Superminister. Dat etiket kreeg Liesbeth Homans (N-VA) opgeplakt toen ze in 2014 niet minder dan zes portefeuilles kreeg in de Vlaamse regering. Bijna twee jaar later trekken haar optreden op de Nacht van de Televisiesterren en een paar oneliners in de krant meer aandacht dan haar beleid. Is Homans wel echt geïnteresseerd in haar bevoegdheden? Knack schudde een paar van haar portefeuilles leeg en bekeek wat ze tot nog toe hebben opgebracht.

Lange tijd stond Liesbeth Homans vooral bekend als een goede vriendin en zelfs als de rechterhand van de voorzitter van de N-VA Bart De Wever. Sinds hun studententijd – ze zaten allebei bij de rechts-conservatieve studentenclub KVHV – zijn ze erg goed bevriend en tot 2009 werkte ‘Betteke’, zoals De Wever haar noemde, als zijn parlementaire medewerkster. Na de verkiezingen van dat jaar werd ze verkozen in het Vlaams Parlement. Daar bouwde ze met sprekend gemak haar eigen reputatie op. Tijdens de verkiezingscampagne van 2014 werd Homans door De Wever zelfs – eventjes – naar voren geschoven als kandidaat minister-president.

Uiteindelijk mocht partijgenoot Geert Bourgeois zijn intrek nemen aan het Martelarenplein. Homans werd de nummer twee van de N-VA in de regering en kreeg Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding op haar bord. Daarenboven werd ze vice-ministerpresident. Cruciale bevoegdheden en ongeveer dezelfde portefeuille die ze als schepen en OCMW-voorzitster sinds 2013 in Antwerpen beheerde. Homans wou na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 in de grootste stad van Vlaanderen bewijzen dat N-VA ook een sociale partij is. Ze beweerde graag dat haar beleid socialer was dan dat van de socialisten, maar daar was niet iedereen het mee eens. Zo was het verschil met het beleid van burgemeester Patrick Janssens en schepen voor Sociaal Beleid Monica De Coninck (allebei SP.A) niet altijd zo duidelijk. Jan Vranken, oud-professor van het onderzoekscentrum OASeS aan de UA, vatte haar beleid dan weer samen in het boek Thatcher aan de Schelde. Naar eigen zeggen had Homans nochtans enkel haar onverzettelijkheid gemeen met de Iron Lady.

Maar zodra Homans Vlaams minister werd, verschoof de focus van sociaal beleid onder druk van de actualiteit naar het debat over racisme, integratie en achterstelling. Dat zal wellicht tot 2019 zo blijven. Een aantal bevoegdheden blijven daardoor wat buiten beeld, zoals binnenlands bestuur of woonbeleid, waar Homans een inhaalbeweging op gang bracht voor socialewoningbouw.

Gelijke kansen

Onlangs zette Homans het gelijkekansendebat op scherp. In een opiniestuk in De Morgen schreef ze dat ze het beu was om ‘elke dag’ te moeten horen dat zo goed als elke Vlaming een racist is. Het moest maar eens gedaan zijn met de verwijten dat we allochtonen geen kansen geven en hen zelfs uitsluiten. Het wordt tijd dat ze zelf eens wat moeite doen. Net als in de zomer van 2013, na haar ‘relativering’ van racisme in De Standaard, oogstte Homans bakken kritiek met deze cri du coeur. Vlaams Parlementslid voor de SP.A Yasmine Kherbache is er nog altijd niet over te spreken. ‘Het is een gratuite uitspraak die vooral van wereldvreemdheid getuigt’, vindt ze. ‘Er is helemaal niemand die beweert dat alle Vlamingen racisten zijn.’

Homans grossiert, net als haar voorzitter, in uitspraken die veel stof doen opwaaien en haar tegenstanders in de gordijnen jagen. Piet De Bruyn, Vlaams Parlementslid voor de N-VA en lid van de commissie die haar beleid opvolgt, ziet daar geen graten in: ‘Ze zoekt graag het debat op en durft al eens te provoceren. Dat doet ze ook in commissievergaderingen. Maar steeds met argumenten. We hebben te lang de lof gezongen van het Belgische consensusmodel: soms moet het eens botsen.’

