Cruijff en de Catalaanse kwestie: ‘Ik mocht mijn zoon niet Jordi noemen’

© Belga Image
Steve Van Herpe
Steve Van Herpe Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

De man die ooit bondscoach van Catalonië was, spreekt zich in zijn memoires uit over de onafhankelijkheidsdrang van de Spaanse regio. ‘Als je geen meerderheid hebt, zul je toch moeten samenwerken.’

Een jaar geleden verscheen ‘Johan Cruijff – Mijn verhaal’, de memoires van het in maart 2016 overleden Nederlandse voetbalicoon. Op de achterflap de veelzeggende quote: ‘Je bent net zolang gestoord tot je een genie bent.’

Het genie Johan Cruijff drukte zijn stempel op FC Barcelona, eerst als speler van 1973 tot 1978, en nog veel meer als trainer van 1988 tot 1996. In die periode gaf Cruijff de Catalaanse club een voetbalidentiteit die tot op de dag van vandaag nazindert. De huisstijl van FC Barcelona werd met hem geboren maar stierf niet met hem, integendeel. Op die manier droeg Cruijff zijn steentje bij tot het zelfbewustzijn van de Catalanen: FC Barcelona werd onder hem een club die wereldwijde faam verwierf, een uithangbord voor Catalonië.

Maar zelf had hij niet veel boodschap aan de politieke lading die de club altijd had. ‘Bestuurders bij Barcelona zijn onderdeel van het politieke spel binnen Catalonië. Ik heb daar nooit aan meegedaan. Hoewel ik, vooral in de tijd van Franco, heb meegemaakt dat men verlangde dat je je uitsprak vóór Barcelona en tegen Madrid. Zo’n standpunt deed ertoe. Het probleem met mij was dat ik regelmatig iets creëerde wat ik zelf helemaal niet doorhad. Ik was nog te jong, te apolitiek, onvoldoende opgeleid of hoe je het ook noemen wilt.’

‘Bestuurders bij Barcelona zijn onderdeel van het politieke spel binnen Catalonië. Ik heb daar nooit aan meegedaan.’

Gebruikt tegen Franco

In zijn memoires blikt Cruijff terug op zijn spelersperiode bij FC Barcelona. Daaruit blijkt dat hij in het begin niet goed doorhad dat de club hem gebruikte in haar verzetsstrijd tegen het regime van generaal Franco. ‘Naarmate ik langer in Spanje voetbalde, werd het me steeds duidelijker hoe de politiek een factor was in de competitie. Aanvankelijk stond ik daar als speler nooit zo bij stil. Zeker ik niet. Ik ben een Amsterdammer die zegt waar het op staat. In de tijd van het regime van Franco viel dat in Spanje nogal op. Iemand als Armand Carabén, toen bestuurslid van Barcelona, vond dat prachtig. Ik begreep later dat hij mijn karakter bewust via de club gebruikte in de veredelde vrijheidsstrijd van Catalonië tegen de macht in Madrid. Als een internationaal bekende speler was ik redelijk onaantastbaar, en zo kon Franco af en toe toch geprovoceerd worden.’

Ook Cruijff insinueert in zijn boek dat de competitie vervalst werd door het regime. ‘Ik was bezig met voetbal, niet met politiek. Maar op een gegeven moment merkte ik wel dat er dingen niet klopten. Het is natuurlijk te gek voor woorden dat ik in vijf jaar FC Barcelona maar één keer kampioen ben geworden. Vooral in 1977 zijn we bestolen. Ik was in de vorm van mijn leven en alles wees erop dat we de titel zouden pakken. Tot ik tegen Málaga van het ene op het andere moment uit het veld werd gestuurd. Volgens de scheidsrechter had ik hijo de puta tegen hem geroepen, wat hoerenjong betekent. Maar tot vandaag de dag heb ik die woorden nooit in mijn mond gehad. Toen niet en daarna ook niet.

‘Later voor de tuchtcommissie was het zijn woord tegen dat van mij. Ik was kansloos en werd voor drie wedstrijden geschorst. Drie wedstrijden, waarvan we er twee verloren en één gelijkspeelden. Toen mijn schorsing erop zat, konden we naar het kampioenschap fluiten. Dat incident is voor mij nog altijd het meest duidelijke bewijs hoe de politiek in die tijd de competitie beïnvloedde.’

‘Als een internationaal bekende speler was ik redelijk onaantastbaar, en zo kon Franco af en toe toch geprovoceerd worden.’

De eerste Jordi

Cruijff beschrijft een ander incident toen hij zijn in Spanje geboren zoon Jordi wilde inschrijven bij de burgerlijke stand in Barcelona. ‘Ik kreeg toen te horen dat hij onder een andere naam geregistreerd moest worden. Het Catalaanse Jordi mocht niet, het moest het Spaanse Jorge worden. Dan heb je aan mij een kwaaie. Ik heb meteen tegen die ambtenaar gezegd dat het voor ons Jordi was en bleef. Ik zei letterlijk: ‘Als je het niet wilt doen, dan doe je het niet, maar dan wordt het jouw probleem.’ Uiteindelijk durfde hij me niet tegen te spreken en werd Jordi als eerste onder die naam in het Catalaanse register bijgeschreven.’

