòòr elk gedicht een aanloopje neemt, alvorens enigszins relaxt over het spreekgestoelte te gaan hangen. Wanneer hij de microfoonstandaard ook nog eens tot hanger voor zijn jasje bombardeert, ontstaat toch de vrees dat Yun niet van zin is om snel van het podium af te komen. Tot hij met een spitse haiku een einde breit aan zijn lang uitgesponnen voordracht. De voordracht Algerijns-Franse dichteres Amina Saïd lijdt aan hetzelfde euvel. Ze brengt de slepende litanie van het leven in een land ‘dronken van geweld en oorlog,’ maar echt aanslaan doet het niet. Daarvoor is de voordracht te monotoon en heb je als toeschouwer al te lang naar de onderschriften op het projectiescherm zitten turen.

Tussendoor is er muziek. Tom Pintens (ex-Zita Swoon en heden ten dage solo in het Nederlands) doet iets magistraals met “In de duinen” van Campert. Lies Van Gasse zorgt voor de tekeningen op de achtergrond. Later zorgt ook Shariff Simmons zorgt voor een prettig gestoord muzikaal intermezzo. Dat hij pas op het laatste nippertje aan de affiche werd toegevoegd, lijkt Simmons niet te deren. Zo sleept hij de straatmuzikant het podium op die hij even voor de start van de show heeft leren kennen. Het ene ogenblik ligt “Dirty Boulevard” van Lou Reed op de loer, het volgende ogenblik het kampvuur. Maar solo en a capella bijt Simmons -een zwarte survivor van de rassenhaat in de Amerikaanse staat Alabama – al slammend van zich af.

Nevenwerking
Als laatste dichter mag F. Starik de bühne op. De stadsdichter van Amsterdam zorgt voor een frisse scheut kolder temidden van zoveel peis en vree. Een beweeglijke oelewapper van formaat, deze Starik, die zijn teksten aan elkaar breit met terzijdes als “houden jullie van klappen ofzo?” en “je kunt ook gewoon tegen me praten, hoor.” Magistraal is de tekst over het hondje Kamiel – een knipoog naar Raymond van het Groenewoud – dat ten grave gedragen wordt in het Vondelpark.

Reinout met Nevenwerking, de band van dichter Reinout Verbeke, heeft het laatste woord. Met de helft van de bandleden vervangen door ‘reservespelers’ maakt het combo niet steeds een standvastige indruk. Verbekes teksten gaan wat verloren in het gewoel. Muzikaal hoor je niet meteen iets dat Yevgueni, Buurman of – godbetert- Lenny en de Wespen hen niet al lang hebben voorgedaan. Velvet Underground it ain’t.

Wat Vinkenoog van dit gezapige feestje zou vinden, laten we in het midden. Maar voor het overige kan curator Maarten Inghels op zijn beide oren slapen. De dauphin van de Vlaamse dichters is er toch maar weer in geslaagd om een verdienstelijk festivalletje bijeen te cureren. Meer moet dat soms niet zijn.

Michiel Leen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content