Els Keytsman, directeur van Unia, het voormalige Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding, las niet alleen de oneliners, maar ook de beleidsdocumenten van Homans. Keytsman vindt dat de beleidsnota over gelijke kansen wel degelijk positieve dingen aankondigt: ‘Maar wat is er na bijna twee jaar gerealiseerd? Weinig tot niets.’ Keytsman hekelt daarom de uitspraken van Homans dat allochtonen hun kansen moeten grijpen. ‘Ik kan alleen naar de ervaring op het terrein verwijzen en naar de stapels studies, onderzoeken en rapporten die zwart op wit bewijzen dat heel wat groepen nog altijd onvoldoende kansen krijgen’, zegt ze.

Cijfers zijn er genoeg. De kloof in werkzaamheidsgraad tussen Vlamingen en mensen die niet de EU-nationaliteit hebben, bedraagt 27,3 procent. Van die niet-EU’ers werkt slechts 44,6 procent. De armoede ligt bij die groep ook veel hoger. Volgens cijfers van Eurostat heeft wie niet in de EU geboren is zeventig procent kans om in België in armoede te leven. Enkel Griekenland doet het slechter.

De politieke tegenstanders van Homans zien daarin het becijferde bewijs van haar falende beleid. Homans zelf zoekt de verklaring in de ‘eigen verantwoordelijkheid. Als we willen dat nieuwkomers alle kansen grijpen, dan moeten we hen die kansen geven. En dat doen we ook. […] Het enige waar wij als beleidsmakers spijtig genoeg geen vat op hebben, is de individuele verantwoordelijkheidszin’, schreef ze in De Morgen.

Met die mening staat Homans zeker niet alleen. Luckas Vander Taelen (ex-Groen) klaagt al langer over het gebrek aan verantwoordelijkheidszin bij sommige bevolkingsgroepen. ‘Er zijn weinig landen waar mensen zoveel kansen krijgen als in België’, vindt hij. ‘Er is een uitgebouwde sociale zekerheid en een redelijk goed onderwijssysteem. Maar een bepaalde groep – jongens van Maghrebijnse afkomst – mist elk gevoel voor verantwoordelijkheid. Ook professor en SP.A’er Mark Elchardus zegt dat.’

Niettemin waren niet alle politici van de meerderheid gediend met de uitspraken van Homans. ‘Geloof me, niet iedereen krijgt gelijke kansen’, zegt Open VLD’ster en coalitiegenoot Mercedes Van Volcem. Net als Homans groeide zij op in een sociale woning en schopte ze het tot Vlaams Parlementslid. ‘Mevrouw Homans zegt dat ze zelf haar kansen gegrepen heeft. Akkoord, maar ze had een sterk karakter en de wil om er te geraken. Je mag jezelf nooit als de norm nemen. Het leven is veel complexer dan dat. Ik ben niet vergeten waar ik vandaan kom. Ik vind het belangrijk om op te komen voor de zwakkere die in minder goede omstandigheden is opgegroeid. Niet iedereen is gezond, heeft een sterk karakter of een hoog IQ. Sommige mensen verknoeien het wel eens, maar dat mag niet de boodschap zijn. Het beleid moet zo veel mogelijk mensen aansporen om zo veel mogelijk kansen te grijpen.’

Racisme en discriminatie

Niet alle Vlamingen zijn racisten die discrimineren, maar sommigen doen dat wel. De discussie of de overheid daar genoeg tegen doet, flakkert regelmatig op. Discriminatie en racisme zijn al jaren wettelijk strafbaar en wie klachten heeft kan bij Unia terecht. Toch is dat volgens sommigen lang niet voldoende. De oppositie blijft zwaaien met cijfers over discriminatie op de arbeidsmarkt. Kherbache: ‘Als je solliciteert met een wat vreemd klinkende naam heb je in Vlaanderen dertig tot vijftig procent minder kans om zelfs maar uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek. Homans ontkent dat probleem. Ik dacht nochtans dat rechts zo graag de problemen benoemt? Mensen die de taal perfect spreken en de juiste diploma’s hebben, botsen nog steeds op een muur van discriminatie.’