Een politiek statement was het helemaal niet, aldus Cruijff. ‘Het had alles te maken met het recht om zelf te bepalen hoe we ons kind wilden noemen. Omdat we niet wisten of het een jongen of een meisje werd, hadden we twee namen bedacht. Voor het meisje Nuria, en Jordi als het een jongen zou worden. Die namen bestonden niet in Nederland, dus vonden Danny (zijn vrouw, nvdr) en ik dat wel apart. Nog niet wetende dat het in Catalonië zo beladen was.’

‘Het Catalaanse Jordi mocht niet, het moest het Spaanse Jorge worden. Dan heb je aan mij een kwaaie.’

Het poldermodel in Catalonië

Ook over de onafhankelijkheidsdrang van Catalonië laat Cruijff in zijn memoires zijn licht schijnen. ‘Net als veertig jaar geleden wordt nu de discussie gevoerd om wel of geen afstand van Spanje te nemen. Het is fiftyfifty. Met andere woorden, bij een afscheiding wordt het volk verdeeld. Is dat dan wat je zoekt?

‘Als Nederlander ben je natuurlijk gewend aan het poldermodel. Altijd met iedereen ouwehoeren en uiteindelijk kom je tot elkaar. Dat is hier nooit geweest. Niemand heeft ooit water bij de wijn willen doen. Geen mens. Niet wie apart willen, niet wie samen willen en niet wie in Madrid zitten. Maar als je geen meerderheid hebt, zul je toch moeten samenwerken. En als je moet samenwerken, dan zul je je toch ook in de problemen van de ander moeten verdiepen.’

Wat daarna volgt, is een ‘Cruijffiaanse’ redenering: ‘Inmiddels steken mensen hun vinger op om president te worden. Dan zie ik de houding van bepaalde politieke partijen die denken: zonder mij kun jij niet regeren, dus ik wil mijn hele portie hebben. Alleen moet je de hele portie niet willen hebben. Dat moet je niet willen. Dus doe een stap terug en probeer vanuit het hele volk te denken. Verplaats je daarin. Het lijkt mij dat je dan tot de conclusie komt dat alles helemaal niet zo ver uit elkaar ligt. Maar goed, ik volg het allemaal, maar heb er natuurlijk geen verstand van.’

‘Niemand heeft hier ooit water bij de wijn willen doen. Geen mens. Niet wie apart willen, niet wie samen willen en niet wie in Madrid zitten.’

Politiek en voetbal

Net zoals hij met de naam Jordi geen politieke boodschap wilde meegeven, was ook het feit dat hij op een gegeven moment Catalaans bondscoach werd helemaal niet politiek getint voor Cruijff. ‘Dat ik bondscoach werd van Catalonië was van mij uit geen politiek signaal. Maar dat werd het uiteindelijk wel. Daarom was het eigenlijk een mix van een hoop dingen. Allereerst is het geen officiële functie. Het gaat om een wedstrijd tussen A en B, en ik ben de trainer van een van de twee ploegen. Maar aan het eind van de rit, toen politici zich steeds meer gingen bemoeien met ons team, kreeg het steeds meer een politieke lading. Ik denk dat je dat juist niet moet doen. Beter is om er goed over na te denken hoe je ermee omgaat. Natuurlijk is het mooi om de Catalaanse trots te versterken. Is helemaal niks mis mee. Maar daarnaast mag je nooit het sportieve aspect uit het oog verliezen. Het stadion moet vol zitten met Catalanen, maar die moeten niet alleen voor die vlag komen, maar ook voor het voetbal.’

El Salvador komt tot het volgende besluit: ‘Ik voel mee met de Catalanen. Heb een groot gevoel met ze. Maar ik ben Nederlander. Dat blijft. Ik hou mijn mond niet, en doe waar ik trek en zin in heb. Met alle beperkingen erbij. Het is dus niet zo dat ik ergens achteraan loop. Ik kan redelijk over de dingen nadenken en op het moment dat er iets gebeurt, dan zeg ik het niet vanuit de Catalaan of vanuit de Nederlander, maar vanuit mezelf. Vanuit de vrijheid van denken die je in Nederland mee hebt gekregen. Dat is natuurlijk een heel belangrijk gegeven, dat je in je hoofd vrij kunt zijn om te denken wat je wilt.’

‘Natuurlijk is het mooi om de Catalaanse trots te versterken. Is helemaal niks mis mee. Maar daarnaast mag je nooit het sportieve aspect uit het oog verliezen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content