Hugo Camps – Belgen

‘Zijn gezicht van een cascadeur laat ook nu nog geen tranen toe.’ De lezer mag er gif op innemen, dit is de aanzet van een interview gesigneerd Hugo Camps. En zowaar, het is de eerste zin van het vraaggesprek van Camps met zijn vriend Hugo Claus dat in mei 1986 verscheen in Elsevier.

Hugo Camps – Belgen. Interviews over Nederland, Vlaanderen en Wallonië

Uitgeverij: Elsevier

Aantal pagina’s: 285

Prijs: 14,95 euro

ISBN: 978-90-688-2659-3

Veel interessanter dan zijn recente bundeling met getourmenteerde gedachten die hij dagelijks voor De Morgen neerpent, zijn de interviews die Hugo Camps de voorbije 25 jaar maakte voor het Nederlandse nieuwsmagazine Elsevier. Het blad verleende Camps onderdak nadat die Het Belang van Limburg had verlaten en, achtervolgd door het gekuip van collega’s, journalistiek dakloos werd.

En het mag gezegd: bij Elsevier heeft Camps zijn beste werk geleverd. ‘In de interviews van Camps laten we net iets van dat Vlaamse toe, wat ze zo exotisch maakt voor onze lezers’, vertelde een tevreden hoofdredacteur Arendo Joustra ooit.

Hugo Camps is een uitzonderlijk soort interviewer. Hij heeft wat gemeen met Truman Capote – dat is geen overdrijving.

Ooit werd de stugge Marlon Brando door Truman Capote ondervraagd. De acteur, al niet de gemakkelijkste in de omgang, was geen praatvaar. Meestal had hij na de tweede vraag al bonje met de interviewer. Maar in dit gesprek, in november 1957 verschenen in The New Yorker, liet Brando zich helemaal gaan, over zijn vader en zijn zuipschuit van een moeder. Geen oog bleef droog na de lectuur van dat gesprek.

Toen iemand hem vroeg waarom hij zich zo had blootgegeven, zuchtte Brando: ‘Tja, hoe gaat dat? Capote bleef maar doorzeuren over al die ellende in zijn leven. Ik heb hem dan maar mijn misère verteld.’

Het is niet iedereen gegeven om die techniek met succes toe te passen. Camps is er meesterlijk in. En dan krijg je een slot als dit bij het interview met Guy Verhofstadt (8 juni 2002): ‘ De Belgische premier kijkt uit het raam van het vliegtuig, snuit de neus en zegt dan hees: ‘Ik heb de schaamte gekend.”

Daar schilt een mens een dag later geen aardappelen op.

Rik Van Cauwelaert

Partner Content