Het debat over praktijktests dat Kherbache en haar medestanders proberen aan te jagen, zal blijven oplaaien zolang die testen er niet zijn. Minister Homans noch haar partij wil er van weten. ‘Als er discriminatie is, moeten we daar een antwoord op bieden’, zegt De Bruyn, ‘Maar de overheid moet daarbij niet altijd veroordelend of beschuldigend uithalen. Het is niet altijd zo eenvoudig. De interimsector is een goed voorbeeld. Die sector heeft, op aandringen van de Vlaamse overheid, werk gemaakt van concrete acties. Daar is enorm veel vooruitgang geboekt.’

De discriminatie op de huurmarkt is echter even grondig becijferd als die op de arbeidsmarkt en die wordt niet echt kordaat aangepakt. ‘Er waren maatregelen aangekondigd voor begin dit jaar. Maar daar wachten we nog altijd op’, aldus Keytsman.

Een en ander zou aangepakt worden met een zogenaamd integratiepact. Dat werd bij het begin van deze legislatuur aangekondigd. Onlangs bleek in het Vlaams Parlement echter dat de uitwerking van dat pact nog maar eens vertraging opliep. Homans schoof de schuld in de schoenen van één ambtenaar en vond de kostprijs van 3,3 miljoen euro te hoog. Dat was niet naar de zin van de oppositie en de meerderheidspartijen. Van Volcem haalde in het parlement snoeihard uit en blijft bij haar kritiek: ‘Het plan is nu herwerkt, maar we krijgen het nog steeds niet te zien. Daadkrachtig bestuur is beslissingen nemen en die uitvoeren. Het integratiepact staat in het regeerakkoord, maar na twee jaar staat het nergens. Die stilstand wordt dan aan één ambtenaar verweten, maar zo werkt het niet in de politiek’.

Integratie

Integratie en inburgering zijn de stokpaardjes van de N-VA. De verplichte inburgeringscursussen voor wie zich als nieuwkomer in Vlaanderen vestigt, zijn daarvoor nog altijd het belangrijkste middel. Paars-groen besliste daar al over en Geert Bourgeois ging op dat pad verder toen hij in 2009 de bevoegde minister werd. Het Steunpunt Integratie en Inburgering maakte onlangs een evaluatie van die verplichte cursussen. ‘Al bij al is inburgering een bescheiden pakket, waar je geen te hoge verwachtingen van mag hebben’, was de conclusie van de onderzoekers.

Vlaams Parlementslid Nadia Sminate volgt voor de N-VA het dossier van de inburgering en integratie en gaf vroeger zelf inburgeringscursussen. ‘Als het aan mij lag, zouden inburgeraars meer moeten kunnen dan zichzelf voorstellen en een praatje maken over het weer. Maar de vereisten voor die cursussen zijn onlangs al opgetrokken, dus we zitten op de goede weg’, vindt ze. Vorig jaar besloot minister Homans om een resultaatsverbintenis aan de cursussen te verbinden. Het volstaat niet langer om aanwezig te zijn tijdens de lessen, cursisten moeten ook slagen voor testen.

Naast die inburgeringscursussen zijn ook taalcursussen belangrijk voor wie hier al (veel) langer woont, want de taalachterstand onder allochtonen blijft groot. Die achterstand wegwerken is een van de prioriteiten van Homans en de N-VA, die net als alle andere partijen gelooft dat de kennis van het Nederlands de sleutel is tot maatschappelijk succes en integratie. Daarin heeft deze regering vooruitgang geboekt: zo goed als elke nieuwkomer kan in hetzelfde semester waarin hij zich inschrijft met een taalcursus starten. De wachtlijsten zijn omzeggens weggewerkt.

Maar een integratiebeleid is uiteraard veel meer dan dat. En over dat ‘veel meer’ heerst het gevoel dat Homans nog steeds niet uit de startblokken is geschoten. Johan Leman volgt het integratiebeleid sinds hij eind jaren tachtig kabinetschef was van Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid Paula D’Hondt (CD&V). Leman: ‘Homans en andere N-VA’ers schuiven de schuld nog altijd graag door naar het verleden. De partij van Homans zit nochtans meer dan tien jaar in de Vlaamse regering. Ik voel me vandaag weer in 1989. Xenofobie en racisme nemen toe, het Vlaams Belang groeit en het beleid zit helemaal geblokkeerd. Ik raadde D’Hondt vroeger aan om met eigen ogen te gaan kijken wat er op het terrein gebeurde. Dat zie ik vandaag niet gebeuren. Homans heeft een groot gebrek aan terreinkennis.’

