Tuymans, Kandinsky en Mondriaan voor kinderen

Uitgevers van kinderboeken wagen zich aan kunstenaarsmonografieën.

‘Het schilderij bestaat voor het is. Het is een beeld in mijn hoofd. In mijn herinneringen.’ Luc Tuymans tot bij kinderen brengen. Dat is wat Paul De Moor en uitgeverij Ludion proberen te doen met het boekje ‘Schilderen op ijs’.

Het boekje is een kleinood, zo zorgvuldig uitgegeven. De kaft is gereserveerd voor Tuymans’ schilderij ‘Ganzen’, een werk uit ’87. Het werd ingepakt in een mooie boekenrug van rood linnen. Leen Depooter tekende ook voor de vormgeving van het binnenboek: een mooie spiegeling van Tuymans’ beelden, met chronologische teksten erbij. Aan de hand van enkele sleutelwerken van de schilder evoceert De Moor diens biografie, de weg naar de status die hij nu geniet.

Het begint bij Tuymans’ vroegste kinderherinneringen: een wandeling met opa in het park, het voederen van de ganzen, de oorlog. Dat die oorlog diep in de mensen zat, voelde Tuymans als kind, vandaar dat de dieren en mensen op zijn latere schilderijen holle ogen of geen gezicht hebben. Of versnipperd, niet heel, als de ganzen op het behang in zijn slaapkamer.

Echt vals
Tuymans wist al van jongs af aan dat hij van tekenen en schilderen zijn leven wilde maken. Hij werd van school getrapt, verliet al snel het ouderlijke huis en zette alles in op zijn kunst. Volgde de ontgoocheling, want ‘Alles was al geschilderd!’ Via fotografie en film kwam hij uiteindelijk bij zijn stijl en kunstenaarscredo terecht: de echte vervalsing. Op basis van foto’s schilderde hij. Close-ups en taferelen uit de geschiedenis en actualiteit. Geëngageerde stillevens (‘Gaskamer’ bijvoorbeeld) en portretten.

‘Het was me niet om een getrouwe nabootsing te doen. Ik schilderde het als een vervalsing. Niet als een valse vervalsing. Maar als een echte valse vervalsing.’ Paul De Moor geeft Tuymans’ verhaal een poëtisch kader, met korte directe zinnen en de prachtigste taalbeelden. Het is een liefdevolle en heel mooie bio geworden, waarin schijnbaar geen woord teveel staat. De beelden doen verlangen naar meer, en daarvoor is er ondertussen de Tuymans-expo in Brussel.

Kandinsky’s paard
Nog kunst voor kinderen is het prentenboek ‘Meneer Kandinsky was een schilder’ van Daan Remmerts de Vries. Dit is een prentenboek, voor jongere kinderen dus, waarin de tekenaar leven, werk en evolutie van de Russische oprichter van ‘De Blauwe Ruiter’ evoceert. De tekst is vrij eenlagig, met humor dicht bij kinderen; de leuke collages refereren uiteraard aan en evolueren volgens Kandinsky’s stijl. Gevonden voer voor discussie. Ook diens geluiden- en kleurentheorie krijgt hier een plekje.

Meneer Oranje

En dan is er nog Piet Mondriaan, over wie recent maar liefst twee boeken voor jonge lezers verschenen. De eerste, ‘Mister Orange’ van Truus Matti, is een roman die zich afspeelt in New York, waar Mondriaan het laatste deel van zijn leven doorbracht en ook zijn nieuwe stijl ontwikkelde. Linus, een loopjongen, komt er in contact met Mister Orange, een alter ego van Mondriaan. Die geeft Linus een andere kijk op de wereld en de werkelijkheid. Ondertussen woedt in Europa de bikkelharde realiteit: de oorlog – Linus’ broer Apke zit aan het front. Een vlot vertelde story over kunst als wapen en medicijn, met een originele invalshoek.

Mondriaans Boogie Woogie

Ongeveer gelijktijdig met Truus Matti werkte ook tekenaar Wouter Van Reek aan een Mondriaanboekje, maar dan voor jongere lezers. Beide overlegden vaak met elkaar. ‘Keepvogel en Kijkvogel’ is een heel mooi prentenboek, waarin de tekenaar-auteur vertelt hoe Kijkvogel een nieuwe toekomst zoekt en Keepvogel veeleer afwacht wat het leven zoal brengt. Uiteindelijk gaat de nieuwsgierige Keepvogel toch zijn vriend achterna. Hij belandt in de grote stad, ‘waar het lijkt alsof iedereen op weg is naar de toekomst’. Daar geraakt hij zijn hond en bijna zichzelf kwijt.

De tekeningen beginnen als landschapschetsen – zie Mondriaan – en evolueren al snel naar hoekige beelden met typische Mondriaanlijnen en -kleuren. Net zoals in bovenvermelde roman wordt gefocust op het ontstaan en de creatie van Mondriaanse laatste en wereldberoemde werk: Victory Boogie Woogie. Op de laatste bladzijden lijken de vogels en hun huisdieren niet in de verste verte meer op wie ze waren op pagina één. Aan kinderen om uit te maken wat ze het mooiste vinden.

Annelies De Waele

Paul De Moor, Luc Tuymans, Schilderen op ijs, Ludion, 2011, 62 blz., 17,95 euro, ISBN 978-90-5544-854-8

Truus Matti, Mister Orange, Leopold i.s.m. Gemeentemuseum Den Haag, 2011, 150 blz., 14,95 euro, ISBN 978-90-258-5716-5 Wouter van Reek, Keepvogel en Kijkvogel, Leopold i.s.m. Gemeentemuseum Den Haag, 2011, z.p., 13,95 euro, ISBN 978-90-258-5717-2

Daan Remmerts de Vries, Meneer Kandinsky was een schilder, Leopold i.s.m. Gemeentemuseum Den Haag, 2011, z.p., 13, 95 euro, ISBN 978-90-258-5624-3.

Partner Content