Sinds enkele honderden moslimjongeren naar Syrië vertrokken en zich aansloten bij terreurorganisaties als de IS of Al Nusra, wordt het integratiedebat nogal gemakkelijk verengd tot de integratie van moslims. De aanslagen in Brussel bewezen dat islamitisch terrorisme een gevaar vormt voor onze veiligheid, maar alle veiligheidsdepartementen zitten op het federale niveau. Vlaanderen is alleen bevoegd voor de preventie en begeleiding van jongeren. Vorig jaar werd in het Vlaams Parlement een plan gestemd met niet minder dan 55 maatregelen om de radicalisering van jongeren tegen te gaan of minstens zo vroeg mogelijk te detecteren. Dat plan werd door meerderheid en oppositie goedgekeurd, maar daarna liepen de wegen snel weer uit elkaar. De Vlaamse regering maakte geld vrij voor enkele lokale projecten, startte met een zogenaamde radicaliseringslijn, maar het overgrote deel van de concrete maatregelen blijven voorlopig uit. Volgens het laatste tussentijdse rapport zijn sommige delen van het plan in uitvoering en andere ‘in voorbereiding’, tot consternatie van de oppositie die vindt dat alles veel te traag gaat. ‘Deze Vlaamse regering mist echt de urgentie en daadkracht die nodig zijn’, zegt Kherbache. ‘Er is nog altijd geen systematische opvolging voor jongeren die terugkeren uit Syrië. Er zijn er die thuiszitten, sommigen staan onder elektronisch toezicht en anderen zijn gewoon vrij onder voorwaarden.’

Armoedebestrijding

Een op de tien Vlamingen loopt nog steeds het risico om in de armoede te belanden. In onze rijke regio is de kinderarmoede tussen 2008 en 2013 zelfs verdubbeld. In een land waar de federale overheid uitkeringen voorziet die nog steeds onder de armoedegrens liggen, is het lastig voor een Vlaams minister van Armoedebestrijding om daar effectief werk van te maken. Homans en de Vlaamse regering willen het armoederisico tegen 2020 nochtans met een derde doen afnemen. Daarom stelde Homans vorig jaar een Vlaamse Actieplan Armoedebestrijding voor. En ook dat plan… wacht op een grondige uitvoering.

Homans heeft maar enkele miljoenen euro’s ter beschikking om armoede te bestrijden. Met dat bescheiden budget beperkte ze zich tot 1 euro- maaltijden voor arme kinderen en een campagne tegen voedselverspilling in supermarkten. Homans is niet de eerste excellentie die het moet zien te redden met weinig structurele, bijna symbolische middelen. Haar voorgangster Ingrid Lieten (SP.A) moest om wat budget bijeen te schrapen met bijdragen van particulieren een fonds tegen kinderarmoede opzetten. Deze Vlaamse regering kondigde in tegenstelling tot haar voorgangers aan dat ze een armoedetoets zou invoeren, waarbij effecten van maatregelen op de meest kwetsbare groepen berekend zouden worden. ‘Maar ik heb nog geen enkel groot dossier gezien waarop die toets is uitgevoerd’, weet de fractievoorzitter van Groen in het Vlaams Parlement Björn Rzoska. ‘Voor de Turteltaks zijn die gevolgen in elk geval niet berekend.’

Het beleid van Homans maakt bijzonder weinig indruk op de armoedeverenigingen, die in de eerste plaats de besparingen vrezen die de Vlaamse en de federale regering doorvoeren. De voormalige groene toppoliticus Jos Geysels vroeg zich onlangs in het tijdschrift Sampol hardop af waar de sociale correcties blijven die de regeringen hadden beloofd. Karige correcties worden tenietgedaan door besparingen, argumenteerde hij. Het besparingsbeleid kost de laagste inkomens gemiddeld tussen de 52 en 76 euro per maand. Voor sommige gezinstypes loopt dat zelfs op tot 111 euro per maand.

Frank Vandenbroucke, oud-SP.A-minister en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, vindt het beleid van Homans ‘vrij smal. Ik ben niet tegen zeer selectieve maatregelen voor heel kleine groepen. Maar je moet er rekening mee houden dat er een bredere groep bestaat, die weliswaar niet in ellende leeft en soms zelfs actief is op de arbeidsmarkt, maar die het toch moeilijk heeft om de eindjes aan elkaar te knopen.’ Zoveel is nu al duidelijk: onder Homans zullen de armoedecijfers niet spectaculair dalen.

Conclusie

Valt Homans die ’trein der traagheid en vaagheid’ van haar beleid te verwijten? Ja en nee. Als superminister heeft ze vooral coördinerende bevoegdheden waardoor ze afhankelijk is van haar collega-ministers die middelen moeten vrijmaken voor haar plannen. Ook De Bruyn ziet dat probleem. ‘Het is niet gemakkelijk om coördinerend minister te zijn. Je hebt zelf weinig hefbomen en weinig budget. Je moet beleid voeren met budgetten van andere departementen en die ministers beslissen doorgaans liever zelf hoe ze dat spenderen’, geeft hij toe. ‘Maar de relaties tussen Homans en de bevoegde ministers zijn uitstekend.’

Niet iedereen in de meerderheid is even vriendelijk. Vroeger doken in de krant al eens anonieme opmerkingen van parlementsleden op, maar vandaag hebben ze minder schroom. Van Volcem: ‘Ik twijfel niet aan de intenties van de minister, maar de kracht van verandering lijkt vaak niet zo krachtig. Beloofde hervormingen raken in het slop en het is altijd de schuld van iemand anders: de ambtenaar, de allochtoon, de staatsstructuur of de Raad van State.’

Volgens Rzoska is onkunde een deel van de verklaring. ‘We zagen dat in de vorige regering met Philippe Muyters (N-VA). Hij had toen ook een bevoegdheidsportefeuille die zo ruim was dat hij die niet kon beheren’, zegt hij. ‘Als Homans vandaag ergens mee komt, is het doorgaans te laat en meestal te weinig. Of het doorstaat de toets van de Raad van State niet; denk maar aan haar andere bevoegdheden zoals de integratie van OCMW’s in de lokale besturen of maatwerk voor de sociale economie. Die werden allebei afgewezen door de Raad van State. Homans bokst boven haar gewicht.’

De vraag rijst of viceminister-president Homans echt geïnteresseerd is in al haar bevoegdheden. Haar partij heeft duidelijk een afkeer van het racisme van het Vlaams Belang, maar tegelijk grote interesse in de kiezers van die partij. Daarom voelt ze er niet veel voor om van gelijke kansen een absolute prioriteit te maken. Dat blijkt ook uit andere politieke zetten van de partij. Zo benoemde de N-VA Matthias Storme in de raad van bestuur van Unia, die in 2004 nog opriep om voor het Vlaams Blok te stemmen en Unia wil afschaffen. Bij de verkiezingen van 2019 zal de partij meer uitpakken met de hervormingen van en de besparingen in de sociale zekerheid dan met de strijd tegen armoede of discriminatie. Na het veelbesproken avondje uit van Homans op de Nacht van de Televisiesterren werd her en der gesuggereerd dat Bart De Wever stilletjesaan zijn bekomst had van Liesbeth ‘Betteke’ Homans. Misschien valt dat best mee, want Homans loopt met de invulling van haar bevoegdheden behoorlijk netjes in de pas van het partijprogramma.

De minister wenste niet te reageren op een reeks vragen die Knack haar voorlegde.

DOOR PETER CASTEELS EN JAN LIPPENS

De kinderarmoede is tussen 2008 en 2013 verdubbeld. Het plan van Homans daarover wacht nog op een grondige uitvoering.

‘Homans heeft een groot gebrek aan terreinkennis.’

Johan Leman

‘Ik twijfel niet aan de intenties van de minister, maar de kracht van de verandering lijkt vaak niet zo krachtig.’

coalitiegenoot Mercedes Van Volcem

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content